OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering betreffende de
organisatie van een onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers in het voltijds
secundair onderwijs.
goedkeuringsdatum
06 SEPTEMBER 1995
publicatiedatum
B.S.29/11/1995
datum laatste wijziging
11/09/2002
COORDINATIE
B.Vl.R. 22-9-1998 - B.S. 10-11-1998
B. 20-4-2001 - B.S. 16-6-2001
B.Vl.R. 11-5-2001 -
B.S. 26-6-2001
opgeheven door B.Vl.R. 24-5-2002 - B.S.
11-9-2002
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het
onderwijs-II, inzonderheid op artikel 3, § 2, gewijzigd bij decreet van 21
december 1994, artikel 50, § 5, 7°, ingevoegd bij het decreet van 21
december 1994, artikel 59, gewijzigd bij het decreet van 21 december 1994 en
artikel 84quater ingevoegd bij decreet van 12 juni 1991;
Gelet
op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde
personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op de artikelen 29
en 43;
Gelet op het decreet van 27 maart 1991
betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd
onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op
de artikelen 34 en 39;
Gelet op het akkoord van
de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 26 april 1995;
Gelet op het protocol van 3 mei 1995 houdende de
conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke
vergadering van sectorcomité X en van de onderafdeling "Vlaamse
Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en
plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het
overleg met de afgevaardigden van de inrichtende machten op 4 mei 1995;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs
en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
[Het onthaaljaar genoemd
in artikel 50, § 5, 7°, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende
het onderwijs-II, kan in ten hoogste [[negenentwintig]] onderwijsinstellingen
worden georganiseerd.
Een leerling van een
onthaaljaar wordt een anderstalige nieuwkomer genoemd.]
B. 20-4-2001; [[ ]]
B.Vl.R.
van 11-5-2001
Art. 2.
§ 1. Voor de
organisatie van een onthaaljaar moet een onderwijsinstelling aan de volgende
voorwaarden voldoen :
1° het aantal
leerlingen met een andere dan de Belgische of Nederlandse nationaliteit moet op
1 februari van het vorige schooljaar minder bedragen dan 50% van het totaal
aantal regelmatig ingeschreven leerlingen. Voor het bepalen van het totaal
aantal regelmatig ingeschreven leerlingen wordt geen rekening gehouden met de
leerlingen van het onthaaljaar. In afwijking hierop wordt in de eerste graad
van de onderwijsinstellingen die in aanmerking komen voor de toepassing van het
besluit van de Vlaamse regering van [17 december 1999 betreffende het tijdelijk
project onderwijsvoorrang in het secundair onderwijs], het aantal [leerlingen
onderwijsvoorrang] in aanmerking genomen;
B.Vl.R.
van 11-5-2001
2° toegankelijk zijn voor jongens en meisjes;
3° ten minste één van de onderwijsvormen
algemeen, technisch of kunstsecundair onderwijs aanbieden, tenzij de school
enkel een eerste graad organiseert;
4° voor
de begeleiding van de anderstalige nieuwkomers een samenwerkingsakkoord
afsluiten met een erkend psycho-medisch-sociaal centrum.
[5°
voor 15 juni van het voorafgaande schooljaar een aanvraag met leerplan indienen
bij de administratie secundair onderwijs van het departement Onderwijs van het
ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
6° er
zich toe verbinden voor elke anderstalige nieuwkomer een leertraject uit te
werken dat voldoet aan de doelstellingen van het onthaaljaar en past binnen het
kader van het leerplan;
7° er zich toe
verbinden de personeelsleden te laten deelnemen aan nascholing over
taalvaardigheidsonderwijs Nederlands en intercultureel onderwijs en
initiatieven te nemen tot een verbeterde ondersteuning van deze leerlingen in
de eigen school en in voorkomend geval in de scholen van de
scholengemeenschap.]
B.Vl.R.
van 22-9-1998
[De onderwijsinstellingen die ofwel voor de eerste maal ofwel in
de loop van het schooljaar het onthaalonderwijs wensen te organiseren moeten
een met redenen omklede aanvraag indienen.]
B.Vl.R.
van 22-9-1998
§ 2. [De Vlaamse
minister van Onderwijs kan op voorlegging van een gemotiveerde aanvraag, een
afwijking van de eerste voorwaarde toestaan, aan onderwijsinstellingen die 50 %
of meer [[leerlingen onderwijsvoorrang]] of leerlingen met een andere dan de
Belgische of Nederlandse nationaliteit tellen op 1 februari van het
voorafgaande schooljaar [[...]].
]
B.Vl.R. 22-9-1998; [[ ]]
B.Vl.R.
van 11-5-2001
§ 3.
[...]
B.Vl.R.
van 22-9-1998
Onder [leerlingen onderwijsvoorrang] wordt verstaan de leerling
van het secundair onderwijs van wie :
B.Vl.R.
van 11-5-2001
a) de grootmoeder, van moeders kant, niet in België geboren
is en niet in het bezit is van de Belgische of de Nederlandse nationaliteit
door geboorte, en
b) van wie de moeder hoogstens
tot het einde van het schooljaar waarin zij 18 jaar werd onderwijs heeft
gevolgd.
Art. 3.
[De Vlaamse minister van
Onderwijs wijst de onderwijsinstellingen aan die voor de organisatie van een
onthaaljaar in aanmerking komen, na overleg met de Autonome Raad voor het
Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van de inrichtende
machten van het gesubsidieerd onderwijs.]
B.Vl.R.
van 22-9-1998
Art. 4.
