Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling en
indeling van de ambten in het buitengewoon onderwijs
goedkeuringsdatum
24 JANUARI 2003
publicatiedatum
B.S.11/04/2003
datum laatste wijziging
01/12/2023
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 05/12/2003 (B.S. 11/02/2004)
(2)
B.Vl.R. van 30/09/2005 (B.S. 16/11/2005)
(3)
B.Vl.R. van 01/09/2006 (B.S. 05/12/2006)
(4)
B.Vl.R. van 08/09/2006 (B.S. 24/11/2006)
(5)
B.Vl.R. van 17/12/2010 (B.S. 24/06/2011)
(6)
B.Vl.R. van 21/11/2014 (B.S. 14/01/2015)
(7)
B.Vl.R. van 28/10/2016 (B.S. 29/12/2016)
(8)
B.Vl.R. van 03/09/2021 (B.S. 14/10/2021)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten
van de Vlaamse Regering over ICT-coördinatie ;
(9)
B.Vl.R. van 22/04/2022 (B.S. 22/09/2022)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen uit cao V voor de basiseducatie, cao VI voor het hoger onderwijs en cao XII voor de andere onderwijsniveaus die uitwerking hebben op 1 september 2021 en 1 januari 2022 ;
(10)
B.Vl.R. van 14/07/2023 (B.S. 31/08/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de onderwijsinternaten ;
(11)
B.Vl.R. van 15/09/2023 (B.S. 01/12/2023)
detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt ;
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de
rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs,
inzonderheid op artikel 3, 9°; Gelet op het decreet van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd
onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op
artikel 5, 11°;
Gelet op het besluit van de
Vlaamse regering van 27 juni 1990 tot vaststelling en indeling van de ambten in
het buitengewoon onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering
van 13 mei 1992 en 17 juni 1997;
Gelet op het
besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1990 tot vaststelling en
indeling van de ambten van de leden van het opvoedend hulppersoneel van de
onderwijsinstellingen, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering
van 19 oktober 1994 en 28 augustus 2000;
Gelet op
het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 2
juli 2002;
Gelet op protocol nr. 475 van 19 juli
2002 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de
gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling
"Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale
en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op
protocol nr. 243 van 19 juli 2002 houdende de conclusies van de
onderhandelingen gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité
bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van
onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse
regering, op 19 juli 2002 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van
State binnen een maand;
Gelet op advies 33.952/1
van de Raad van State, gegeven op 24 oktober 2002, met toepassing van artikel
84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs
en Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.
§ 1. Dit besluit is van toepassing op de
leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het paramedisch personeel,
het sociaal personeel, het orthopedagogisch personeel, het psychologisch
personeel, het medisch personeel,
[het beleids- en ondersteunend
personeel,]
het opvoedend hulppersoneel en het administratief personeel,
[het ondersteunend personeel,]
die tewerkgesteld zijn in instellingen
voor buitengewoon onderwijs die worden gefinancierd of gesubsidieerd door de
Vlaamse Gemeenschap.
§ 2. Dit besluit is niet van toepassing
op de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel :
1° die een wervingsambt uitoefenen in de opleidingsvorm 4;
2° die een selectie- of bevorderingsambt uitoefenen in
instellingen waar uitsluitend de opleidingsvorm 4 wordt georganiseerd, met
uitzondering van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs van type
5 die opgericht zijn vanaf 1 september 1986 volgens
[artikel 288 van de codificatie
betreffende het secundair
onderwijs]
.
HOOFDSTUK II. - Ambten in het buitengewoon
basisonderwijs
Art. 2.
De ambten die de leden van het bestuurs-
en onderwijzend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon basisonderwijs,
worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) kleuteronderwijzer algemene en sociale
vorming;
b) onderwijzer algemene en sociale vorming;
c) leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit
lichamelijke opvoeding;
d) leermeester algemene en sociale
vorming, compensatietechniek-braille in type 6;
e) leermeester
godsdienst;
f) leermeester niet-confessionele
zedenleer;
2° selectieambten :
nihil;
3° bevorderingsambten :
a) directeur;
b) directeur van een medisch-pedagogisch instituut
gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 3.
