OPHEVEN : Ministerieel besluit tot omschrijving van de inhoud en de
bestemmelingen van het inschrijvingsverslag voorzien bij artikel 294 van de Codex Secundair Onderwijs.
goedkeuringsdatum
19 SEPTEMBER 1978
publicatiedatum
B.S.01/11/1978
datum laatste wijziging
01/09/2015
(opschrift
gewijzigd bij M.B.
van 16-11-2012)
COORDINATIE
M.B. 1-9-1984 - B.S. 11-4-1985
M.B. 16-11-2012 - B.S. 4-12-2012
opgeheven door Decr. 21-3-2014 - B.S. 28-8-2014
De Minister van Nationale Opvoeding,
Gelet op de wet van 6 juli 1970 op het
buitengewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de
omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en
vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van
het buitengewoon onderwijs, inzonderheid op artikel 7,
Besluit :
Artikel 1.
Het inschrijvingsverslag tot
toelating in het buitengewoon onderwijs bestaat uit twee delen :
a) een attest overgemaakt aan het gezinshoofd en
bestemd voor de gekozen inrichting voor het buitengewoon onderwijs ter staving
van de inschrijvingsaanvraag;
b) een protocol ter
verantwoording dat de resultaten bevat van het multidisciplinair onderzoek en
bezorgd wordt aan de bestemmelingen volgens de modaliteiten bepaald in artikel
5 van dit besluit.
Art. 2.
[Het attest, vermeld in artikel 1, a), is een doorlopend document dat ten minste de volgende elementen bevat :
1° het type en de opleidingsvorm en de wijzigingen in het type of de opleidingsvorm
2° de datum van de conclusie van het onderzoek en de ingangsdatum bij wijzigingen;
3° in geval van een oriëntering van een leerling naar type 1, 2, 3 of 4 : de gegevens van het CLB of de instantie en de handtekening van de directeur;
4° in geval van een oriëntering van een leerling naar type 5, 6 of 7 : de gegevens van de geneesheer-specialist en de handtekening, en de bevestiging van het CLB of de instantie.
Wanneer de leerling de school verlaat, wordt het attest terug aan de ouders bezorgd.]
B.Vl.R.
van 16-11-2012
Art. 3.
De resultaten van het
multidisciplinair onderzoek die worden opgenomen in het verantwoordingsprotocol
geven aanleiding tot een besluit dat wordt afgeleid uit de gezamenlijke
gegevens verschaft door :
1. Het medisch
onderzoek, waarvan het protocol omvat :
a) het
verslag van de geneesheer-specialist voorzien bij
artikel 7, 2°, van
het hogervermeld koninklijk besluit van 28 juni 1978 of, voor de andere
gevallen, een opgave van de eventuele klinische tekens, inzonderheid
:
- voor de mentaal gehandicapten, een
vaststelling van de eventuele organische tekens;
-
voor de karakterieel gehandicapten, een diagnose door een kinderarts of een
neuropsychiater;
- voor kinderen of adolescenten
met andere fysische letsels dan die bedoeld in §§ 5, 6 en 7 van
artikel 6 van
hogervermeld koninklijk besluit van 28 juni 1978, de aard en de ernst van het
lichamelijk gebrek vastgesteld door een geneesheer;
b) een vaststelling van de eventuele afwijking in de ontwikkeling
van de puberteit;
c) een vaststelling van elke
andere eventuele afwijking die zich bij de hoofdhandicap voegt.
2. Het psychologisch onderzoek, waarvan het protocol omvat
: een anamnese van de ontwikkeling en de vaststelling van de kwantitatieve
en/of kwalitatieve evaluatie van cognitieve, instrumentele en
affectief-dynamische ontwikkeling, met verwijzing naar de gebruikte
onderzoeksmiddelen en de toegepaste normen.
3.
Het pedagogisch onderzoek, waarvan het protocol omvat :
a) een anamnese van het opvoedingsverloop in familiaal verband en
eventueel op school;
b) een beschrijving van de
eventuele relationele problemen in familiale en schoolse
opvoedingssituatie;
c) een onderzoek van het
leergedrag en de leerprestaties, waarbij naar gelang van het geval de nadruk
ligt op de redzaamheid, de schoolrijpheid, de schoolvorderingen of op
didactisch-diagnostische aspecten van het leerproces.
4. Het sociaal onderzoek, waarvan het protocol omvat :
a) een evaluatie van de culturele en affectieve
stimuli voortvloeiend uit socio-culturele omstandigheden en van de affectieve
ontvankelijkheid van het hele gezin;
b) een
beoordeling van de mogelijkheid tot sociale integratie en de zelfstandigheid
van het kind of van de adolescent, zoals ze naar voren komen uit de observatie
meegedeeld door het gezin en eventueel door de bezochte school.
Art. 4.
Ten behoeve van het onderwijs, de
opvoeding en de begeleiding van de kinderen en de adolescenten bedoeld bij
artikel 7, 2°, van
het hogervermeld koninklijk besluit van 28 juni 1978, wordt het onderzoek van
de geneesheer-specialist aangevuld met het psychologisch, pedagogisch en
sociaal onderzoek, zoals omschreven in artikel 3 van dit besluit.
[Het eerste lid is niet van toepassing bij een oriëntering naar type 5, indien de leerling onderwijs volgt in een ziekenhuisschool en indien een leerling onderwijs volgt in een preventoriumschool, en deze school er zelf om niet om vraagt.]
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de
instellingen [, vermeld in artikel 294, § 2, van de Codex Secundair Onderwijs].
B.Vl.R.
van 16-11-2012
Art. 5.
Op aanvraag van de inrichting voor
buitengewoon onderwijs, die een leerling heeft ingeschreven wordt het protocol
van het onderzoek, bedoeld bij artikel 3 van dit besluit, overgezonden aan de
directeur van de inrichting; een kopie daarvan wordt door de schooldirectie
bezorgd aan de directeur van de instelling belast met de begeleiding.
Art. 6.
De instellingen die gemachtigd
zijn inschrijvingsverslagen af te leveren voor de opneming van leerlingen in
het buitengewoon onderwijs, in toepassing van
[artikel 294 van de Codex Secundair Onderwijs], dienen het attest binnen de acht
dagen na het onderzoek aan het gezinshoofd te bezorgen.
B.Vl.R.
van 16-11-2012
Art. 7.
Het ministerieel besluit van 17
september 1971 tot omschrijving van de inhoud en de bestemmelingen van het
inschrijvingsverslag voorzien bij artikel 5 van de wet van 6 juli 1970 op het
buitengewoon onderwijs wordt opgeheven.
BIJLAGE
[...]
B.Vl.R.
van 16-11-2012