§ 1. Als
toelatingsvoorwaarden tot het onthaaljaar gelden :
1° het Nederlands niet als moedertaal hebben;
2° niet in België of Nederland geboren zijn;
3° geen volledig schooljaar onderwijs gevolgd
hebben in een onderwijsinstelling met het Nederlands als onderwijstaal;
4° de onderwijstaal onvoldoende beheersen om
met goed gevolg de lessen bij te wonen in een instelling met het Nederlands als
onderwijstaal;
5° uiterlijk op 31 december
volgend op de aanvang van het schooljaar minstens 12 jaar zijn;
6° leerplichtig zijn overeenkomstig de
bepalingen van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht of geen 18
jaar zijn op 31 december van het schooljaar in kwestie;
[7° niet in het bezit zijn van de Belgische of Nederlandse
nationaliteit.]
B.Vl.R.
van 22-9-1998
§ 2. De Vlaamse
regering kan voor individuele gevallen afwijken van de voorwaarden opgesomd in
§ 1, 2° en 3°, op voorlegging van een gemotiveerde
aanvraag.
§ 3. Om vast te
stellen of een leerling voldoet aan de voorwaarden opgesomd in § 1, 1°
en 3°, moet de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of die de
minderjarige leerplichtige leerling in recht of in feite onder zijn bewaring
heeft, een schriftelijke verklaring op eer
invullen.
Art. 5.
§ 1. In de
onderwijsinstellingen [die aangewezen zijn door de Vlaamse minister van
Onderwijs], kan vóór 1 oktober een onthaaljaar worden
georganiseerd indien ten minste één anderstalige nieuwkomer is
ingeschreven. Het kan na 1 oktober worden in stand gehouden indien op die datum
ten minste tien anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven.
B.Vl.R.
van 22-9-1998
Na 1 oktober kan een onthaaljaar slechts worden georganiseerd
indien ten minste 10 regelmatige anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven.
§ 2.
[...]
B.Vl.R.
van 22-9-1998
Art. 6.
[§ 1. ] Het
lessenrooster omvat enerzijds minimum 26 en maximum 30 wekelijkse lesuren
Nederlands en anderzijds 2 wekelijkse lesuren godsdienst, niet-confessionele
zedenleer, eigen cultuur en religie of cultuurbeschouwing. De vakken eigen
cultuur en religie en cultuurbeschouwing kunnen enkel in de gesubsidieerde
vrije onderwijsinstellingen worden gegeven.
[§ 2. Een achtste
van het totaal aantal wekelijks uren-leraar kan per anderstalige nieuwkomer
vrij besteed worden. Het gebruik van deze mogelijkheid wordt beschreven in het
leertraject van de anderstalige nieuwkomer zoals bedoeld in artikel 2, §
1, 6°.]
B.Vl.R.
van 22-9-1998
Art. 7.
§ 1. Aan een
onderwijsinstelling die in aanmerking komt voor de organisatie van een
onthaaljaar, worden tot 1 oktober 28 wekelijkse uren-leraar toegekend indien er
minder dan 12 regelmatige anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven op de
oprichtingsdatum. Indien er ten minste 12 regelmatige anderstalige nieuwkomers
zijn ingeschreven op de oprichtingsdatum worden er 2,5 uren-leraar per
regelmatige anderstalige nieuwkomer toegekend.
§ 2. Vanaf 1 oktober
of vanaf de datum van oprichting van de onthaaljaren [...], worden er 28
wekelijkse uren-leraar toegekend indien er tien of elf regelmatige anderstalige
nieuwkomers zijn ingeschreven op voormelde data. Indien er ten minste twaalf
regelmatige anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven op de oprichtingsdatum
worden er 2,5 wekelijkse uren-leraar per regelmatige anderstalige nieuwkomer
toegekend.
Indien er vier nieuwe regelmatige
anderstalige nieuwkomers worden ingeschreven en het totaal aantal regelmatige
anderstalige nieuwkomers van het onthaaljaar tevens met vier is verhoogd, kan
de inrichtende macht een herberekening van het aantal uren-leraar aanvragen.
B.Vl.R.
van 22-9-1998
§ 3. De uren-leraar
bedoeld in de §§ 1 en 2 kunnen niet vakant verklaard worden. In deze
uren-leraar kunnen geen personeelsleden vast benoemd worden. Een vaste
benoeming in deze uren-leraar heeft geen uitwerking ten aanzien van de
overheid.
§ 4. De uren-leraar
die voor een onthaaljaar worden toegekend, mogen alleen in het onthaaljaar
worden aangewend.
§ 5. Voor inrichting
van de meest gevolgde of enige cursus godsdienst, niet-confessionele zedenleer,
eigen cultuur en religie of cultuurbeschouwing mogen uitsluitend de uren-leraar
vermeld in de [§§ 1 en 2] worden
aangewend.
B.
van 22-4-2001
[§ 6. [[Voor zover
de beschikbare kredieten het toelaten, geldt de financieringsubsidiëring
voor ten hoogste 130 uren-leraar per onderwijsinstelling. In afwijking hierop
en voor zover de beschikbare kredieten het toelaten, geldt voor de
onderwijsinstellingen gelegen op het grondgebied van de steden Antwerpen en
Gent de financiering-subsidiëring voor ten hoogste 148 uren-leraar per
onderwijsinstelling.]] ]
B.Vl.R.
22-9-1998; [[ ]] B.
van 22-4-2001
Art. 8.
Voor de toepassing van de
reglementeringen inzake personeelsaangelegenheden wordt het onthaaljaar
gelijkgesteld met de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs.
Art. 9.
Voor de toepassing van de
bepalingen van artikel 3, § 2, van het decreet van 31 juli 1990
betreffende het onderwijs-II, wordt aan de regelmatige anderstalige nieuwkomers
het puntengewicht 16 toegekend.
Art. 10.
Dit besluit heeft uitwerking met
ingang van 1 september 1994.
Art. 11.
De Vlaamse minister, bevoegd voor
het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.