Belgen treden vroeg uit de arbeidsmarkt en gaan jong op pensioen. Leraars stappen nog vroeger uit de arbeidsmarkt. Het gros van de leraars verlaat voor zijn/haar 60ste de arbeidsmarkt. Het onderzoek wenst de oorzaken en motieven van het vroegtijdig verlaten van de arbeidsmarkt in kaart te brengen, alsook de voorwaarden waaronder leerkrachten langer aan het werk willen blijven.
In het onderzoek worden de 10 volgende vragen beantwoord over de timing en vorm van pensionering : (1) wanneer wensen nog werkende leraren te stoppen met werken? Welke transities prefereren ze dan: een onmiddellijk voltijdse of een geleidelijke transitie; (2) op welke leeftijd gaan leraren over tot vervroegd rustpensioen en pensioen?; m.b.t. tot indicatoren die gerelateerd worden aan een vervroegde uittrede; (3) hoe ervaren leraren hun vermogen om zich aan te passen aan een steeds veranderende context: nieuwe leerlingen, onderwijsvernieuwingen, bijscholing en nieuw cursusmateriaal ...)? Neemt dat vermogen toe of af met de leeftijd?; (4) wat is de gezondheidstoestand van senior leraren op zowel fysiek als mentaal vlak en hoe evolueert die over de leeftijd van 45 tot 65?; (5) in welke mate ervaren senior leraren stress, burn-out en dergelijke en hoe gaan zij met zulke zaken om?; (6) welke verwachtingen hebben senior leraren ten aanzien van hun job en ten aanzien van de toekomst in het algemeen? Welke factoren bepalen die verwachtingen?; De relatie tussen de geschetste indicatoren (7) welke zijn de oorzaken, motieven en voorwaarden om op pensioen te gaan en hoe beargumenteren reeds gepensioneerde leraren hun vervroegde uitstap?; (8) welke rol spelen beperkte loopbaanperspectieven bij de keuze om voortijdig te stoppen?; (9) zijn er andere redenen om vervroegd te stoppen: oriëntatie op privéleven zoals kleinkinderen, hobby’s of andere zaken? Of stromen leraren vroegtijdig uit, simpelweg omdat het mogelijk gemaakt wordt?; (10) onder welke voorwaarden willen leraren langer werken?
Het onderzoeksteam maakt gebruik van zowel secundaire data als nieuw verzameld empirisch materiaal. De 2 secundaire databronnen zijn: een bevolkingsonderzoek uitgevoerd bij 5440 Belgische respondenten tussen 45 en 65 jaar oud en een gezondheidsenquête afgenomen bij ruim 12000 Belgische respondenten.
Het nieuwe materiaal wordt verzameld bij een representatieve steekproef van 2600 Vlaamse werkende en reeds op rust gestelde leerkrachten tussen 45 en 65 jaar.
