1.
Wat houdt deze splitsing van het leergebied wereldoriëntatie in?
Het leergebied wereldoriëntatie is momenteel één van de leergebieden in het gewoon kleuter- en het gewoon lager onderwijs. Vanaf 1 september 2015 (schooljaar 2015-2016) wordt dit leergebied opgesplitst in twee nieuwe leergebieden, namelijk "wetenschappen en techniek" en "mens en maatschappij".
2.
Veranderen ook de eindtermen wereldoriëntatie naar aanleiding van deze splitsing?
Momenteel is er geen inhoudelijke wijziging aan de ontwikkelingsdoelen en eindtermen wereldoriëntatie. De ontwikkelingsdoelen en eindtermen wereldoriëntatie worden vanaf 1 september 2015 opgesplitst over de twee nieuwe leergebieden. Deze opsplitsing, en bijgevolg de vanaf 1 september 2015 geldende ontwikkelingsdoelen en eindtermen "wetenschappen en techniek" en "mens en maatschappij", vindt u op de website van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV):
Moeten de leerplannen aangepast worden ten gevolge van de splitsing van wereldoriëntatie?
Vanuit de regelgeving is er geen koppeling tussen leerplannen en leergebieden. Er is enkel een koppeling tussen de eindtermen en de leerplannen. Aangezien de eindtermen niet wijzigen naar aanleiding van de splitsing van het leergebied wereldoriëntatie, veroorzaakt de splitsing ook geen nood aan nieuwe leerplannen. Het staat de onderwijsverstrekkers uiteraard vrij om hun leerplannen wel af te stemmen op de splitsing.
3.
Waarom wordt deze splitsing van het leergebied wereldoriëntatie ingevoerd?
Deze maatregel vloeit voort uit het masterplan hervorming secundair onderwijs. Dit masterplan bevat ook een aantal maatregelen voor het basisonderwijs. De splitsing van het leergebied wereldoriëntatie kadert in de krachtlijn van het masterplan voor een sterker curriculum voor het basisonderwijs, met bijzondere aandacht voor het Nederlands (zie Omzendbrief BaO/2014/01, Screening niveau onderwijstaal, taaltraject en taalbad in het gewoon lager onderwijs) en voor techniek en wetenschappen.
4.
Wat is het voordeel van een splitsing van het leergebied wereldoriëntatie?
Een splitsing van het huidig leergebied wereldoriëntatie in twee leergebieden, enerzijds wetenschappen en techniek, anderzijds mens en maatschappij, zorgt ervoor dat wetenschappen en techniek veel zichtbaarder worden in het curriculum basisonderwijs. Dit maakt beide inhouden ook "tastbaarder".
Een verhoogde zicht- en tastbaarheid van wetenschappen en techniek benadrukt het belang van deze inhouden in het curriculum basisonderwijs en maakt het mogelijk dat basisscholen er gerichter op focussen. Het laat ook toe dat leerkrachten zich gerichter professionaliseren en op zoek gaan naar een didactiek die zich specifiek richt op dit nieuwe leergebied en die hen in staat stelt om leerlingen de noodzakelijke basiskennis, vaardigheden en attitudes ter zake bij te brengen. Het kan lerarenopleidingen basisonderwijs en nascholingsorganisaties ertoe aanzetten om extra aandacht te besteden aan wetenschappen en techniek.
Het splitsen van het leergebied wereldoriëntatie alleen zal uiteraard het niveau van wetenschappen en techniek niet opkrikken, het is een maatregel die in combinatie met andere maatregelen, zoals het verhogen van het inzicht van de leraren in de inhoudelijke en didactische componenten van het leergebied, resultaten kan opleveren.
5.
Is er dan momenteel een probleem met wetenschappen en techniek?
Uit verschillende bronnen zijn er indicaties dat maatregelen met betrekking tot het onderwijs in techniek en wetenschappen noodzakelijk zijn, aangezien er nu ter zake niet goed gescoord wordt.
TIMSS 2011 toont aan dat de gemiddelde wetenschapsprestatie in Vlaanderen niet goed is. Vlaanderen behaalt de 27ste plaats op 50, en, wat belangrijker is, de meeste onderwijssystemen waarmee Vlaanderen zich vergelijkt doen het beduidend beter. Bovendien daalt de gemiddelde wetenschapsprestatie ten aanzien van TIMSS 2003.
