Decreet tot het nemen, naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, van dringende maatregelen in het onderwijs voor kleuters, leerlingen en cursisten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (III)
goedkeuringsdatum
15 JULI 2022
publicatiedatum
B.S.08/08/2022
datum laatste wijziging
08/08/2022
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:
DECREET tot het nemen, naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, van dringende maatregelen in het onderwijs voor kleuters, leerlingen en cursisten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (III)
HOOFDSTUK 1. — Inleidende bepaling
Artikel 1.
Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. — Ondersteuning van huisonderwijs door lokale besturen
Art. 2.
Een lokaal bestuur als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 3 juni 2022 over de organisatie van
zomerscholen, dat een nooddorp als vermeld in artikel 3, 2°, van het decreet van 29 april 2022 over afwijkingen op de
gewestelijke omgevingsvergunningsplicht naar aanleiding van de civiele noodsituatie ten gevolge van de oorlog in
Oekraïne inricht, komt in aanmerking voor een subsidie voor het faciliteren en ondersteunen van huisonderwijs als
vermeld in artikel 14 en 16 dat gevolgd wordt door kleuters en leerplichtige leerlingen die ressorteren onder
een uitvoeringsbesluit van richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 tijdens de periode van 1 september 2022
tot en met 31 december 2022.
De ondersteuning van huisonderwijs door het lokaal bestuur is gratis voor de kleuters en leerplichtige leerlingen,
vermeld in het eerste lid.
De subsidie wordt aangewend voor de werkings- en personeelskosten, voor het faciliteren en ondersteunen van
het huisonderwijs, en voor de uitrusting van de lokalen.
De personeelsleden worden ingezet overeenkomstig de wettelijke of decretale bepalingen die van toepassing zijn
op de arbeidsverhouding tussen de lokale besturen en de personeelsleden in kwestie.
Voor het faciliteren en ondersteunen van huisonderwijs kunnen lokale besturen samenwerken met onderwijsinstellingen en andere organisaties die zinvolle ondersteuning kunnen bieden.
Art. 3.
Het lokaal bestuur ontvangt per deelnemende kleuter of leerplichtige leerling voor wie het huisonderwijs
faciliteert en ondersteunt, een forfaitair subsidiebedrag van 22,5 euro per halve lesdag voor de kosten, vermeld in
artikel 2.
Art. 4.
Als het lokaal bestuur de registratie, vermeld in artikel 5, op een digitale wijze doet, kan het de forfaitaire
subsidie, vermeld in artikel 3, ontvangen.
Er wordt voor de forfaitaire subsidie, vermeld in het eerste lid, geen kostenrapportering gevraagd.
Art. 5.
Om de subsidie te ontvangen zet het lokaal bestuur een registratiesysteem op dat toelaat om te rapporteren
over het aantal deelnemende kleuters en leerlingen per halve lesdag, uitgesplitst per onderwijsniveau. Het lokaal
bestuur meldt de start van de ondersteuning aan het Departement Onderwijs en Vorming binnen twee weken na de
aanvang van de ondersteuning en bezorgt de registratie van het aantal kleuters en leerlingen per halve lesdag uiterlijk
op 28 februari 2023 aan het departement. Daarbij verklaart het lokaal bestuur via een verklaring op erewoord dat alleen
kleuters en leerlingen die niet tegelijk ingeschreven zijn in het erkende onderwijs, in aanmerking worden genomen.
Art. 6.
Het Departement Onderwijs en Vorming betaalt uiterlijk op 31 maart 2023 de vastgestelde subsidiebedragen aan de lokale besturen.
Art. 7.
De subsidie, vermeld in artikel 3, wordt aangerekend op het begrotingsartikel FB0-1FGD2GE-WT van de
algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse overheid voor het begrotingsjaar 2022.
Art. 8.
Reservevorming ten laste van de subsidie, vermeld in artikel 3, wordt niet aanvaard.
Art. 9.
Elk lokaal bestuur dat een subsidie ontvangt in het kader van het ondersteunen en faciliteren van
huisonderwijs als vermeld in artikel 2, is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het georganiseerde onderwijsaanbod.
Art. 10.
Onverminderd de bepalingen over de administratie en begrotingscontrole aanvaardt de ontvanger van de
subsidie de controle op de uitvoering van de opdracht, vermeld in artikel 2, door de ambtenaren van de Vlaamse
overheid of door de ambtenaren van het Rekenhof.
