De Eerste Minister,

Gelet op de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector en aan de in die sector tewerkgestelde werklozen, gewijzigd bij de wetten van 2 juli 1981, 22 januari 1985, 7 november 1987 en 6 juli 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b, en 4, 2° , van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1982, 25 januari 1983, 14 mei 1984, 2 mei 1985, 7 november 1987, 28 april 1989 en 31 oktober 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1982, 27 juli 1983, 14 mei 1984, 2 mei 1985, 7 november 1987, 28 april 1989 en 31 oktober 1990;

Gelet op het protocol van 19 oktober 1990 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten zijn vermeld;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 september 1990;

Gelet op het akkoord van de Minister van Openbaar Ambt, gegeven op 25 november 1980 houdende uitvoering van de artikelen 12, § 1 en 16, van het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de overweging dat tot de uitbetaling in 1991 van de vakbondspremie voor de referentiejaren 1989 en 1990 is beslist; dat het daarom vereist is zonder uitstel alle nodige administratieve schikkingen te treffen voor de betaling van deze premies en de administratieve overheden daarvan onverwijld op de hoogte te brengen opdat zij tijdig zouden kunnen overgaan tot de voorbereiding van de uitreiking ervan; dat er bovendien dringend moet overgegaan worden tot de definitieve afsluiting van de uitbetalingsverrichtingen met betrekking tot de laattijdig voor de referentiejaren 1987 en 1988 uitgereikte aanvraagformulieren; dat het om deze redenen derhalve verantwoord is de dringende noodzakelijkheid in te roepen,

Besluit :

Artikel 1.

In de bepalingen die volgen, dient te worden verstaan :

1° onder "het koninklijk besluit van 30 september 1980" : het koninklijk besluit van 30 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van overheidssector, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1982, 27 juli 1983, 14 mei 1984, 2 mei 1985, 7 november 1987, 28 april 1989 en 31 oktober 1990;

2° onder "het ministerieel besluit van 14 april 1982" : het ministerieel besluit van 14 april 1982 houdende uitvoering van de reglementering betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector;

3° onder "het ministerieel besluit van 2 mei 1989" : het ministerieel besluit van 2 mei 1989 betreffende de vakbondspremie in de overheidssector voor de referentiejaren 1987 en 1988.

Art. 2.

In afwijking van artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 30 september 1980 moet een aanvraagformulier tot het bekomen van een vakbondspremie, dat niet tijdig kan worden uitgereikt samen met de aanvraagformulieren die betrekking hebben op de eerstvolgende periode van twee referentiejaren, worden uitgereikt.

Een vakbondspremie betreffende een aanvraagformulier bedoeld in het eerste lid, moet worden vereffend volgens de modaliteiten en binnen de termijnen welke bepaald zijn voor de vakbondspremies die betrekking hebben op de eerstvolgende periode van twee referentiejaren.

Art. 3.

Wat de referentiejaren 1989 en 1990 betreft, wordt de voorschottenregeling bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 september 1980 als volgt vastgesteld :

§ 1. Onder de erkende uitbetalingsinstellingen opgericht door de Algemene Centrale der Openbare Diensten, de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten, het Vrij Syndicaat van het Openbaar Ambt en de Nationale Unie der Openbare Diensten wordt een bedrag van 590 miljoen frank verdeeld, bestemd voor de uitbetaling van de vakbondspremies en het dekken van de administratieve werkingskosten, bedoeld in artikel 29, respectievelijk artikel 30 van het koninklijk besluit van 30 september 1980.

Van het hierboven genoemde bedrag wordt 170 miljoen uiterlijk op 31 januari 1991, 120 miljoen uiterlijk op 28 februari 1991, 170 miljoen uiterlijk op 31 maart 1991 en 80 miljoen uiterlijk op 30 april 1991 overgedragen aan de hierboven bedoelde uitbetalingsinstellingen, in evenredigheid met de vakbondspremies welke deze instellingen hebben uitbetaald voor de referentiejaren 1987 en 1988.

Art. 4.

De in het artikel 18, § 3 van het koninklijk besluit van 30 september 1980 bedoelde gegevens zijn :

naam, voornaam en adres van het vakbondslid aan wie de premie wordt uitbetaald;

het nummer van het afgifteformulier.

Art. 5.

Artikel 3 van het ministerieel besluit van 14 april 1982 wordt vervangen door de volgende bepaling : ...

Art. 6.

Artikel 4, § 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : ...

Artikel 4, § 4 en artikel 4, § 5 worden opgeheven.

Art. 7.

De bijlage aan het ministerieel besluit van 14 april 1982 wordt vervangen door de bijlage aan dit ministerieel besluit.

Overgangsbepalingen

Art. 8.

In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid van het ministerieel besluit van 2 mei 1989, dienen de besturen, instellingen en diensten welke tot nog toe de beide aanvraagformulieren tot het bekomen van een vakbondpremie met betrekking tot de referentiejaren 1987 en 1988 niet hebben uitgereikt, hiertoe over te gaan uiterlijk op 31 maart 1991.

De vakbondspremies betreffende de referentiejaren 1987 en 1988, die nog niet werden uitbetaald omdat de aanvraagformulieren niet of laattijdig werden uitgereikt, moeten worden vereffend volgens de modaliteiten en binnen de termijnen welke voorzien zijn voor de uitbetaling van de vakbondspremie voor de referentiejaren 1989 en 1990.

De vakbondspremies betreffende de referentiejaren 1987 en 1988, die wel werden uitbetaald maar waarvoor de uitbetalingsinstellingen geen voorschotten hebben ontvangen omdat de aanvraagformulieren niet of laattijdig werden uitgereikt, kunnen worden vereffend volgens de modaliteiten voorzien bij het ministerieel besluit van 2 mei 1989.

Art. 9.

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.