De peiling wereldoriëntatie (2005, domein natuur ) toont nog een verdeeld beeld, maar de peiling wereldoriëntatie, domeinen maatschappij, tijd, ruimte en brongebruik (2010) toont ronduit niet zo goede tot slechte resultaten. Uit de peiling wereldoriëntatie van 2010 blijkt dat niet alle domeinen (tijd, ruimte en maatschappij) even goed scoren (variaties tussen 75 % voor bijvoorbeeld ruimte, voor maatschappij slechts 53 %, uit de oversampling voor Brussel blijkt dat de cijfers daar een 20 % lager liggen dan in Vlaanderen).
Uit de schooldoorlichtingen van de onderwijsinspectie blijkt dat het niet voor alle scholen eenvoudig is om de eindtermen wereldoriëntatie te bereiken. De Onderwijsspiegel 2013 toont dat in het lager onderwijs wereldoriëntatie 117 keer op de 168 voldoet. Het kleuteronderwijs doet het beter met 136 op 151. De onderwijsinspectie merkt tevens op dat men in het lager onderwijs onvoldoende voortbouwt op de werk- en organisatievormen van de kleuterafdeling en er een minder procesmatige aanpak is dan in het kleuteronderwijs. De onderwijsinspectie merkt ook op dat scholen die onvoldoende halen er te weinig in slagen om een evenwichtig aanbod voor alle domeinen van het leergebied wereldoriëntatie te organiseren, te bewaken en doelgericht te evalueren.
6.
Kan er na een splitsing van wereldoriëntatie nog voldoende geïntegreerd gewerkt worden?
Het opsplitsen van het leergebied wereldoriëntatie laat de (pedagogische) aanpak waarmee de twee nieuwe leergebieden worden aangebracht vrij, net zoals dit bij de andere leergebieden het geval is. Geïntegreerd werken is een mogelijke (pedagogische) aanpak die op vele manieren kan toegepast worden en niet staat of valt met het al dan niet splitsen van het leergebied wereldoriëntatie. Er kan nu evenzeer geïntegreerd gewerkt worden rond afzonderlijke leergebieden, zoals bijvoorbeeld tussen wiskunde en wereldoriëntatie. Ook na de splitsing van het leergebied wereldoriëntatie kan er geïntegreerd gewerkt worden, bijvoorbeeld tussen wiskunde en wetenschappen en techniek, tussen muzische vorming en mens en maatschappij, etc.
7.
Hoe zal de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting de kwaliteit van de twee nieuwe leergebieden "mens en maatschappij" en "wetenschappen en techniek" onderzoeken?
Op basis van het vooronderzoek kan het doorlichtingsteam beslissen, net zoals dit bij de andere leergebieden het geval is, één van beide of beide nieuwe leergebieden in de focus te plaatsen. Om deze keuze te maken kan de onderwijsinspectie rekening houden met wat het schoolteam tijdens het vooronderzoek aangeeft over de manier waarop het met deze nieuwe leergebieden omgaat (al dan niet geïntegreerd). De samenhang tussen de leergebieden (horizontale samenhang) en tussen de verschillende leerjaren (verticale samenhang) blijft belangrijk.
8.
Hoe zal de onderwijsinspectie tijdens een opvolgingsdoorlichting de kwaliteit nagaan van de mate waarin een schoolteam de tekorten voor het vroegere leergebied wereldoriëntatie heeft weggewerkt?
Tot aan het einde van het schooljaar 2014-2015 formuleerde de onderwijsinspectie mogelijk tekorten voor wereldoriëntatie. Bij een opvolgingsdoorlichting of een controle door een paritair college houdt de onderwijsinspectie zich strikt aan wat ze op de adviespagina van het verslag als tekort vermeldde. Voor een tekort wereldoriëntatie vermeldt de adviespagina van het doorlichtingsverslag: "(...) omwille van het niet voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor wereldoriëntatie." Om die reden zal de onderwijsinspectie een tekort voor wereldoriëntatie vanaf 2015-2016 altijd vanuit de twee nieuwe leergebieden bekijken, omdat enkel de twee nieuwe leergebieden alle onderwijsdoelen (i.c. ontwikkelingsdoelen of eindtermen) van het oude leergebied wereldoriëntatie omvatten.