OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering betreffende het
experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair
stelsel.
goedkeuringsdatum
01 MAART 2002
publicatiedatum
B.S.19/06/2002
datum laatste wijziging
01/09/2008
COORDINATIE
B.Vl.R.
12-9-2003 - B.S. 29-10-2003
B.Vl.R. 27-8-2004 - B.S.
8-12-2004
B.Vl.R. 13-1-2006 - B.S.
14-3-2006
Decr. 22-6-2007 - B.S.
21-8-2007
opgeheven door Art. 33 van ditzelfde
besluit
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs -
II, inzonderheid op artikel 46, § 1, gewijzigd bij het decreet van 14 juli
1998;
Gelet op het decreet van 9 april 1992
betreffende het onderwijs - III, inzonderheid op artikel 9, § 2, en
10;
Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende
diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging
van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs,
inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het decreet
van 20 oktober 2000 betreffende het onderwijs XII-Ensor, inzonderheid op
hoofdstuk X;
Gelet op het besluit van de Vlaamse
regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de
terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de
wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of een wachtgeldtoelage,
gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 december 1994, 9 juli
1996, 25 maart 1997, 22 september 1998, 31 augustus 1999, 4 februari 2000 en 28
augustus 2000;
Gelet op het besluit van de Vlaamse
regering van 28 augustus 2000 houdende invoering van een experimenteel
secundair onderwijs volgens een modulair stelsel;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor
begroting, gegeven op 6 juli 2001;
Gelet op het
protocol nr. 420 van 13 juli 2001 houdende de conclusies van de
onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van
Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2
van het Comité voor de provinciale en plaatselijke
overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 192
van 13 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het
overkoepelend onderhandelingscomité gesubsidieerd vrij
onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de
Vlaamse regering, op 24 juli 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de
Raad van State binnen een maand;
Gelet op advies
32.085/1 van de Raad van State, gegeven op 8 november 2001, met toepassing van
artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad
van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van
Onderwijs en Vorming;
Na
beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
Dit besluit regelt op experimentele basis
de organisatie volgens een modulair stelsel van het voltijds beroepssecundair
onderwijs, van het buitengewoon secundair beroepsonderwijs van de
opleidingsvormen 3 en 4 en van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, hierna
respectievelijk voltijds modulair onderwijs, buitengewoon modulair onderwijs en
deeltijds modulair onderwijs genoemd, zoals bedoeld in artikel 8 van het
decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het
secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997
betreffende het basisonderwijs.
Art. 2.
Voor de toepassing van dit besluit wordt
verstaan onder :
1° het besluit van [19 juli 2002] : het
besluit van de Vlaamse regering van [19 juli 2002] betreffende de organisatie
van het voltijds secundair onderwijs;
2° het besluit
inrichting : het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende
inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs;
3°
het besluit uren-leraar : het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990
tot vastlegging van het pakket "uren-leraar" in het voltijds secundair
onderwijs;
4° delibererende klassenraad in het voltijds
modulair onderwijs : de raad bedoeld in artikel 5 van het besluit van [19 juli
2002];
5° toelatingsklassenraad in het voltijds modulair
onderwijs : de raad bedoeld in artikel 3 van het besluit van [19 juli
2002];
6° klassenraad in het deeltijds modulair onderwijs :
de raad bedoeld in artikel 7, § 2, van het besluit
inrichting;
7° pedagogische begeleidingsdiensten : de
begeleidingsdiensten bedoeld in het decreet van 17 juli 1991 betreffende de
inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische
begeleidingsdiensten.
B.Vl.R.
van 12-9-2003
HOOFDSTUK II. - Bepalingen met betrekking tot het
voltijds modulair onderwijs en het deeltijds modulair
onderwijs
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 3.
Het experiment heeft betrekking
enerzijds op maximum 30 projecten waarin één of meer scholen met
de tweede en derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs en
eventueel één of meer centra voor deeltijds beroepssecundair
onderwijs zijn opgenomen en anderzijds op scholen met de vierde graad
verpleegkunde van het voltijds beroepssecundair
onderwijs.
Art. 4.
