[OPGEHEVEN]
Koninklijk besluit betreffende de ziekte- en
bevallingsverloven der leden van het personeel uit het
Rijksonderwijs.
goedkeuringsdatum
30 DECEMBER 1959
publicatiedatum
B.S.04/02/1960
datum laatste wijziging
10/10/2003
COORDINATIE
K.B. 15-3-1961 - B.S. 10-4-1961
K.B.
20-5-1968 - B.S. 18-6-1968
(3)
Decr. van 30/06/2003 (B.S. 10/10/2003)
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL.
Gelet op de wet van 14 mei 1955 tot regeling van het
kunstonderwijs;
Gelet op het koninklijk besluit
van 20 augustus 1957 houdende coördinatie van de wetten op het lager
onderwijs, zoals ze werden gewijzigd;
Gelet op
het koninklijk besluit van 30 april 1957 houdende coördinatie van de
wetten op het middelbaar onderwijs, zoals ze werden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1957 houdende
coördinatie van de wetten op het normaalonderwijs, zoals ze werden
gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 30
april 1957 houdende coördinatie van de wetten op het technisch onderwijs,
zoals ze werden gewijzigd;
Gelet op de wet van 29
mei 1959 tot wijziging van de wetgeving betreffende het bewaarschoolonderwijs,
het lager, middelbaar, normaal-, technisch en kunstonderwijs, inzonderheid op
artikel 31;
Gelet op het advies van de Syndicale
Raad van Advies;
Gelet op artikel 2, lid 2, van
de wet van 23 december 1946 houdende instelling van een Raad van State;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Openbaar
Onderwijs,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij
:
Artikel 1 tot art. 8bis.
[...]
K.B.
van 20-5-1968
Art. 9.
In de lagere scholen en
bewaarscholen van de Staat, alsmede in de lagere en kleuteroefenscholen
verbonden aan de rijksnormaalscholen, in de rijksinternaten voor kinderen wier
ouders geen vaste verblijfplaats hebben, kan een waarnemer worden aangesteld
wanneer een personeelslid, om één van de hierboven bepaalde
redenen, ten minste gedurende zes dagen, afwezig is.
In een eenklassige school zal de afwezigheidstermijn van zes
dagen, waarvan sprake in voorgaand lid, evenwel niet vereist zijn alvorens
wordt overgegaan tot de aanstelling van een interimair onderwijzer.
In de rijksinrichtingen voor middelbaar,
normaal-, technisch en kunstonderwijs kan dergelijke aanstelling geschieden
wanneer de afwezigheid ten minste tien dagen duurt.
Art. 10.
[...]
K.B.
van 20-5-1968
Art. 11.
[Dit besluit treedt in werking op
1 september 1959, met uitzondering van artikel 9, dat pas in werking treedt de
dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.]
K.B.
van 15-3-1961
Art. 12.
Onze Minister van Openbaar
Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.