Ministerieel besluit tot regeling van de werking van de
begeleidingscommissie voor de vervangingspool bij het Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap. - Departement Onderwijs.
goedkeuringsdatum
06 JULI 2000
publicatiedatum
B.S.12/08/2000
datum laatste wijziging
10/10/2000
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
Gelet op het decreet van 8 juni 2000 houdende
dringende maatregelen betreffende het lerarenambt;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 juni 2000 houdende de
nominatieve samenstelling van de begeleidingscommissie vervangingspool;
Gelet op het besluit van de regering van 13 juli
1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering,
inzonderheid artikel 8,
Besluit :
TITEL I. - Bevoegdheden van de commissie
Artikel 1.
De begeleidingscommissie
heeft de volgende bevoegdheden :
1) het
verstrekken van advies aan de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Beroepsopleiding inzake de opname van de kandidaten in de
vervangingspool;
2) het vastleggen van de nadere
criteria inzake de inzetbaarheid in de ankerschool;
3) het vastleggen van de criteria inzake de aanduiding van de
ankerscholen en inzake de toewijzing van de leden van de vervangingspool aan
een ankerschool;
4) de toewijzing van de
kandidaten aan de ankerscholen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, of
als toepassing moet worden gemaakt van art. 18, tweede lid van het decreet van
houdende dringende maatregelen betreffende het lerarenambt;
5) het afhandelen van het beroep zoals bedoeld in artikel 30
§ 1 van voorgenoemd decreet.
TITEL II. - Voorzitterschap van de commissie
Art. 2.
Een zitting van de
begeleidingscommissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de commissie.
Hij bepaalt de dag en de agenda van de vergaderingen, en leidt de besprekingen
tijdens de vergaderingen.
Art. 3.
Ingeval de voorzitter afwezig
of verhinderd is, wordt het voorzitterschap waargenomen door zijn
plaatsvervanger.
TITEL III. - Oproeping van de leden van de
Commissie
Art. 4.
§ 1. De
begeleidingscommissie wordt samengeroepen door de voorzitter of zijn
plaatsvervanger.
§ 2. Indien
tenminste één derde van de gewone leden om een samenkomst van de
begeleidingscommissie verzoekt, roept de voorzitter deze samen binnen de 15
kalenderdagen na ontvangst van dit verzoek.
§ 3. Het
oproepingsbericht wordt door het secretariaat opgemaakt en uiterlijk vijf
kalenderdagen vóór de vergadering, behalve bij hoogdringendheid,
naar de gewone leden gestuurd, samen met alle relevante documenten. Het wordt
ter informatie naar de plaatsvervangende leden verzonden. Buiten de agenda,
worden er de datum, het uur en de plaats van de vergadering op
vermeld.
§ 4. Het
oproepingsbericht wordt tevens naar de raadgevende vertegenwoordiger van de
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding
gestuurd.
Art. 5.
Een gewoon lid dat de
vergadering niet kan bijwonen, deelt dit mede aan zijn plaatsvervanger en
verzoekt hem in zijn plaats zitting te nemen.
Art. 6.
§ 1. De
begeleidingscommissie houdt op geldige wijze zitting, wanneer de helft plus
één van de leden aanwezig is.
§ 2. Wanneer dit
niet het geval is, wordt de vergadering opgeheven. De begeleidingscommissie
wordt opnieuw samengeroepen binnen de tien kalenderdagen met vermelding van de
reden van de nieuwe zitting en met opgave van dezelfde agenda.
Een aanwezigheidsquorum is dan niet meer vereist.
TITEL IV. - Agenda
Art. 7.
Onverminderd art. 6 § 2
kunnen de leden, bij aanvang van een vergadering, bij gewone meerderheid
beslissen aan de agenda punten toe te voegen die dringend moeten besproken
worden.
De bijkomende punten worden aan de agenda
toegevoegd. De beslissing over deze punten wordt slechts genomen in de loop van
de volgende vergadering, tenzij de commissie unaniem beslist dit punt toch af
te handelen. Indien niet, wordt de datum van de volgende vergadering
onmiddellijk vastgesteld tijdens de aan de gang zijnde vergadering.
Art. 8.
De punten ingeschreven op de
agenda worden mondeling ingeleid, of bij middel van een samenvattende nota
opgesteld door de voorzitter of de leden.
TITEL V. - Adviezen en beslissingen
Art. 9.
De adviezen worden gegeven en
beslissingen worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Er moet
stempariteit zijn tussen de leden die de inrichtende machten vertegenwoordigen
enerzijds, en de leden die de vakverenigingen vertegenwoordigen anderzijds.
Ingeval de vertegenwoordigers van de groeperingen
der inrichtende machten en de vertegenwoordigers van de vakverenigingen, niet
in gelijk aantal aanwezig zijn op de vergadering, wordt, bij een stemming, de
pariteit hersteld door de vrijwillige onthouding van het aantal leden dat
daartoe vereist is. Mocht er zich een moeilijkheid voordoen, dan wordt de
pariteit door loting hersteld.
Art. 10.
Ingeval één of
meer leden van de minderheid wenst/wensen dat zijn/hun standpunt wordt
toegevoegd aan het verslag, stelt hij/stellen zij samen een nota op die binnen
de tien kalenderdagen na de vergadering verzonden wordt naar het secretariaat.
Deze nota wordt als minderheidsnota aan het verslag en het advies toegevoegd.
TITEL VI. - Secretariaat
Art. 11.
Het secretariaat wordt
waargenomen door de secretaris van de commissie. Hij wordt bijgestaan door
personeel van het departement Onderwijs.
Ingeval
hij afwezig of verhinderd is, wordt het secretariaat waargenomen door zijn
plaatsvervanger.
Zij maken het verslag op dat
naar de gewone en plaatsvervangende leden verzonden wordt, samen met de
oproeping voor de volgende vergadering. Indien zulks niet mogelijk is, wordt
het verslag bij het begin van de vergadering uitgedeeld.
Art. 12.
De adviezen en beslissingen
worden ondertekend door de voorzitter, of in geval van zijn afwezigheid door de
plaatsvervangende voorzitter, en door de secretaris of zijn plaatsvervanger.
Art. 13.
De secretaris zorgt voor de
bewaring van de archiefstukken. Hij wordt in zijn taak bijgestaan door het
personeel van het departement Onderwijs dat hem ter beschikking is gesteld.