§ 1. Aan de minister, bevoegd voor
het onderwijs, wordt opdracht gegeven om op voorstel van de inrichtende machten
- en in voorkomend geval per project - de scholen en centra aan te duiden die
deelnemen aan het experiment.
§ 2. Een voorstel tot deelname is
slechts ontvankelijk indien alle volgende voorwaarden zijn vervuld
:
1° de school respectievelijk het centrum moet zich
schriftelijk engageren tot :
a) het duidelijk en objectief
informeren van ouders en leerlingen over het experiment;
b) het
organiseren van de modules waarbinnen een gedeelte van de algemene vakken, de
kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken waaronder de stages
geïntegreerd zijn;
c) het aanvaarden van de ondersteuning
door het departement onderwijs van de Vlaamse gemeenschap, eventueel in
samenspraak met de pedagogische begeleidingsdiensten;
d) het
actief participeren aan de permanente en de eindevaluatie uitgevoerd onder
toezicht van de Europese commissie en de Vlaamse
gemeenschap;
2° het voorstel dient in overeenstemming te
zijn met de afspraken die binnen de scholengemeenschap zijn gemaakt op het vlak
van de ordening van het onderwijsaanbod en op het vlak van de
leerlingenoriëntering en -begeleiding;
3° de deelname
aan het experiment mag geen aanleiding geven tot programmatie van een nieuw
studiegebied en hoeft geen aanleiding te geven tot programmatie van een
bijkomende graad.
Art. 5.
Het experiment wordt uitsluitend
georganiseerd op basis van uren die geen lesuren zijn, meer bepaald onder vorm
van bijzondere pedagogische taken. Deze bijzondere pedagogische taken worden
gelijkgesteld met een opdracht in de tweede, derde of vierde graad
beroepssecundair onderwijs, rekening houdend met het in artikel 12
gestelde.
Art. 6.
Voor de toepassing van de
omkaderingsnormen met betrekking tot de ambten van technisch
adviseur-coördinator en technisch adviseur, opgenomen in het besluit van
de Vlaamse regering van 13 november 1991 tot vaststelling van de voorwaarden
voor het oprichten van betrekkingen in de ambten van technisch adviseur en
technisch adviseur-coördinator in het voltijds secundair onderwijs worden
voor de studiegebieden en opleidingen die in het experiment zijn betrokken als
uren praktische vakken beschouwd de uren die niet als lesuren doch als
bijzondere pedagogische taken worden ingericht én, voor de toepassing
van de vigerende personeelsreglementering, gelijkgesteld worden met uren
praktische vakken.
Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor het
voltijds modulair onderwijs
Art. 7.
§ 1. Het voltijds modulair onderwijs
wordt georganiseerd per studiegebied en wijkt af van een structuur opgebouwd
uit graden en leerjaren.
De volgende studiegebieden kunnen
modulair georganiseerd worden : Auto, Bouw, Grafische technieken, Handel, Hout,
[Mode]², Koeling en warmte, Lichaamsverzorging, Mechanica-elektriciteit,
Personenzorg, Textiel, Voeding.
§ 2. Elk studiegebied bundelt een
reeks opleidingen. Eenzelfde opleiding kan in verschillende studiegebieden
voorkomen.
Elke opleiding is samengesteld uit een aantal
modules. Eenzelfde module kan in verschillende opleidingen en in verschillende
studiegebieden voorkomen.
Een studiegebied, dat als entiteit de
grondslag vormt voor opname in de financierings- of subsidiëringsregeling,
kan in een school niet gelijktijdig modulair en niet-modulair worden
aangeboden.
§ 3. De basisvorming, bedoeld in
artikel 55, §§ 3, 6 en 7, van het decreet van 31 juli 1990
betreffende het onderwijs - II, kan geheel of gedeeltelijk modulair worden
georganiseerd.
§ 4. In het voltijds modulair
onderwijs besteedt elke regelmatige leerling op school gemiddeld per week
minimum 6 en maximum 8 uren aan gedifferentieerde
onderwijsactiviteiten.