Art. 11.
Activiteiten waarvoor subsidies worden ontvangen met toepassing van andere regelingen van de
Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest of andere overheden, komen niet in aanmerking voor de toekenning van
de subsidie op grond van dit decreet als dat ertoe leidt dat dezelfde uitgaven voor die activiteit dubbel worden
gesubsidieerd.
Art. 12.
De ontvanger van de subsidie zal het bedrag of een gedeelte van de verleende subsidie onmiddellijk
terugbetalen als de subsidieverstrekker vaststelt dat de toekenningvoorwaarden onvolledig, onzorgvuldig, niet of niet
tijdig werden vervuld, of als de subsidie werd aangewend voor andere doeleinden dan die waarvoor ze werd verleend.
Art. 13.
De subsidieverstrekker kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor welke schade ook aan
goederen en personen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit de uitvoering van de opdracht, vermeld in
artikel 2.
HOOFDSTUK 3. — Afwijkingen en aanvullingen van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997
Art. 14.
In aanvulling op artikel 3, 24°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 wordt onder
huisonderwijs ook verstaan, het onderwijs, vermeld in artikel 2, dat wordt gefaciliteerd en ondersteund door lokale
besturen die een nooddorp op hun grondgebied hebben en dat ofwel wordt verstrekt aan een kleuter die nog niet
leerplichtig is, de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden bereikt heeft en onder een uitvoeringsbesluit van richtlijn 2001/
55/EG van de Raad van 20 juli 2001 ressorteert, ofwel wordt verstrekt aan een leerplichtige leerling die onder een
uitvoeringsbesluit van richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 ressorteert. Het volgen van huisonderwijs
impliceert meteen dat een gelijktijdige inschrijving in het erkende onderwijs niet mogelijk is.
Art. 15.
In afwijking van artikel 26bis/1 van hetzelfde decreet geldt voor het huisonderwijs dat ondersteund en
gefaciliteerd wordt door het lokaal bestuur, vermeld in artikel 2, dat de verklaring van huisonderwijs met bijhorende
informatie over het huisonderwijs:
1° ook wordt ingediend voor nog niet leerplichtige kleuters als vermeld in artikel 14;
2° wordt ingediend voor elke kleuter en leerplichtige leerling als vermeld in artikel 14 voor wie het lokaal bestuur
subsidies als vermeld in artikel 2 ontvangt om het huisonderwijs te ondersteunen en te faciliteren;
3° wordt ingediend binnen dertig dagen nadat de kleuter of leerplichtige leerling, vermeld in artikel 14,
de ondersteuning, vermeld in artikel 2, heeft verkregen;
4° alleen de volgende gegevens bevat:
a) de bijhorende informatie over het huisonderwijs, vermeld in artikel 26bis/1, § 1, tweede lid, 1°, van hetzelfde
decreet, met uitzondering van de persoonsgegevens van de ouders;
b) de bijhorende informatie, vermeld in artikel 26bis/1, § 1, tweede lid, 4°, van hetzelfde decreet.
In afwijking van het eerste lid, 3°, mag het lokaal bestuur de verklaring van huisonderwijs en bijhorende informatie
over het huisonderwijs indienen tot en met 31 januari 2023 als het voor het lokaal bestuur onmogelijk is om de
verklaring van huisonderwijs met bijkomende informatie in te dienen binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, 3°,
door het ontbreken van informatie over persoonsgegevens.
HOOFDSTUK 4. — Afwijkingen en aanvullingen van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010
Art. 16.
In aanvulling op artikel 3, 15°/1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 wordt onder
huisonderwijs ook verstaan, het onderwijs, vermeld in artikel 2, dat wordt ondersteund en gefaciliteerd door lokale
besturen die een nooddorp op hun grondgebied hebben en dat ofwel wordt verstrekt aan een kleuter die nog niet
leerplichtig is, de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden bereikt heeft en onder een uitvoeringsbesluit van richtlijn 2002/
55/EG van de Raad van 20 juli 2001 ressorteert, ofwel wordt verstrekt aan een leerplichtige leerling die onder een
uitvoeringsbesluit van richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 ressorteert. Het volgen van huisonderwijs
impliceert meteen dat een gelijktijdige inschrijving in het erkende onderwijs niet mogelijk is.
