Onderwijsaanbod vreemde talen in het gewoon basisonderwijs

  • referentie
    BaO/2017/01
  • publicatiedatum
    03/07/2017
  • datum laatste wijziging
    18/03/2024
  • wettelijke basis
    Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, art. 43, het laatst gewijzigd door het decreet van 16 juni 2017 (Onderwijsdecreet XXVII)
  • opheffing
    BAO/2004/02 (11/06/2004)
  • contactpersoon
    Fauve Van den Berghe, 02/553 95 71
  • Deze omzendbrief geeft de regelgeving weer m.b.t. het onderwijsaanbod vreemde talen in het gewoon basisonderwijs vanaf 1 september 2017.
  • Scholen krijgen vanaf het schooljaar 2017-2018 meer mogelijkheden:
    1° bij taalinitiatie vervalt de prioriteit van Frans en kiezen scholen zelf met welke taal (Duits, Engels, Frans) ze starten;
    2° scholen krijgen de mogelijkheid om, naast Frans, ook Engels en/of Duits aan te bieden, vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs en op voorwaarde dat de leerlingen de onderwijstaal voldoende beheersen.
  • Onder voorbehoud van goedkeuring van het decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wat betreft de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal door het Vlaams Parlement en onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van het Besluit van de Vlaamse Regering, wat betreft de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal door de Vlaamse Regering, kan in scholen met een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, Vlaamse Gebarentaal ook aan de ééntalige afdeling in die school worden gegeven.

1. Talensensibilisering, taalinitiatie, talenonderwijs

Voor een goed begrip van de regelgeving en van deze omzendbrief volgt hierna beknopt een verduidelijking van drie termen:

Talensensibilisering is via creatieve exploratie intuïtief wennen aan de tonaliteit en andere aspecten van meerdere vreemde talen. Talensensibilisering maakt kinderen gevoelig voor en bewust van het bestaan van een veelheid aan talen en van de verschillen daartussen, en daarmee culturen, in onze wereld en, dichterbij, in de eigen schoolomgeving.

Taalinitiatie is een aan formeel talenonderwijs voorafgaand aanbod van ‘talige activiteiten’. Soms kan het qua woordenschat al wat verder gaan dan een occasionele aanpak (tellen van dagen van de week, maanden, populaire aftelrijmpjes, …). Taalinitiatie is erop gericht om jongere kinderen in te wijden in één specifieke vreemde taal die later formeel wordt aangeleerd.

Bij formeel talenonderwijs is het de bedoeling om op een systematische manier aan taalverwerving te doen (via het aanbrengen van woordenschat en functionele grammatica) om mondeling en schriftelijk te kunnen communiceren.

2. Talensensibilisering

Het decreet basisonderwijs bevat geen regelgeving over talensensibilisering. Het staat elke school vrij om aan talensensibilisering te doen, vanaf het kleuteronderwijs.

Scholen kunnen inspiratie vinden op: https://www.klascement.net/talen/focus/%22Talensensibilisering%22

3. Taalinitiatie

Het decreet basisonderwijs geeft aan dat taalinitiaties in het Frans, Engels en Duits facultatief tot het onderwijsaanbod van het gewoon basisonderwijs behoren. Taalinitiatie in deze drie talen kan dus vanaf het eerste jaar gewoon kleuteronderwijs.

Tot en met het schooljaar 2016-2017 moest steeds eerst taalinitiatie Frans aangeboden worden, vooraleer met taalinitiatie Engels en/of Duits te kunnen starten. Deze prioriteit van het Frans vervalt vanaf het schooljaar 2017-2018. De school kiest zelf of, en zo ja voor welke taal (Duits, Engels, Frans) er initiatie gegeven wordt.

Scholen kunnen inspiratie vinden op: https://www.klascement.net/talen/focus/%22Taalinitiatie%22

4. Talenonderwijs

4.1. Verplicht onderwijs Frans

Het leergebied Frans is verplicht in het vijfde en zesde jaar gewoon lager onderwijs.

De eindtermen Frans bepalen de inhoud van het onderwijsaanbod.

4.2. Facultatief onderwijs Frans, Duits en Engels

Naast het verplicht onderwijs van Frans in het vijfde en zesde jaar kunnen scholen er voor kiezen om meer talenonderwijs te geven, dit zowel voor Frans, Duits als Engels.

4.2.1. Facultatief Frans

Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en het Nederlandse taalgebied.

4.2.1.1. Facultatief Frans in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad

In Brussel kan Frans, voorafgaand aan het verplicht aanbod vanaf het vijfde jaar lager onderwijs, aangeboden worden vanaf het eerste jaar gewoon lager onderwijs.

4.2.1.2. Facultatief Frans in het Nederlands taalgebied

Buiten Brussel kan Frans, voorafgaand aan het verplicht aanbod vanaf het vijfde jaar lager onderwijs, aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de leerlingen het Nederlands voldoende beheersen.

De school maakt zelf de inschatting of leerlingen het Nederlands voldoende beheersen om in aanmerking te komen voor het facultatief aanbod Frans.

4.2.2. Facultatief Engels en/of Duits

Engels en/of Duits kan facultatief aangeboden worden vanaf het derde jaar gewoon lager onderwijs, op voorwaarde dat de leerlingen het Nederlands voldoende beheersen.

De school maakt zelf de inschatting of leerlingen het Nederlands voldoende beheersen om in aanmerking te komen voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits.

Voor het facultatief aanbod Engels en/of Duits zijn geen eindtermen vastgelegd. De school kiest zelf de inhoud. De generiek geformuleerde eindtermen voor Frans kunnen als inspiratiebron dienen.

4.2.3. Vlaamse Gebarentaal

Scholen in het gewoon basisonderwijs die de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal organiseren, kunnen ook Vlaamse Gebarentaal aan hun "eentalige" afdeling aanbieden. Voor meer info zie: omzendbrief BaO/2024/01.

5. Organisatie

Het schoolbestuur bepaalt het aanbod taalinitiatie en het facultatief aanbod Frans, Engels en Duits met toepassing van de regelgeving inzake participatie. Dit betekent dat deze thema’s aan bod moeten komen in de schoolraad.

Bij de beslissing om taalinitiatie en/of een facultatief aanbod vreemde talen te organiseren is de inschatting van belang of het bereiken van de eindtermen voor de decretaal opgelegde leergebieden niet in het gedrang komen.

Het talenonderwijs wordt steeds verstrekt door personeelsleden die over een vereist, voldoend geacht of ‘ander’ bekwaamheidsbewijs beschikken voor het ambt waarin het aangeboden wordt (kleuteronderwijzer of onderwijzer).

6. Toezicht door de onderwijsinspectie

De onderwijsinspectie waakt over een kwaliteitsvolle invulling van het taalaanbod.