[Gelet op het feit dat in het derde
leerjaar van de derde graad 12 uren moeten worden besteed aan basisvorming, die
bestaat uit algemene vakken, wordt aan de scholen de mogelijkheid geboden voor
de betrokken leerlingen 2 tot 6 uren gedifferentieerde onderwijsactiviteiten om
te zetten in uren basisvorming. De school dient echter steeds minimaal 2 uren
gedifferentieerde onderwijsactiviteiten in te
richten.]²
§ 5. De in dit artikel bedoelde
modulaire opleidingsstructuur per studiegebied met inbegrip van de te volgen
mogelijke trajecten wordt gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. De minister,
bevoegd voor het onderwijs, bepaalt voor elke module de duurtijd, uitgedrukt in
weken per schooljaar.
In afwijking op een binnen een
studiegebied vastgelegd traject, kan een school om organisatorische redenen
steeds een instapvrije module behorend tot datzelfde studiegebied,
inrichten.
§ 6. Het voltijds modulair
onderwijsaanbod van een school, gebaseerd op de in dit artikel bedoelde
modulaire opleidingsstructuur, moet elke regelmatige leerling finaal in staat
stellen om, onverminderd de bepalingen inzake studiebekrachtiging zoals
vastgelegd in het besluit van [19 juli 2002]¹ en al dan niet binnen het
voltijds modulair onderwijs, naargelang van het geval één der
onderstaande studiebewijzen te behalen :
- een diploma van
secundair onderwijs;
- een studiegetuigschrift van het tweede
leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs;
- een
diploma in de psychiatrische verpleegkunde;
- een diploma in de
ziekenhuisverpleegkunde.
[Vanaf het schooljaar 2004-2005 wordt
het diploma in de psychiatrische verpleegkunde en het diploma in de
ziekenhuisverpleegkunde vervangen door het diploma in de
verpleegkunde.]¹
§ 7. Een regelmatige leerling kan
niet gelijktijdig twee of meer modules volgen, tenzij anders vermeld in de
opleidingsstructuur.
[ ]¹ B.Vl.R.
12-9-2003; [ ]² B.Vl.R.
van 27-8-2004
Art. 8.
§ 1. Tot het voltijds modulair
onderwijs kan als regelmatige leerling worden toegelaten, de leerling die
voldoet aan alle volgende voorwaarden :
1° de
toelatingsvoorwaarden tot het eerste leerjaar van de tweede graad van het
beroepssecundair onderwijs, bepaald in artikel 11, § 1, van het besluit
van [19 juli 2002];
2° de specifieke toelatingsvoorwaarden
tot elke afzonderlijke module die door de betrokken toelatingsklassenraad van
de school worden vastgelegd, onverminderd het in artikel 7, § 5,
gestelde.
§ 2. In afwijking van § 1,
1°, moet voor toelating tot een verpleegopleiding de leerling voldoen aan
de toelatingsvoorwaarden tot het eerste leerjaar van de vierde graad van het
beroepssecundair onderwijs, bepaald in [artikel 27 van het besluit van 19 juli
2002].
B.Vl.R.
van 12-9-2003
[Art. 8bis.
Onverminderd het in artikel 8, §
2, gestelde is regelmatige leerling van de vierde graad van het studiegebied
personenzorg, de leerling die één of meer modules volgt waarvan
de globale duurtijd, uitgedrukt in weken per schooljaar, korter is dan of
gelijk is aan de duurtijd van dat schooljaar, verlof- en vakantieperiodes
uitgezonderd.]
B.Vl.R.
van 12-9-2003
Art. 9.
De overstap van de leerling bij het
begin of in de loop van het schooljaar van het voltijds modulair naar het
voltijds niet-modulair onderwijs vindt plaats op basis van een gemotiveerde
beslissing van de toelatingsklassenraad, tenzij aan de toelatingsvoorwaarden
vastgelegd in het besluit van [19 juli 2002] wordt voldaan ingevolge het door
de leerling behaald getuigschrift van de tweede graad van het secundair
onderwijs of studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van
het secundair onderwijs.
B.Vl.R.
van 12-9-2003
Art. 10.
In het voltijds modulair onderwijs
beslist de delibererende klassenraad bij het beëindigen van een module of
de regelmatige leerling hetzij geslaagd is zonder beperkingen hetzij niet
geslaagd is. Aan de geslaagde leerling wordt een deelcertificaat uitgereikt. De
leerling die de deelcertificaten van alle modules van een opleiding heeft
behaald, ontvangt een certificaat van de desbetreffende opleiding [,
uitgezonderd in de verpleegopleiding.].