De ambten die de leden van het paramedisch
personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als
volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) ergotherapeut;
b) kinderverzorger;
c) kinesitherapeut;
d) logopedist;
e) verpleger;
2° selectieambten :
nihil;
3° bevorderingsambten :
nihil.
Art. 4.
De ambten die de leden van het sociaal
personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als
volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) maatschappelijk werker;
2°
selectieambten :
nihil;
3°
bevorderingsambten :
nihil.
Art. 5.
De ambten die de leden van het
psychologisch personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen,
worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) psycholoog;
2°
selectieambten :
nihil;
3°
bevorderingsambten :
nihil.
Art. 6.
De ambten die de leden van het
orthopedagogisch personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen
uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) orthopedagoog;
2°
selectieambten :
nihil;
3°
bevorderingsambten :
nihil.
Art. 7.
De ambten die de leden van het medisch
personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als
volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) arts;
2° selectieambten :
nihil
3° bevorderingsambten :
nihil.
[
Art. 7bis.
De ambten die de leden van het beleids- en
ondersteunend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon basisonderwijs
worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) administratief
medewerker;
b)
[ICT-coördinator]
;
[c)
zorg-coördinator;]
[d) beleidsondersteuner.]
2°
selectieambten:
[adjunct-directeur.]
3°
bevorderingsambten
nihil
]
Art. 8.
[...]
Art. 9.
[...]
Art. 10.
§ 1. De ambten die de leden van het paramedisch personeel kunnen uitoefenen in de semi-internaten, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld:
1° wervingsambten:
a) ergotherapeut;
b) kinderverzorger;
c) kinesitherapeut;
d) logopedist;
2° selectieambten:
nihil;
3° bevorderingsambten:
nihil.
§ 2. De ambten die de leden van het psychologisch personeel kunnen uitoefenen in de semi-internaten, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld:
1° wervingsambten:
a) orthopedagoog;
b) psycholoog;
c) pedagoog;
2° selectieambten:
nihil;
3° bevorderingsambten:
nihil.
§ 3. De ambten die de leden van het opvoedend hulppersoneel kunnen uitoefenen in de semi-internaten worden als volgt vastgesteld en ingedeeld:
1° wervingsambten:
a) opvoeder;
2° selectieambten:
a) hoofdopvoeder;
3° bevorderingsambten:
nihil.
§ 4. De ambten die de leden van het administratief personeel kunnen uitoefenen in de semi-internaten worden als volgt vastgesteld en ingedeeld:
1° wervingsambten:
a) klerk-typist;
b) opsteller;
2° selectieambten:
nihil;
3° bevorderingsambten:
nihil.
Art. 11.
[...]
HOOFDSTUK III. - Ambten in het buitengewoon secundair
onderwijs
Art. 12.
De ambten die de leden van het bestuurs-
en onderwijzend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon secundair
onderwijs, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) leraar algemene en sociale vorming;
b) leraar algemene en sociale vorming, specialiteit
lichamelijke opvoeding;
c) leraar algemene en sociale vorming,
compensatietechniek-braille in type 6;
d) leraar
beroepsgerichte vorming;
e) leraar niet-confessionele
zedenleer;
f) godsdienstleraar;
2°
selectieambten :
a) technisch adviseur;
b)
adjunct-directeur;
3° bevorderingsambten :
a) technisch adviseur-coördinator;
b)
directeur.
Art. 13.
De ambten die de leden van het paramedisch
personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als
volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) ergotherapeut;
b) kinderverzorger;
c) kinesitherapeut;
d) logopedist;
e) verpleger;
2° selectieambten :
nihil;
3° bevorderingsambten :
nihil.
Art. 14.
De ambten die de leden van het sociaal
personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als
volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) maatschappelijk werker;
2°
selectieambten :
nihil;
3°
bevorderingsambten :
nihil.
Art. 15.
De ambten die de leden van het
psychologisch personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen
uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) psycholoog;
2°
selectieambten :
nihil;
3°
bevorderingsambten :
nihil.
Art. 16.
