Besluit van de Vlaamse regering betreffende de controle op
de afwezigheid wegens ziekte.
goedkeuringsdatum
08 DECEMBER 1993
publicatiedatum
B.S.23/03/1994
datum laatste wijziging
16/08/2023
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 25/01/1995 (B.S. 19/05/1995)
(2)
B.Vl.R. van 27/10/1998 (B.S. 10/12/1998)
(3)
B.Vl.R. van 24/11/1998 (B.S. 22/01/1999)
(4)
B.Vl.R. van 15/02/2008 (B.S. 10/04/2008)
(5)
B.Vl.R. van 21/10/2011 (B.S. 01/12/2011)
(6)
B.Vl.R. van 17/10/2014 (B.S. 12/01/2015)
(7)
B.Vl.R. van 27/10/2017 (B.S. 24/11/2017)
(8)
B.Vl.R. van 17/02/2023 (B.S. 08/08/2023)
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet betreffende het onderwijs-V, inzonderheid op
artikel 57;
Gelet op het protocol nr. 118 van 22
juli 1993 houdende de conclusie van de onderhandelingen die gevoerd werden in
de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van
onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor
de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor
begroting, gegeven op 22 juni 1993;
Gelet op het
advies van de Raad van State;
Op voordracht van
de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.
[
Dit besluit is van toepassing op :
1° de personeelsleden, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991;
2° de personeelsleden, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;
3° de leden van de inspectie, vermeld in artikel 61 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs;
4° de personeelsleden, vermeld in artikel 10 van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken;
5° de personeelsleden van de Centra voor Basiseducatie, vermeld in artikel 3 van het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie;
6° de werkgevers van de personeelsleden vermeld in punt 1° tot en met 5°.
]
Art. 2.
Voor de toepassing van dit
besluit wordt verstaan onder :
1° directeur :
de directeur van een instelling of een P.M.S.-centrum of de hiërarchische
overste voor wat de leden van de inspectie en de pedagogische
begeleidingsdiensten betreft of hun plaatsvervanger;
2°
[controleorgaan]
: een gemeenschappelijke geneeskundige
dienst die, op basis van het besluit van de Vlaamse regering
[van 8 december
1993]
houdende de organisatie van de controle op de afwezigheid wegens ziekte
door de Vlaamse minister van onderwijs aangeduid is om het toezicht op de
afwezigheid wegens ziekte uit te voeren;
3° afwezigheidsattest : een attest
[...]
gedateerd en
ondertekend door een arts met vermelding van het aantal noodzakelijke
kalenderdagen ziekteverlof en met vermelding of het betrokken personeelslid de
woon- of verblijfplaats al dan niet mag verlaten.
[...]
4° medisch attest : een attest opgemaakt door
middel van het door het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]
voorgeschreven formulier, gedateerd en
ondertekend door een arts met vermelding van de diagnose, het aantal
noodzakelijke kalenderdagen ziekteverlof én met vermelding of het
betrokken personeelslid de woon- of verblijfplaats al dan niet mag verlaten.
[Op het attest wordt vermeld waar het personeelslid tijdens de afwezigheid
verblijft.]
HOOFDSTUK II. -
[Formaliteiten bij afwezigheid wegens
ziekte]
Art. 3.
Elke afwezigheid wegens
ziekte moet zo snel mogelijk door het personeelslid zelf of via een derde
meegedeeld worden aan de directeur.
Art. 4.
Duurt de afwezigheid slechts
één dag, dan is er geen afwezigheidsattest noch een medisch
attest vereist.
[Indien het wegens ziekte
afwezige personeelslid tijdens de ziekte niet in zijn woonplaats verblijft,
dient zijn verblijfplaats aan de directeur meegedeeld te worden.
]
Art. 5.
[
Bij een afwezigheid wegens
ziekte van meer dan één dag stuurt het personeelslid onmiddellijk
een afwezigheidsattest naar de directeur en een medisch attest naar het
[controleorgaan]
.
[Als het personeelslid dat wegens
ziekte afwezig is, tijdens de ziekte niet in zijn woonplaats verblijft, deelt het
personeelslid zijn verblijfplaats aan de directeur mee.]