Het model van
deelcertificaat respectievelijk certificaat wordt gevoegd in bijlage 2
respectievelijk 3 bij dit besluit.
B.Vl.R.
van 12-9-2003
Art. 11.
§ 1. Worden in het voltijds modulair
onderwijs toegekend :
1° een getuigschrift van de tweede
graad van het secundair onderwijs : mits de leerling
- ten
minste twee schooljaren secundair onderwijs heeft gevolgd, en
-
de eindtermen van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs heeft
bereikt, en
- ten minste twee modules binnen eenzelfde
studiegebied met vrucht heeft beëindigd;
2° een
studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het
secundair onderwijs : mits de leerling
- ten minste vier
schooljaren secundair onderwijs heeft gevolgd, en
- de
eindtermen van de eerste twee leerjaren van de derde graad van het
beroepssecundair onderwijs heeft bereikt, en
- een bepaald
corpus binnen een studiegebied met vrucht heeft
beëindigd;
3° [een diploma van secundair onderwijs :
mits de leerling na het behalen van het getuigschrift van de tweede graad ten
minste drie schooljaren secundair onderwijs met vrucht heeft gevolgd. Voor wat
betreft de toekenning van het diploma van secundair onderwijs in de derde graad
impliceert dit tevens dat de leerling de eindtermen heeft bereikt van het derde
leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs en een bepaald
corpus binnen een studiegebied met vrucht heeft beëindigd; voor wat
betreft de toekenning van het diploma van secundair onderwijs in de vierde
graad impliceert dit tevens dat de leerling de eerste twee modules van de
verpleegopleiding met vrucht heeft beëindigd;]
4° een
studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair
onderwijs, ingericht onder de vorm van een specialisatiejaar : mits de
leerling
- ten minste vijf schooljaren secundair onderwijs
heeft gevolgd, en
- de eindtermen van het derde leerjaar van de
derde graad van het beroepssecundair onderwijs heeft bereikt,
en
- een bepaald corpus binnen een studiegebied met vrucht
heeft beëindigd;
5° [een diploma in de psychiatrische
verpleegkunde (tot en met het schooljaar 2003-2004), een diploma in de
ziekenhuisverpleegkunde (tot en met het schooljaar 2003-2004) respectievelijk
een diploma in de verpleegkunde (vanaf het schooljaar 2004-2005) : mits de
leerling de overeenkomstige opleiding met vrucht heeft
beëindigd;]
[6°] een getuigschrift over de basiskennis
van het bedrijfsbeheer : mits de leerling het certificaat van basiskennis van
het bedrijfsbeheer heeft behaald en derhalve beantwoordt aan de bepalingen van
artikel 48 van het besluit van 13 maart 1991.
§ 2. Onder corpus, bedoeld in §
1, 2° tot en met 4°, wordt een bepaalde afgeronde verzameling van
modules verstaan die staat voor hetzij één volledige opleiding
hetzij een combinatie van meerdere volledige opleidingen. In bijlage 5 bij dit
besluit worden, per studiegebied en onder verwijzing naar het overeenkomstig
certificaat, die opleidingen van de modulaire opleidingsstructuur vermeld die
als corpora worden aangeduid.
§ 3. In het model, opgenomen in de
bijlage 7 van het besluit van [19 juli 2002], wordt :
1° in
de aanhef de rubriek "Studierichting" vervangen door achtereenvolgens de
rubriek "Studiegebied" en de rubriek "Modules";
2° in
2° de woorden "en studierichting" vervangen door de woorden ",studiegebied
en modules".
§ 4. In het model, opgenomen in de
[bijlage 10 respectievelijk 11 van het besluit van 19 juli 2002], wordt
:
1° in de aanhef de rubriek "Studierichting" vervangen
door de rubriek "Modulaire opleiding";
2° in 2° het
woord "studierichting" vervangen door de woorden "Modulaire
opleiding".