De ambten die de leden van het
orthopedagogisch personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen
uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) orthopedagoog;
2°
selectieambten :
nihil;
3°
bevorderingsambten :
nihil.
Art. 17.
De ambten die de leden van het medisch
personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als
volgt vastgesteld en ingedeeld :
1° wervingsambten :
a) arts;
2° selectieambten :
nihil.
3° bevorderingsambten :
nihil.
Art. 18.
[...]
Art. 19.
[
De ambten die de leden van het
administratief personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen
uitoefenen, worden als volgt vastgelegd en ingedeeld :
1°
wervingsambten :
a) bode-kamerbewaarder;
2°
selectieambten :
a) nihil
3°
bevorderingsambten :
a) nihil.
]
[
Art. 19bis.
De ambten die de leden van het
ondersteunend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon secundair
onderwijs bestaan uit de volgende wervingsambten :
1°
administratief medewerker;
2°
opvoeder.
[3° ICT-coördinator]
]
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen
Art. 20.
De ambten opgesomd, in artikel 2 van dit
besluit vervangen, de volgende ambten :
1) Het wervingsambt
van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming vervangt het wervingsambt
van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming in het buitengewoon
kleuteronderwijs en het wervingsambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale
vorming in het buitengewoon basisonderwijs;
2° Het
wervingsambt van onderwijzer algemene en sociale vorming vervangt de
wervingsambten van onderwijzer algemene en sociale vorming in het buitengewoon
lager onderwijs en van onderwijzer algemene en sociale vorming in het
buitengewoon basisonderwijs;
3° Het wervingsambt van
leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding
vervangt de wervingsambten van leermeester algemene en sociale vorming,
specialiteit lichamelijke opvoeding in het buitengewoon lager onderwijs en van
leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding in
het buitengewoon basisonderwijs;
4° Het wervingsambt van
leermeester algemene en sociale vorming compensatietechniek- braille in type 6
vervangt de wervingsambten van leermeester algemene en sociale vorming
compensatietechniek-braille in type 6 van het buitengewoon kleuteronderwijs,
van leermeester algemene en sociale vorming compensatietechniek- braille in
type 6 van het buitengewoon lager onderwijs en van leermeester algemene en
sociale vorming compensatietechniek-braille in type 6 van het buitengewoon
basisonderwijs;
5° Het wervingsambt van leermeester
godsdienst vervangt de wervingsambten van leermeester godsdienst in het
buitengewoon lager onderwijs en van leermeester godsdienst in het buitengewoon
basisonderwijs;
6° Het wervingsambt van leermeester
niet-confessionele zedenleer vervangt de wervingsambten van leermeester
niet-confessionele zedenleer in het buitengewoon lager onderwijs en van
leermeester niet-confessionele zedenleer in het buitengewoon basisonderwijs;
7° Het bevorderingsambt van directeur vervangt de
bevorderingsambten van directeur in het buitengewoon kleuteronderwijs, van
directeur in het buitengewoon lager onderwijs, van directeur in het
buitengewoon basisonderwijs;
8° Het bevorderingsambt van
directeur van een medisch-pedagogisch instituut gefinancierd door de Vlaamse
Gemeenschap vervangt het bevorderingsambt van directeur van een
medisch-pedagogisch instituut van de Vlaamse Gemeenschap.
[
Art. 20bis.
Het wervingsambt van ICT-coördinator
vervangt de wervingsambten van administratief medewerker of beleidsmedewerker,
ingericht op basis van
[artikel VI.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs]
, en/of ingericht op
basis van de puntenenveloppe toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt
voor ICT, als vermeld in artikel
125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari
1997.
Het wervingsambt van zorg-coördinator vervangt het
wervingsambt van beleidsmedewerker, ingericht op basis van de puntenenveloppe,
toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor zorg, als vermeld in
artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari
1997.
]
Art. 21.