[Elke verandering van verblijfplaats in de loop van de
afwezigheid wegens ziekte moet vooraf aan het
[controleorgaan]
worden
gemeld.]
Dit geldt eveneens voor personeelsleden
die ter beschikking gesteld zijn wegens ziekte.
]
Art. 6.
[§ 1. Bij
verlenging van het in artikel 4 bedoelde ziekteverlof stuurt het personeelslid
zo snel mogelijk een afwezigheidsattest naar de directeur en een medisch attest
naar het
[controleorgaan]
. ]
[§ 2.]
Bij
verlenging van het ziekteverlof
[zoals bedoeld in artikel 5]
stuurt het
personeelslid zo snel mogelijk een nieuw afwezigheidsattest naar de directeur
en een nieuw medisch attest naar het
[controleorgaan]
.
HOOFDSTUK III. - Controle op het
ziekteverlof
Art. 7.
[
§ 1. De woon-
of verblijfplaats kan tijdens de eerste vierentwintig uur van de afwezigheid
wegens ziekte enkel verlaten worden om gerechtvaardigde medische redenen,
desgevraagd te bewijzen door het betrokken personeelslid.
§ 2. Elk
personeelslid, afwezig wegens ziekte, is verplicht zich te onderwerpen aan de
controle van het door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs,
aangeduide
[controleorgaan]
.
]
Art. 8.
§ 1. Iedere
directeur kan het
[controleorgaan]
verzoeken om over te gaan tot een
controle-onderzoek van een personeelslid met ziekteverlof.
§ 2. Het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]
kan het
[controleorgaan]
verzoeken om over te gaan tot
een controle-onderzoek van een personeelslid met
ziekteverlof.
§ 3.
[Een
personeelslid, afwezig wegens ziekte, kan via de directeur of via het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]
een controleonderzoek
aanvragen.
Het personeelslid, dat
tijdens zijn afwezigheid wegens ziekte voor meer dan een dag naar het
buitenland wenst te gaan, is verplicht ten minste vier kalenderdagen
vóór het vertrek zelf rechtstreeks een controleonderzoek aan te
vragen bij het
[controleorgaan]
door middel van het document "medisch attest".
Deze verplichting geldt niet als de afwezigheid wegens ziekte volledig binnen
een schoolvakantie valt.
]
[
§ 4. Het door
de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, aangeduide
[controleorgaan]
kan, binnen de door deze minister opgelegde beperkingen, een controlearts
sturen naar een personeelslid met
ziekteverlof.
]
Art. 9.
Een controle-onderzoek kan
schriftelijk, telefonisch of per fax aangevraagd worden. De telefonische
aanvraag dient schriftelijk of per fax bevestigd te worden.
Art. 10.
Iedere directeur houdt een
lijst met de aangevraagde controle-onderzoeken ter inzage voor de
verificatiediensten.
Art. 11.
[
De kosten verbonden aan de
controleonderzoeken worden gedragen door de Vlaamse Gemeenschap.
De kosten verbonden aan de uit de
controleonderzoeken voortvloeiende beroepsprocedures zijn ten laste van de
partij die in het ongelijk wordt gesteld.
Indien
de datum van arbeidsgeschiktheid voorgesteld door de scheidsrechter een datum
is die ligt tussen de door de behandelende arts en de controlearts voorgestelde
data, worden deze kosten evenredig omgeslagen over beide
partijen.
]
Art. 12.
De controle-onderzoeken
[in het kader van voltijds ziekteverlof]
gebeuren in de woon- of verblijfplaats van het ziek personeelslid. Het
[controleorgaan]
dient het controle-onderzoek niet aan te kondigen.
[De controleonderzoeken in het kader van een verlof voor verminderde prestaties
wegens ziekte en van een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens
medische redenen worden in de praktijk van de dokter of in een medisch
controlecentrum uitgevoerd.]
Art. 13.
[Een personeelslid bij wie de
controlearts zich tevergeefs heeft aangeboden, kan door deze opgeroepen worden
om zich voor een controle-onderzoek aan te bieden. Ten dien einde laat hij bij
het betrokken personeelslid een bericht
na.]