§ 5. In het model, opgenomen in de
[bijlage 12 van het besluit van 19 juli 2002], wordt in 3° het woord
"studierichting" vervangen door de woorden "Modulaire opleiding" en wordt in
diezelfde bijlage onder de onderrichtingen voor het invullen het punt (3) als
volgt vervangen : (3) 'de modulaire opleiding', gevolgd door de betrokken
benaming.
B.Vl.R.
van 12-9-2003
Art. 12.
Binnen een studiegebied zal gedurende
de organisatie van het voltijds modulair onderwijs de verhouding tussen de
praktische vakken en de andere vakken in de betrokken school in beginsel
dezelfde zijn als de verhouding tijdens het schooljaar onmiddellijk voorafgaand
aan deze organisatie.
Art. 13.
In afwijking van de groepen van
disciplines en de overeenstemmende coëfficiënten, bedoeld in artikel
4, § 1, f), respectievelijk § 2, 6., eerste lid, van het besluit
uren-leraar en onverminderd de overige bepalingen van dit besluit, worden voor
het voltijds modulair onderwijs de volgende coëfficiënten vastgelegd
:
Studiegebied auto :
- alle modules leidend
tot het certificaat van vrachtwagenchauffeur en de vervolgmodules :
3,70
- alle overige modules : 3,05
Studiegebied
bouw :
- alle modules leidend tot het certificaat van
schilder-decorateur : 2,65
- alle overige modules :
3,05
Studiegebied grafische technieken :
- alle
modules : 2,85
Studiegebied handel :
- alle
modules : 2,45
Studiegebied hout :
- alle
modules : 3,05
Studiegebied [mode]² :
-
alle modules : 2,75
Studiegebied koeling en warmte
:
- alle modules : 3,05
Studiegebied
lichaamsverzorging :
- alle modules :
2,75
Studiegebied mechanica-elektriciteit :
-
alle modules leidend tot een certificaat in de elektriciteit :
2,65
- alle overige modules : 3,05
Studiegebied
personenzorg :
- alle modules leidend tot [het diploma in de
psychiatrische verpleegkunde, in de ziekenhuisverpleegkunde of in de
verpleegkunde]¹ : 3,80
- alle overige modules :
2,55
Studiegebied textiel :
- alle modules :
3,05
Studiegebied voeding :
- alle modules :
2,65
Ongeacht het studiegebied waarin ondergebracht
:
- de modules basis elektriciteit, basis lassen en basis
metaal : 3,05
- de module heftruckchauffeur :
3,70.
[ ]¹ B.Vl.R.
12-9-2003; [ ]² B.Vl.R.
van 27-8-2004
[Art. 13bis.
§ 1. [[Voor toepassing van de
omkaderingsnormen voor de diverse personeelscategorieën, voor de bepaling
van de werkings- en andere financiële middelen en voor de toepassing van
de programmatie- en rationalisatienormen, gelden met betrekking tot de vierde
graad van het studiegebied personenzorg de volgende principes
:
1) er worden twee tellingsdata gehanteerd : 15 januari en 15
juni, telkenmale van het schooljaar voorafgaand aan het betrokken schooljaar;
indien een tellingsdatum op een lesvrije dag valt - waarbij een voor de school
facultatieve vakantiedag of pedagogische studiedag buiten beschouwing wordt
gelaten -, dan wordt de eerstvolgende lesdag erna als tellingsdatum genomen,
en
2) elke leerling, bedoeld in artikel 8bis, wordt op de
tellingsdatum naar rata van 1/2 leerling in aanmerking
genomen.]]
§ 2. De bepalingen van § 1 zijn
niet van toepassing op :
1° de ambten van technisch
adviseur-coördinator en technisch adviseur;
2° de
middelen voor nascholing.]
B.Vl.R. 12-9-2003; [[
]] B.Vl.R.
van 27-8-2004
Art. 14.
[Met het oog op de implementatie van
het experiment tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt aan elke school voor
voltijds gewoon secundair onderwijs de volgende extra personeelsomkadering
toegekend :
a) één vijfde van een betrekking in
een ambt naar keuze van de inrichtende macht per studiegebied dat tijdens het
betrokken schooljaar volledig modulair wordt georganiseerd;
b)
0,20 uren-leraar per regelmatige leerling in het experiment op 1 februari
2007.
Voor de toepassing van deze bepalingen wordt de vierde
graad van het studiegebied personenzorg buiten beschouwing gelaten.]
