[OPGEHEVEN]
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het
financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer
van het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor
Volwassenenonderwijs
goedkeuringsdatum
17 OKTOBER 2008
publicatiedatum
B.S.15/01/2009
datum laatste wijziging
04/08/2015
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 01/06/2012 (B.S. 12/07/2012)
(1)
B.Vl.R. van 03/07/2015 (B.S. 04/08/2015)
(3)
B.Vl.R. van 15/03/2019 (B.S. 29/04/2019)
De Vlaamse Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, artikel 87, § 1;
Gelet op de
wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991,
inzonderheid op artikel 140;
Gelet op het decreet
van 15 juni 2007 betreffende het Volwassenenonderwijs, artikel 110, §
7;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister,
bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 juni 2008;
Gelet op advies 44.854/1/V van de Raad van State, gegeven op 24
juli 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en
Vorming;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.
Dit besluit regelt het financiële en
materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer van het Fonds
Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs, hierna het Fonds
genoemd.
HOOFDSTUK II. - De begroting
Art. 2.
[...]
Art. 3.
[...]
Art. 4.
De ramingen van de ontvangsten hebben
betrekking op :
1° het over te dragen
saldo;
2° de dotatie, vermeld in
artikel 110, § 3,
1°, van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het
volwassenenonderwijs;
3° de bedragen die het Fonds
gedurende het betreffende begrotingsjaar zal ontvangen tengevolge :
a) het innen van de vorderingen op de ontvangen
inschrijvingsgelden van de Centra voor Volwassenenonderwijs, vermeld in artikel
110, § 3, 2°, van hetzelfde decreet;
b) de
terugvorderingen die voortvloeien uit de ten onrechte verrichte
betalingen.
Art. 5.
§ 1. De uitgavenbegroting wordt opgemaakt
volgens het stelsel van de gesplitste kredieten en bevat :
1° vastleggingkredieten ten belope waarvan tijdens het
betreffende begrotingsjaar verbintenissen kunnen ontstaan die betrekking hebben
op :
a) toekenning van de middelen aan de Centra voor
Volwassenenonderwijs, vermeld in artikel 110, § 4, 1°, van het decreet
van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;
b)
toekenning van premies aan cursisten, vermeld in artikel 110, § 4, 2°,
van hetzelfde decreet;
c) toekenning van middelen voor de
basisuitrusting of de beveiliging van de bestaande uitrustingsgoederen, vermeld
in artikel 110, § 4, 3°, van hetzelfde decreet;
d)
sommen die tijdens het betreffende begrotingsjaar opeisbaar worden ingevolge
recurrente verbintenissen die aangegaan zijn tijdens het betreffende
begrotingsjaar of tijdens vorige begrotingsjaren en waarvan de gevolgen zich
over meerdere jaren uitstrekken;
e) niet-recurrente
verbintenissen die tijdens het betreffende begrotingsjaar ontstaan of gesloten
worden.
De middelen van het Fonds worden eerst aangewend voor
de toekenning van de middelen aan de Centra voor Volwassenenonderwijs, vermeld
in a). Slechts indien er na de toekenning van deze middelen in het Fonds nog
resterende middelen zijn, kunnen deze aangewend worden voor de toekenning van
de premies aan cursisten, vermeld in b) of voor de toekenning van middelen voor
de basisuitrusting of de beveiliging van bestaande uitrustingsgoederen, vermeld
in c).
2° ordonnanceringskredieten ten belope waarvan
tijdens het begrotingsjaar bedragen in betaling kunnen gesteld worden ingevolge
tijdens dat begrotingsjaar of tijdens vorige begrotingsjaren aangegane
verbintenissen.
§ 2.
[...]
Art. 6.
[...]
Art. 7.
[...]
HOOFDSTUK III. - De comptabiliteit en aflegging der
rekeningen
Art. 8.
De administrateur-generaal van
[het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]
, of
zijn plaatsvervanger, wordt aangesteld als beheerder en ordonnateur van het
Fonds. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de ordonnateur worden
vastgesteld overeenkomstig de regels die gelden voor de diensten van de Vlaamse
Regering.
[...]
Art. 9.
[...]
Art. 10.
[...]
Art. 11.
[...]
Art. 12.
[...]
Art. 13.
[...]
HOOFDSTUK IV. - Het beheer
Art. 14.
De uitgaven worden - al naargelang de
uitgavenveroorzakende rechtshandeling gesteld wordt uit hoofde van het beheer
van algemeen bestuur van de Vlaamse Gemeenschap of uit hoofde van het beheer
van het Fonds - respectievelijk gedragen door de begroting van de Vlaamse
Gemeenschap of door de begroting van het Fonds.
Art. 15.
[...]
Art. 16.
[...]
Art. 17.
[...]
Art. 18.
[...]
HOOFDSTUK V. -
[...]
Art. 19.
[...]
Art. 20.
[...]
HOOFDSTUK VI. Overgangsmaatregel
Art. 21.
In afwijking van artikel 4, 3°, a),
hebben de ramingen van de ontvangsten voor de begrotingsjaren 2008 en 2009
betrekking op de bedragen die het Fonds gedurende de betreffende
begrotingsjaren zal ontvangen tengevolge het innen van de vorderingen op de
ontvangen inschrijvingsgelden van de Centra voor Volwassenenonderwijs, vermeld
in artikel 110, § 3, 2°, en
artikel 195, § 1,
van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het
volwassenenonderwijs.
Art. 22.
In afwijking van artikel 5, 1°, a),
bevat de uitgavenbegroting voor de begrotingsjaren 2008 en 2009
vastleggingskredieten ten belope waarvan tijdens de betreffende begrotingsjaren
verbintenissen kunnen ontstaan die betrekking hebben op de toekenning van de
middelen aan de Centra voor Volwassenenonderwijs, vermeld in artikel 110,
§ 4, 1°, en artikel 195, § 2, van het decreet van 15 juli 2007
betreffende het volwassenenonderwijs.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 25.
Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1
september 2008.
Art. 26.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de
begroting, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit
besluit.