Art. 14.
§ 1. Stelt de
controle-arts vast dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is, dan
deelt hij dit onmiddellijk mee aan de betrokkene die kan afwezig blijven voor
de duur van het toegestane ziekteverlof.
§ 2. De
directeur wordt binnen de 24 uur schriftelijk, telefonisch of per fax op de
hoogte gebracht.
§ 3. Het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en
Vorming]
wordt binnen de 24 uur schriftelijk, telefonisch of per
fax op de hoogte gebracht voor de controle-onderzoeken die het zelf aangevraagd
heeft.
Art. 15.
§ 1.
[Als de
controlearts van oordeel is dat de afwezigheid wegens ziekte niet of niet
langer gerechtvaardigd is, dan deelt hij dit, bij middel van een formulier dat
voor ontvangst wordt ondertekend, onmiddellijk mee aan het betrokken
personeelslid. Het personeelslid moet dan zijn dienst hervatten op de
eerstvolgende werkdag, tenzij de controlearts een andere dag bepaalt.
Als het betrokken personeelslid niet akkoord gaat
met de beslissing van de controlearts, staat het hem vrij zelf onmiddellijk
contact op te nemen met zijn behandelende arts. Als deze laatste niet akkoord
gaat met de beslissing van de controlearts, moet hij onmiddellijk contact
opnemen met de controlearts, om overleg te plegen over de arbeidsgeschiktheid
van het betrokken personeelslid. Dit overleg moet plaatsvinden binnen de 24 uur
na de beslissing van de controlearts en vóór de door de
controlearts bepaalde datum van werkhervatting. Als dit overleg niet binnen
deze tijdsspanne plaatsvindt, is de beslissing van de controlearts definitief
en kan geen beroep worden gedaan op de in artikel 16 bedoelde procedure.
Het overleg tussen de behandelende arts en de
controlearts schort de beslissing van de controlearts op.
Het personeelslid moet, binnen de voormelde tijdsspanne, zelf
informeren naar het resultaat van het overleg tussen de controlearts en de
behandelende arts.
Als de behandelende arts en de
controlearts een akkoord bereiken over de datum van de werkhervatting, moet het
personeelslid op die dag de dienst hervatten. Het akkoord tussen beide artsen
wordt nadien bij aangetekend schrijven bevestigd door het
[controleorgaan]
.
]
§ 2. De
directeur wordt binnen de 24 uur schriftelijk, telefonisch of per fax op de
hoogte gebracht.
§ 3. Het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en
Vorming]
wordt binnen de 24 uur schriftelijk, telefonisch of per
fax op de hoogte gebracht voor de controle-onderzoeken die het zelf aangevraagd
heeft.
§ 4.
[...]
[
Art. 15bis.
Indien de controlearts op het
ogenblik van zijn onderzoek vaststelt dat er nog geen medisch attest werd
opgesteld, beslist hij alleen over de gegrondheid van de afwezigheid wegens
ziekte. Indien hij oordeelt dat het ziekteverlof niet verder gerechtvaardigd
is, dient het personeelslid zijn dienst onmiddellijk te hervatten.
]
HOOFDSTUK IV. - Beroepsprocedure
Art. 16.
Indien de behandelende arts
niet akkoord gaat met de diagnose van de controle-arts en zij binnen de 24 uur
geen overeenstemming bereiken over de uiteindelijke beslissing, stellen zij in
gezamenlijk overleg een andere arts van het
[controleorgaan]
als
scheidsrechter aan.
Art. 17.
§ 1.
[De
scheidsrechter doet binnen de 24 uur na zijn aanstelling zijn onderzoek en
deelt aan het einde van dat onderzoek onmiddellijk zijn bindende beslissing mee
aan het personeelslid. Hij doet dit bij middel van een document dat voor
ontvangst wordt ondertekend.
]
§ 2. De
directeur wordt binnen de 24 uur schriftelijk, telefonisch of per fax op de
hoogte gebracht van de scheidsrechterlijke beslissing.
