Decreet houdende de organisatie en werking van de regionale
technologische centra
goedkeuringsdatum
14 DECEMBER 2007
publicatiedatum
B.S.01/02/2008
datum laatste wijziging
26/08/2021
COORDINATIE
(1)
Decr. van 13/05/2011 (B.S. 15/06/2011)
detail
Decreet tot wijziging van het decreet van 14 december 2007 houdende de organisatie en werking van de regionale technologische centra ;
(2)
Decr. van 21/12/2012 (B.S. 19/02/2013)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXII ;
(3)
Decr. van 25/04/2014 (B.S. 25/09/2014)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXIV ;
(4)
Decr. van 19/06/2015 (B.S. 21/08/2015)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXV ;
(5)
Decr. van 17/06/2016 (B.S. 10/08/2016)
detail
Decreet betreffende het onderwijs XXVI ;
(6)
Decr. van 09/07/2021 (B.S. 26/08/2021)
detail
Decreet over het onderwijs XXXI ;
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij,
Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : decreet houdende de organisatie en
werking van de regionale technologische centra
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling
Artikel 1.
Dit decreet regelt een
gemeenschapsaangelegenheid.
HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving en
opdrachten
Art. 2.
In elke provincie is er één
regionaal technologisch centrum, hierna RTC te noemen. Het RTC Vlaams-Brabant
heeft ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in zijn werkingsgebied. Het RTC
neemt de rechtsvorm aan van een vereniging zonder winstoogmerk zoals bepaald in
[de wettelijke verplichtingen voor verenigingen zonder winstoogmerk]
.
[
De werking van een RTC is gericht op :
1° de bewerkstelliging van synergiën tussen onderwijsinstellingen en bedrijven;
2° de optimale doorstroming van leerlingen naar het bedrijfsleven;
3° de ondersteuning van het technisch onderwijs, het beroepsonderwijs en de leertijd.
]
Art. 3.
Een RTC neemt concrete initiatieven inzake
:
1° de onderlinge afstemming tussen onderwijsinstellingen
en bedrijven van de vraag naar en het aanbod van infrastructuur, apparatuur en
uitrusting voor technisch en beroepsonderwijs die een pedagogisch-didactische
rol kunnen vervullen, inzonderheid door de ontwikkeling of ondersteuning van
(een) infrastructurele inbedding(en); en
2° de onderlinge
afstemming tussen onderwijsinstellingen en bedrijven van de vraag naar en het
aanbod van werkplekleren; en/of
3°
[aanvullend op de nascholing in scholen,]
het faciliteren of coördineren van nascholing op het vlak van nieuwe
technologieën; en/of
4° de creatie van een platform
waarbinnen onderwijsinstellingen en bedrijven kennis en ervaring kunnen
uitwisselen.
HOOFDSTUK III. - Beheersovereenkomst
Afdeling I. - Inhoud
Art. 4.
§ 1.
[Elk RTC sluit met de Vlaamse Regering telkens voor een periode van maximum vijf schooljaren een beheersovereenkomst. Mits onderling akkoord tussen de Vlaamse Regering en het betrokken RTC kan de looptijd van de beheersovereenkomst worden gewijzigd zonder echter de globale termijn van vijf schooljaren te overschrijden. De looptijd van de diverse beheersovereenkomsten is steeds identiek.
De beheersovereenkomst behandelt de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het RTC zijn taken vervult. Het is een sturings- en voortgangsbewakingsinstrument, in het bijzonder gericht op een doelmatige uitvoering of dienstverlening, voortgangsbewaking en evaluatie.
]
§ 2. Een beheersovereenkomst bestaat
uit algemene voorwaarden, een strategisch plan en een
jaaractieplan.
Het strategisch plan bevat minstens de volgende
elementen :
1° de visie en de missie van het
RTC;
2° een analyse van de omgeving, het beleidsveld en van
de eigen organisatie;
3° de formulering van de strategische
doelstellingen;
4° de omschrijving van de kritieke
succesfactoren;
5° de instrumenten waarmee men de
doelstellingen wil bereiken.
Het strategisch plan
[heeft telkens betrekking op
[de volledige looptijd van de beheersovereenkomst]
]
en wordt bij de beheersovereenkomst
gevoegd.
Een jaaractieplan bevat concrete stappen om de
strategische doelstellingen van het strategisch plan te bereiken. Het
jaaractieplan bevat tevens een financieel plan waarin de kosten en de
opbrengsten van dat jaar begroot worden.
§ 3. Tijdens de looptijd van een
beheersovereenkomst kunnen de Vlaamse Regering en het betrokken RTC beslissen
om eventuele wijzigingen van of addenda bij de beheersovereenkomst aan te
brengen.
§ 4. De algemene bepalingen kunnen
per RTC worden aangevuld met specifieke bepalingen die rekening houden met het
regionale of interregionale
behoeftenpatroon.
Art. 5.
[De Vlaamse Regering
houdt toezicht op de RTC via gerichte
[controle]
die erin bestaat de
RTC-structuren, -processen en -uitkomsten te toetsen aan dit decreet en de
beheersovereenkomst zoals bedoeld in artikel 4.
[...]
]
Afdeling II. - Financiële bijdrage van de
Vlaamse Gemeenschap
Art. 6.
[
§ 1. Een RTC heeft door het afsluiten van een beheersovereenkomst met de Vlaamse Regering recht op werkingstoelagen met in acht name van de beschikbare begrotingskredieten. De werkingstoelagen worden geïndexeerd.