Decr.
van 22-6-2007
Afdeling 3. - Specifieke bepalingen voor het
deeltijds modulair onderwijs
Art. 15.
§ 1. Het deeltijds modulair onderwijs
wordt georganiseerd per studiegebied en wijkt af van een structuur bestaande
uit graden.
De volgende studiegebieden kunnen modulair
georganiseerd worden : Auto, Bouw, Grafische technieken, Handel, Hout, [Mode],
Koeling en warmte, Lichaamsverzorging, Mechanica-elektriciteit, Personenzorg,
Textiel,
Voeding.
B.Vl.R.
van 27-8-2004
§ 2. Elk studiegebied bundelt een
reeks opleidingen. Eenzelfde opleiding kan in verschillende studiegebieden
voorkomen.
Elke opleiding is samengesteld uit een aantal
modules. Eenzelfde module kan in verschillende opleidingen en in verschillende
studiegebieden voorkomen.
Eenzelfde opleiding kan in een
centrum niet gelijktijdig modulair en niet-modulair worden
aangeboden.
§ 3. De in dit artikel bedoelde
modulaire opleidingsstructuur per studiegebied met inbegrip van de te volgen
mogelijke trajecten wordt gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. Binnen het
deeltijds modulair onderwijs wordt voor de modules geen duurtijd
bepaald.
§ 4. Een regelmatige leerling kan
niet gelijktijdig twee of meer modules volgen, tenzij anders vermeld in de
opleidingsstructuur.
Art. 16.
Voor de toelating als regelmatige
leerling tot het deeltijds modulair onderwijs dient rekening gehouden met de
specifieke toelatingsvoorwaarden tot elke afzonderlijke module die,
onverminderd het in artikel 15, § 3, gestelde, door het centrum worden
vastgelegd.
Art. 17.
De overstap van de leerling bij het
begin of in de loop van het schooljaar van het deeltijds modulair naar het
deeltijds niet-modulair onderwijs vindt plaats op basis van een gemotiveerde
beslissing van het centrum, tenzij aan de toelatingsvoorwaarden vastgelegd in
het besluit inrichting wordt voldaan ingevolge het door de leerling behaald
studiegetuigschrift van de tweede graad van het deeltijds beroepssecundair
onderwijs [of het getuigschrift van de tweede graad van het secundair
onderwijs.]
B.Vl.R.
van 27-8-2004
Art. 18.
In het deeltijds modulair onderwijs
beslist de klassenraad bij het beëindigen van een module of de regelmatige
leerling hetzij geslaagd is hetzij niet geslaagd is. Aan de geslaagde leerling
wordt een deelcertificaat uitgereikt, aan de niet geslaagde leerling een attest
van verworven competenties. De leerling die de deelcertificaten van alle
modules van een opleiding heeft behaald, ontvangt een certificaat van de
desbetreffende opleiding.
Het model van deelcertificaat,
certificaat respectievelijk attest van verworven competenties wordt gevoegd in
bijlage 2, 3 respectievelijk 4 bij dit besluit.
Art. 19.
Worden in het deeltijds modulair
onderwijs toegekend :
1° [een getuigschrift van de tweede
graad van het secundair onderwijs : mits de leerling voldoet aan alle
voorwaarden voor toekenning van desbetreffend getuigschrift zoals bepaald in
het besluit inrichting;]
2° [...]
3°
een kwalificatiegetuigschrift van het deeltijds beroepssecundair onderwijs :
mits de leerling in het bezit is van een of meer deelcertificaten, uitgezonderd
deelcertificaten van modules basis, dat (die) volgens het betrokken centrum
voor deeltijds beroepssecundair onderwijs noodzakelijk is (zijn) om recht te
geven op een kwalificatiegetuigschrift;
4° een
getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer : mits de leerling het
certificaat van basiskennis van het bedrijfsbeheer heeft behaald en derhalve
beantwoordt aan de bepalingen van artikel 9, § 2, van het besluit
inrichting.
B.Vl.R.
van 27-8-2004
Art. 20.