§ 3. Het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en
Vorming]
wordt binnen de 24 uur in kennis gesteld van de
scheidsrechterlijke beslissingen in de zaken waarin het zelf een
controle-onderzoek heeft aangevraagd.
Art. 18.
De beroepsprocedure zoals
bepaald in de artikelen 16 en 17 van dit besluit schorst de beslissing van de
controle-arts op. Beslist de scheidsrechter dat de afwezigheid wegens ziekte
niet gerechtvaardigd is, dan moet het betrokken personeelslid de eerstvolgende
werkdag de dienst hervatten.
HOOFDSTUK V. -
[Toekenning van een verlof voor
verminderde prestaties wegens ziekte]
Art. 19.
[
Het personeelslid, vermeld in artikel 1 van dit besluit, dat een verlof
voor verminderde prestaties wegens ziekte wil opnemen, stuurt een aanvraag in
de vorm van een plan, zoals vermeld in artikel 24, §1, van het besluit van 15
februari 2008 betreffende het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties
wegens ziekte, het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens
medische redenen en de terbeschikkingstelling wegens ziekte voor bepaalde
personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, naar
het controleorgaan.
]
Art. 20.
[
Het plan voor het verlof
voor verminderde prestaties wegens ziekte wordt door het controleorgaan
toegestaan of geweigerd. Het personeelslid moet voorafgaand aan de ingangsdatum
van dat verlof, een positieve beslissing verkregen hebben van het
controleorgaan.
]
[
Art. 20/1.
Als de controlearts het
plan voor het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte goedkeurt, deelt
hij die beslissing onmiddellijk mee aan de betrokkene. De directeur wordt door
het controleorgaan binnen de 24 uur schriftelijk, per e-mail of per fax op de
hoogte gebracht van die
beslissing.
Als de
controlearts niet akkoord gaat met het plan voor het verlof voor verminderde
prestaties wegens ziekte, deelt hij dat onmiddellijk mee aan de betrokkene. De
weigering moet ten aanzien van het personeelslid schriftelijk worden
gemotiveerd. Als het betrokken personeelslid niet akkoord gaat met de
beslissing van de controlearts, kan er na een overleg tussen de behandelende
arts en de controlearts eventueel een nieuw plan worden ingediend. Als het
controleorgaan het plan goedkeurt, deelt hij die beslissing onmiddellijk mee
aan het personeelslid. De directeur wordt door het controleorgaan binnen de 24
uur schriftelijk, per e-mail of per fax op de hoogte gebracht van de
beslissing.
Als de
behandelende arts niet akkoord gaat met de beslissing van de controlearts en ze
binnen 24 uur geen overeenstemming bereiken over de uiteindelijke beslissing,
kan de behandelende arts beroep aantekenen tegen die beslissing. Ze stellen dan
in gezamenlijk overleg een andere arts van het controleorgaan als
scheidsrechter aan.
De
scheidsrechter voert binnen 24 uur na zijn aanstelling zijn onderzoek uit en
deelt op het einde van dat onderzoek zijn bindende beslissing mee aan het
personeelslid. Hij doet dat door middel van een document dat voor ontvangst
wordt ondertekend. De directeur wordt binnen de 24 uur schriftelijk, per e-mail
of per fax op de hoogte gebracht van de scheidsrechterlijke
beslissing.
Het verlof voor
verminderde prestaties wegens ziekte, kan pas ingaan na een positieve
beslissing van de
arts-scheidsrechter.
]
[
Art. 20/2.
[Als het controleorgaan dat nodig acht, kan het een tussentijdse controle
vastleggen om na te gaan of de gezondheidstoestand van het personeelslid de
verdere uitvoering van het plan nog wettigt. Over de eventuele tussentijdse
controle maakt het controleorgaan bij de goedkeuring van het plan of bij een
tussentijdse controle afspraken met het personeelslid.]
Als de
controlearts
[na de tussentijdse controle, vermeld in het eerste lid,]
niet akkoord gaat met de verderzetting van het verlof voor
verminderde prestaties wegens ziekte, deelt hij dat onmiddellijk mee aan de
betrokkene. De weigering moet ten aanzien van het personeelslid schriftelijk
worden gemotiveerd.