De ambten, opgesomd in artikel 3 van dit
besluit, vervangen de volgende ambten :
1° Het ambt van
kinderverzorger vervangt de ambten van kinderverzorger die uitgeoefend werden
in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs;
2°
Het ambt van verpleger vervangt de ambten van verpleger die uitgeoefend werden
in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs;
3°
Het ambt van kinesitherapeut vervangt de ambten van kinesitherapeut die
uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs;
4° Het ambt van logopedist vervangt de ambten van
logopedist die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en
basisonderwijs;
5° Het ambt van ergotherapeut vervangt de
ambten van ergotherapeut die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-,
lager en basisonderwijs.
Art. 22.
Het ambt van maatschappelijk werker
vervangt de ambten van maatschappelijk werker die uitgeoefend werden in het
buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs.
Art. 23.
Het ambt van psycholoog vervangt de ambten
van psycholoog die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en
basisonderwijs.
Art. 24.
Het ambt van orthopedagoog vervangt het
ambt van orthopedagoog dat de leden van het psychologisch personeel uitoefenden
in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs.
Art. 25.
Het ambt van arts vervangt de ambten van
arts die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en
basisonderwijs.
Art. 26.
§ 1. Het ambt van technisch adviseur
vervangt het ambt van werkmeester.
§ 2. Het ambt van adjunct-directeur
vervangt het ambt van onderdirecteur.
§ 3. Het ambt van technisch
adviseur-coördinator vervangt het ambt van werkplaatsleider.
Art. 27.
De personeelsleden die vóór
de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in dienst waren in
één van de ambten die door dit besluit worden vervangen, worden
geacht zich in het nieuwe ambt in dezelfde administratieve toestand te
bevinden, als in het ambt dat vervangen wordt. De diensten, gepresteerd in het
opgeheven ambt, worden geacht te zijn gepresteerd in het vervangende ambt.
[
Art. 27bis.
[...]
De personeelsleden
die op 31 augustus 2005 vastbenoemd zijn in het ambt van administratief
medewerker op basis van
[artikel VI.4 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs]
behouden het
voordeel van de weddenschaal verbonden aan het door hen op 31 augustus 2005
uitgeoefende ambt.
]
[
Art. 27ter.
[...]
]
Art. 28.
De personeelsleden die op 31 augustus 2002
vastbenoemd en als dusdanig erkend zijn, daar waar de erkenning bestaat, hetzij
gelijkgesteld zijn met de vastbenoemde of definitief erkende personeelsleden in
een selectieambt van kleuteronderwijzeres aan een oefenschool worden op 1
september 2002 beschouwd zich te bevinden in dezelfde statutaire toestand als
voor het wervingsambt van respectievelijk kleuteronderwijzer algemene en
sociale vorming en onderwijzer algemene en sociale vorming. Zij behouden de
weddenschaal die zij verworven hadden in het selectieambt. Zij blijven ertoe
gehouden verder de verplichtingen na te komen, verbonden aan dit
selectieambt.
Art. 29.
De op 31 augustus 2002 bestaande
betrekkingen van het wervingsambt van bijzonder leermeester heilgymnastiek,
bijzonder leermeester logopedie, bijzonder leermeester inwijding in de muziek,
leermeester bijzondere vakken, met uitzondering van lichamelijke opvoeding, en
de op dezelfde datum bestaande betrekkingen van het selectieambt van
leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool, andere specialiteiten
dan lichamelijke opvoeding, blijven behouden tot op de dag dat de titularis de
betrekking definitief verlaat. Zij blijven de weddenschaal behouden die zij
verworven hadden. Indien zij de weddenschaal van een selectieambt genoten,
blijven zij ertoe gehouden de verplichtingen die verbonden zijn aan dit
selectieambt na te komen.
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen
Art. 30.
Artikel 1 en 2 van het besluit van de
Vlaamse regering van 19 december 1990 tot vaststelling en indeling van de
ambten van de leden van het opvoedend hulppersoneel van de
onderwijsinstellingen worden, voor wat het buitengewoon basisonderwijs en het
buitengewoon secundair onderwijs betreft, opgeheven.
Art. 31.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27
juni 1990 tot vaststelling en indeling van de ambten in het buitengewoon
onderwijs wordt opgeheven.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 32.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang
van 1 september 2002.
Art. 33.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.