[Met het oog op de implementatie van
het experiment tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt aan elk centrum voor
deeltijds beroepssecundair onderwijs de volgende extra personeelsomkadering
toegekend :
a) één vijfde van een betrekking in
een ambt naar keuze van de inrichtende macht per studiegebied dat tijdens het
betrokken schooljaar volledig modulair wordt georganiseerd;
b)
0,20 uren-leraar per regelmatige leerling in het experiment op 1 februari 2007
voorbehouden voor leerlingenbegeleiding onder vorm van trajectbegeleiding,
georiënteerd naar werkplek-leren.]
Decr.
van 22-6-2007
HOOFDSTUK III. - Bepalingen met betrekking tot het
buitengewoon modulair onderwijs
Art. 21.
Het buitengewoon modulair onderwijs heeft
betrekking op 3 projecten waarin één of meer scholen voor
buitengewoon secundair beroepsonderwijs van opleidingsvorm 3 en eventueel
één of meer scholen voor buitengewoon secundair beroepsonderwijs
van opleidingsvorm 4 zijn opgenomen.
In het buitengewoon
modulair onderwijs worden de opleidingsfase en de kwalificatiefase voor wat
betreft de opleidingsvorm 3 en de tweede en de derde graad voor wat betreft de
opleidingsvorm 4 betrokken.
Art. 22.
Artikel 4, § 1 en § 2, 1° is
eveneens van toepassing op het buitengewoon modulair onderwijs van
opleidingsvorm 3 en opleidingsvorm 4.
Art. 23.
§ 1. Het buitengewoon modulair onderwijs
van opleidingsvorm 3 wordt georganiseerd per studiegebied. De volgende
studiegebieden kunnen modulair georganiseerd worden : Auto, Bouw, Grafische
technieken, Handel, Hout, [Mode], Koeling en warmte, Lichaamsverzorging,
Mechanica-elektriciteit, Personenzorg, Textiel, Voeding.
Een
studiegebied kan in een school niet gelijktijdig modulair en niet-modulair als
afdeling worden
georganiseerd.
B.Vl.R.
van 27-8-2004
§ 2. Elk studiegebied bundelt een reeks
van opleidingen. Eenzelfde opleiding kan in verschillende studiegebieden
voorkomen.
Elke opleiding is samengesteld uit een aantal
modules. Eenzelfde module kan in verschillende opleidingen en in verschillende
studiegebieden voorkomen.
§ 3. Binnen het buitengewoon modulair
onderwijs van opleidingsvorm 3 kan voor sommige leerlingen, op basis van
handelingsplanning, een instapeenheid worden georganiseerd. Een instapeenheid
bevat de meest elementaire kennis en vaardigheden die noodzakelijk worden
geacht om één van de modules te kunnen
aanvatten.
§ 4. De algemene en sociale vorming kan
geheel of gedeeltelijk modulair worden georganiseerd.
§ 5. De in dit artikel bedoelde modulaire
opleidingsstructuur per studiegebied met inbegrip van de te volgen trajecten
doch zonder instapeenheden, wordt gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. De duur
van elke module wordt door de klassenraad bepaald en is aangepast aan de
individuele leerling op basis van handelingsplanning.
§ 6. Een regelmatige leerling kan niet
gelijktijdig twee of meer modules volgen, tenzij anders vermeld in de
opleidingsstructuur.
§ 7. Bij de organisatie van het
buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 3 is de verhouding tussen de
algemene en sociale vorming en de beroepsgerichte vorming in beginsel dezelfde
als tijdens het schooljaar onmiddellijk voorafgaand aan deze
organisatie.
Art. 24.
§ 1. De bepalingen van artikel 10 zijn
eveneens van toepassing op het buitengewoon modulair onderwijs van
opleidingsvorm 3, met uitzondering van het begrip "delibererende klassenraad",
dat in dit artikel vervangen wordt door het begrip
"klassenraad".
§ 2. In het buitengewoon modulair
onderwijs van opleidingsvorm 3 wordt een kwalificatiegetuigschrift toegekend,
mits de leerling :
- de opleidingsfase en de kwalificatiefase
van deze opleidingsvorm heeft gevolgd;
- ten minste
één module met vrucht heeft beëindigd, waarbij de modules
basis buiten beschouwing worden gelaten.
Art. 25.