§ 2. De werkingstoelagen worden per schooljaar als volgt per RTC bepaald :
1° een forfaitair bedrag dat is vastgesteld op :
a) 100.000 euro voor het kalenderjaar 2015;
b) 125.000 euro vanaf het kalenderjaar 2016;
2° een variabel bedrag per RTC naar rato van het aantal regelmatige leerlingen in het werkingsgebied van het betrokken RTC, geteld op 1 februari van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het betrokken schooljaar. Voor de toepassing van deze bepaling worden de leerlingen van de derde graad van het voltijds gewoon technisch onderwijs en het beroepssecundair onderwijs, het buitengewoon secundair onderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de leertijd in aanmerking genomen.
§ 3. De toekenning van de werkingstoelagen per RTC gebeurt als volgt :
1° voor de periode van 1 september tot en met 31 december :
a) een voorschot van 80 percent wordt uitbetaald uiterlijk 31 oktober van die periode;
b) het saldo van 20 percent wordt uitbetaald na de indiening en de goedkeuring van het werkings- en activiteitenverslag over het betrokken schooljaar;
2° voor de periode van 1 januari tot en met 31 augustus :
a) een voorschot van 80 percent wordt uitbetaald uiterlijk 28 februari van die periode;
b) het saldo van 20 percent wordt uitbetaald na de indiening en de goedkeuring van het werkings- en activiteitenverslag over het betrokken schooljaar.
]
Afdeling III. - Facilitair kader
Art. 7.
Naast de financiële bijdragen van
de Vlaamse Gemeenschap als bedoeld in artikel 6 kan een RTC over de volgende
middelen beschikken :
1° financiële, materiële of
immateriële middelen die op eigen initiatief door actoren uit de
onderwijssector, het bedrijfsleven of door openbare besturen worden
ingebracht;
2° vergoedingen voor verleende diensten aan
organisaties andere dan door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of
gesubsidieerde onderwijs-, opleidings- of
vormingsinstellingen;
3° opbrengsten uit eigen
bezit;
4° schenkingen en legaten;
5°
leningen van allerlei aard;
[
6°
vergoedingen in geval ingeschreven deelnemers zonder voorafgaandelijke
verwittiging niet kwamen opdagen; de bepaling van het bedrag zal in de
beheersovereenkomst geregeld
worden;]
[7° vergoedingen vanwege scholen bij deelname van leraren aan door een RTC ingerichte nascholingsprojecten; de bepaling van het bedrag zal in de beheersovereenkomst geregeld worden.]
HOOFDSTUK IV. - Infrastructuur
Art. 8.
§ 1. Indien een inrichtende macht aan
een RTC voor de werking van het RTC een persoonlijk of zakelijk recht of een
gebruiksrecht verleent op een onroerend goed bestemd voor het onderwijs, wordt
dit nooit als een bestemmingswijziging beschouwd.
§ 2. Het RTC treedt ten aanzien van het
Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, hierna AGIOn te noemen, of de
rechtsopvolger daarvan, in de rechten en verplichtingen van de overdragende
inrichtende macht, indien het RTC eigenaar wordt van het gebouw of het zakelijk
recht overneemt dat noodzakelijk was voor het verkrijgen van de subsidies
verstrekt door bedoeld agentschap, of de rechtsopvolger
daarvan.
Indien het RTC de eigendom of het zakelijk recht niet
overneemt, blijft de overdragende inrichtende macht verantwoordelijk voor de
naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de regelgeving voor het
verkrijgen van de subsidies verstrekt door AGIOn of de rechtsopvolger
daarvan.
HOOFDSTUK V. - Evaluatie van de regionale
technologische centra
Art. 9.
De Vlaamse Regering evalueert de werking
van de RTC's en brengt daarvan ten minste
[één jaar]
vóór het
verstrijken van elke beheersovereenkomst verslag uit aan het Vlaams
Parlement.
[Voor de beheersovereenkomsten voor de periode 1 september 2020 tot 31 augustus 2022 wordt tijdens de looptijd
van die beheersovereenkomsten geen evaluatie georganiseerd.]
HOOFDSTUK VI. -
Rapporteringsverplichting
Art. 10.
De RTC's bezorgen jaarlijks,
[ten laatste
op 15 november]
volgend op het werkingsjaar, een werkingsverslag, een financieel
verslag, een afschrift van de bewijsstukken en hun jaarrekening aan het Vlaams
Ministerie van Onderwijs en Vorming.
HOOFDSTUK VII. -
Opheffingsbepalingen
Art. 11.
In het decreet van 13 juli 2001
betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek wordt hoofdstuk XII, bestaande uit
de artikelen XII. 1 tot XII.9bis en XII. 15 tot XII. 17, gewijzigd bij de
decreten van 7 mei 2004 en 7 juli 2006, opgeheven.
HOOFDSTUK VIII. - Overgangsbepaling
Art. 12.
[
De beheersovereenkomsten die zijn afgesloten voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015 worden vroegtijdig beëindigd op 31 augustus 2015.]
[
Art. 12/1.
Toepassing van de bepalingen van artikel 6 kan er nooit toe leiden dat de, per kalenderjaar begrote, globale werkingstoelagen voor de RTC's worden overschreden.
]
HOOFDSTUK IX. -
Inwerkingtredingsbepaling
Art. 13.
Dit decreet treedt in werking op 15
december 2007.