Als de
behandelende arts niet akkoord gaat met de beslissing van de controlearts en ze
binnen 24 uur geen overeenstemming bereiken over de uiteindelijke beslissing,
kan de behandelende arts beroep aantekenen tegen die beslissing. Ze stellen dan
in gezamenlijk overleg een andere arts van het controleorgaan als
scheidsrechter aan.
De
scheidsrechter voert binnen 24 uur na zijn aanstelling zijn onderzoek uit en
deelt op het einde van dat onderzoek zijn bindende beslissing mee aan het
personeelslid. Hij doet dat door middel van een document dat voor ontvangst
wordt ondertekend. Die beroepsprocedure schorst de beslissing van de
controlearts. De directeur wordt binnen de 24 uur schriftelijk, per e-mail of
per fax op de hoogte gebracht van de scheidsrechterlijke
beslissing.
]
[
Art. 20/3.
De kosten die verbonden
zijn aan de onderzoeken door het controleorgaan zijn ten laste van de Vlaamse
Gemeenschap. De kosten die verbonden zijn aan de beroepsprocedures die
voortvloeien uit de controleonderzoeken, zijn ten laste van de partij die in
het ongelijk wordt gesteld.
]
[HOOFDSTUK V/1. - Toekenning van een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen]
[
Art. 20/4.
Het personeelslid, vermeld in artikel 1, dat een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen, zoals vermeld in hoofdstuk III/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 betreffende het ziekteverlof, het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte, het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen en de terbeschikkingstelling wegens ziekte voor bepaalde personeelsleden van het onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding wil opnemen, stuurt zijn aanvraag, samen met een geneeskundig verslag, opgemaakt door de geneesheer-specialist, naar het controleorgaan. In het geneeskundig verslag vermeldt de geneesheer-specialist :
1° de omstandige motivering waarom een volledige hervatting van de opdracht die het personeelslid had voor de afwezigheid wegens ziekte, niet meer mogelijk is;
2° een voorstel voor het volume van de nog te verrichten prestaties.
]
[
Art. 20/5.
De aanvraag voor het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen wordt door de controlearts
1° toegestaan;
2° toegestaan maar met aanpassing van het percentage van de nog te verrichten prestaties;
3° geweigerd.
]
[
Art. 20/6.
Als de controlearts de aanvraag voor het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen goedkeurt, deelt hij die beslissing onmiddellijk mee aan de betrokkene.
Als de controlearts de aanvraag voor het langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen weigert of als hij de aanvraag toestaat maar met aanpassing van het percentage van de nog te verrichten prestaties, deelt hij dat onmiddellijk mee aan de betrokkene. De weigering of de aanpassing van het percentage wordt ten aanzien van het personeelslid schriftelijk gemotiveerd.
Als het betrokken personeelslid niet akkoord gaat met de beslissing van de controlearts, kan er na een overleg tussen de geneesheer-specialist en de controlearts eventueel een aangepaste aanvraag worden ingediend. De controlearts deelt zijn beslissing onmiddellijk mee aan het personeelslid.
Als de geneesheer-specialist niet akkoord gaat met die laatste beslissing van de controlearts en ze binnen vijf werkdagen geen overeenstemming bereiken over de uiteindelijke beslissing, kan de geneesheer-specialist beroep aantekenen tegen die beslissing. Ze stellen dan in gezamenlijk overleg een andere arts van het controleorgaan als scheidsrechter aan.
De scheidsrechter voert binnen 24 uur na zijn aanstelling zijn onderzoek uit en deelt op het einde van dat onderzoek zijn bindende beslissing mee aan het personeelslid. Hij doet dat met een document dat voor ontvangst wordt ondertekend.
De directeur wordt binnen 24 uur schriftelijk, per e-mail of per fax op de hoogte gebracht van de definitieve beslissing van de controlearts of van de scheidsrechterlijke beslissing.
]
[
Art. 20/7.
De kosten die verbonden zijn aan de onderzoeken door het controleorgaan zijn ten laste van de Vlaamse Gemeenschap. De kosten die verbonden zijn aan de beroepsprocedures die voortvloeien uit de controleonderzoeken, zijn ten laste van de partij die in het ongelijk wordt gesteld.