§ 1. De bepalingen van artikel 7 zijn
eveneens van toepassing op het buitengewoon modulair onderwijs van
opleidingsvorm 4, met uitzondering van § 5, eerste lid, tweede
zin.
§ 2. De bepalingen van artikel 8, §
1, 1° en 2°, eerste lid, 9, 10, 11 en 12 zijn eveneens van toepassing
op het buitengewoon modulair onderwijs van opleidingsvorm 4, met uitzondering
van de begrippen "toelatingsklassenraad" en "delibererende klassenraad", die in
deze artikelen vervangen worden door het begrip
"klassenraad".
§ 3. Toepassing van de bepalingen van
artikel 8, § 1, doet, voor wat betreft het buitengewoon secundair
onderwijs van opleidingsvorm 4, geen afbreuk aan de gewone
toelatingsvoorwaarden tot deze vorm van
onderwijs.
Art. 26.
[Met het oog op de implementatie van het
experiment tijdens het schooljaar 2007-2008 wordt aan elke school voor
buitengewoon secundair onderwijs de volgende extra personeelsomkadering
toegekend :
a) één vijfde van een betrekking in
een ambt naar keuze van de inrichtende macht per studiegebied dat tijdens het
betrokken schooljaar volledig modulair wordt georganiseerd;
b)
0,20 uren-leraar per regelmatige leerling in het experiment op 1 februari
2007.]
Decr.
van 22-6-2007
Art. 27.
Voor de toepassing van de
omkaderingsnormen met betrekking tot de ambten van technisch
adviseur-coördinator en technisch adviseur, opgenomen in het koninklijk
besluit nr. 65 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten
van het bestuurs- en onderwijzend personeel worden bepaald in inrichtingen voor
buitengewoon onderwijs, worden voor de studiegebieden en opleidingen die in het
experiment zijn betrokken als uren beroepsgerichte vorming beschouwd, de uren
die niet als lesuren doch als bijzondere pedagogische taken worden
georganiseerd en, voor de toepassing van de vigerende personeelsreglementering,
gelijkgesteld worden met lesuren beroepsgerichte
vorming.
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen met betrekking tot het
personeel
Art. 28.
In artikel 25bis van het besluit van de
Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen,
de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie,
de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage,
vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 1999, wordt
§ 2 vervangen door wat volgt : ...
Art. 29.
In artikel 25ter van hetzelfde besluit,
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 1999, wordt
§ 2 vervangen door wat volgt : ...
Art. 30.
In artikel 26 van hetzelfde besluit,
gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 september 1998 en 31
augustus 1999, wordt § 1bis vervangen door wat volgt :
...
Art. 31.
In artikel 45 van hetzelfde besluit,
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 1999, wordt
punt 4 vervangen door wat volgt : ...
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 32.
Het besluit van de Vlaamse regering van 28
augustus 2000 houdende invoering van een experimenteel secundair onderwijs
volgens een modulair stelsel wordt opgeheven.
Art. 33.
Dit besluit treedt in werking op 1
september 2001 en houdt op uitwerking te hebben op [31 augustus
2008].
Decr.
van 22-6-2007
Art. 34.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.
BIJLAGEN
Bijlage 1 bij het besluit
betreffende het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair
stelsel
OPLEIDINGSSTRUCTUUR
Bijlage 2 bij het
besluit betreffende het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair
stelsel
MODEL VAN DEELCERTIFICAAT
Bijlage 3
bij het besluit betreffende het experimenteel secundair onderwijs volgens een
modulair stelsel
MODEL VAN DEELCERTIFICAAT
Bijlage 4 bij het besluit betreffende het experimenteel
secundair onderwijs volgens een modulair stelsel
MODEL VAN
ATTEST VAN VERWORVEN COMPETENTIES
Bijlage 5 bij het besluit
betreffende het experimenteel secundair onderwijs volgens een modulair
stelsel
CORPORA
Bijlagen 1 en
5 zijn gewijzigd bij B.Vl.R. 12-9-2003
Bijlagen 1 en 5 zijn
gewijzigd bij B.Vl.R. 27-8-2004
In bijlage 1 wordt de
opleidingsstructuur van het studiegebied "hout" vervangen bij B.Vl.R.
13-1-2006