Als het volume van de nog te verrichten prestaties voorgesteld door de scheidsrechter een volume is dat ligt tussen de door de geneesheer-specialist en de controlearts voorgestelde volumes, dan worden de kosten evenredig verdeeld over beide partijen.
]
[HOOFDSTUK Vbis. - Profylactisch verlof,
bevallingsverlof en afwezigheid na ongeval]
[
Art. 20bis.
[Personeelsleden van wie een
inwonend familielid een besmettelijke ziekte heeft, kunnen ambtshalve
profylactisch verlof krijgen wanneer zij het document "medisch attest",
ingevuld door de behandelende arts van het zieke familielid, en een verklaring
van deze arts bezorgen aan het
[controleorgaan]
. ]
Het
[controleorgaan]
gaat na of de vermelde besmettelijke
aandoening van het familielid wel degelijk aanleiding kan geven tot
profylactische maatregelen en, in bevestigend geval, of de duur van de
maatregelen op medische gronden is gesteund.
]
[
Art. 20ter.
Personeelsleden die met
bevallingsverlof gaan sturen eveneens een afwezigheidsattest naar de directeur
en een medisch attest naar het
[controleorgaan]
.
Deze personeelsleden zijn tijdens hun bevallingsverlof evenwel
niet onderworpen aan de controle op de afwezigheid wegens ziekte.
]
[
Art. 20quater.
Met ingang van de ontvangst
van de beslissing van de Administratieve Gezondheidsdienst waarbij de
afwezigheid niet of niet langer aanvaard wordt als een arbeidsongeval of een
trajectongeval kunnen de personeelsleden gecontroleerd worden door het
[controleorgaan]
.
Deze personeelsleden dienen
dus, indien ze verder afwezig blijven, de formaliteiten bedoeld in hoofdstuk II
van dit besluit na te leven en zich aan de controle op het ziekteverlof te
onderwerpen.
]
[
Art. 20quinquies.
Bij een ongeval buiten
dienstverband kan het
[controleorgaan]
door het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]
belast
worden met :
1° een medisch verslag opmaken
over de afwezigheden die het gevolg zijn van een ongeval buiten dienstverband;
2° het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]
vertegenwoordigen bij een minnelijke medische expertise;
3°
het
[Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming]
vertegenwoordigen bij een gerechtelijk deskundig
onderzoek.
Voor de toepassing van dit besluit
wordt onder ongeval buiten dienstverband verstaan, een ongeval dat buiten
dienstverband veroorzaakt wordt door een derde en een arbeidsongeschiktheid tot
gevolg heeft.
]
HOOFDSTUK VI. - Sancties
Art. 21.
[Onverminderd de toepassing
van artikel 86 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie
van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs of van artikel 60
van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige
personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde
psycho-medisch-sociale centra
[of van artikel 32 en 41 van het decreet van 7 juli 2017 betreffende de rechtspositie van de personeelsleden in de basiseducatie]
en onverminderd een eventuele tuchtsanctie
opgelegd door de bevoegde inrichtende macht heeft het niet naleven van de
bepalingen van
[de artikelen 5, 6, 7, 8, § 3, 15, § 1, 15bis en 18]
van dit besluit tot gevolg dat het betrokken personeelslid onwettig afwezig is
en het recht op wedde of weddetoelage voor de duur van de afwezigheid
verliest.]
Art. 22 en 23.
[...]
Art. 24.
De sancties vermeld in
[het
artikel 21]
van dit besluit kunnen niet opgelegd worden t.a.v. personeelsleden
die te goeder trouw de formaliteiten met betrekking tot de arbeidsongevallen
hebben vervuld, wanneer blijkt dat de bepalingen van onderhavig besluit hadden
moeten toegepast zijn.
HOOFDSTUK VII - Wijzigingsbepalingen
Art. 25. t.e.m. 28
niet opgenomen
HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding
Art. 29.
Dit besluit treedt in werking
met ingang van 1 januari 1994.
Art. 30.
De Vlaamse minister bevoegd
voor het onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.