Art. 17.
In afwijking van artikel 110/29 van dezelfde codex geldt voor het huisonderwijs dat ondersteund en
gefaciliteerd wordt door het lokaal bestuur, vermeld in artikel 2, dat de verklaring van huisonderwijs met bijhorende
informatie over het huisonderwijs:
1° ook wordt ingediend voor nog niet leerplichtige kleuters als vermeld in artikel 16;
2° wordt ingediend voor elke kleuter en leerplichtige leerling als vermeld in artikel 16 voor wie het lokaal bestuur
subsidies als vermeld in artikel 2 ontvangt om het huisonderwijs te ondersteunen en te faciliteren;
3° wordt ingediend binnen dertig dagen nadat de kleuter of leerplichtige leerling, vermeld in artikel 16, de
ondersteuning, vermeld in artikel 2, heeft verkregen;
4° alleen de volgende gegevens bevat:
a) de bijhorende informatie over het huisonderwijs, vermeld in artikel 110/29, § 1, 1°, van dezelfde codex, met
uitzondering van de persoonsgegevens van de ouders;
b) de bijhorende informatie, vermeld in artikel 110/29, § 1, 4°, van dezelfde codex.
In afwijking van het eerste lid, 3°, mag het lokaal bestuur de verklaring van huisonderwijs met bijhorende
informatie over het huisonderwijs indienen tot en met 31 januari 2023 als het voor het lokaal bestuur onmogelijk is om
de verklaring van huisonderwijs en bijkomende informatie in te dienen binnen de termijn, vermeld in punt 3°, door het
ontbreken van informatie over persoonsgegevens.
HOOFDSTUK 5. — Wijziging van het decreet van 22 april 2022 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar
aanleiding van de Oekraïnecrisis, tot wijziging van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de
Vlaamse Gemeenschap en tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 voor leerlingen en studenten die
ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van
tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht
tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen
Art. 18.
In artikel 11 van het decreet van 22 april 2022 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs
naar aanleiding van de Oekraïnecrisis, tot wijziging van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering
van de Vlaamse Gemeenschap en tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 voor leerlingen en
studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor
het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter
bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de
consequenties van de opvang van deze personen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zin “Deze middelen kunnen na een voorafgaandelijk akkoord in het bevoegde lokaal
comité omgezet worden in aanvullende leraarsuren en aanvullende voltijds equivalent volgens het berekeningsmechanisme, vermeld in artikel 196sexies, § 1, van hetzelfde decreet.” opgeheven;
2° het tweede en derde lid worden opgeheven.
HOOFDSTUK 6. — Wijzigingen van het decreet van 3 juni 2022 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs naar
aanleiding van de Oekraïnecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs voor
leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen
voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering
van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang
van deze personen (II)
Art. 19.
In artikel 32 van het decreet van 3 juni 2022 2 tot het nemen van dringende maatregelen in het onderwijs
naar aanleiding van de Oekraïnecrisis en tot wijziging van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het
volwassenenonderwijs voor leerlingen en studenten die ressorteren onder richtlijn 2001/55/EG van de Raad van
20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom
van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de
opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (II) worden de zinnen “Het Agentschap
voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen betaalt het salaris of salaristoelage
rechtstreeks aan de betrokken personeelsleden. Het agentschap vordert het brutosalaris of de brutosalaristoelage,
verhoogd met de vergoedingen, bijslagen, vakantiegeld, eindejaarspremie en werkgeversbijdrage, van het centrumbestuur terug.” vervangen door de zinnen “Uiterlijk twee maanden na de melding aan het Agentschap voor Hoger
Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen van de om te zetten leraarsuren voor de
aanwerving van contractuele personeelsleden wordt 80 procent van die omgezette werkingsmiddelen als voorschot aan
de centra uitbetaald. Het resterende saldo van 20 procent wordt uiterlijk op 31 december 2022 uitbetaald. Het centrum
bewijst alle aangewende middelen met facturen of betalingen die werden uitgevoerd in het kader van die contractuele
aanstellingen.”
Art. 20.
Artikel 44 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt:
“In aanvulling op artikel 26 van hetzelfde decreet wordt vanaf het begrotingsjaar 2023 en tot het einde van het
schooljaar waarin er een uitvoeringsbesluit van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van
een massale toestroom van ontheemden in de zin van artikel 5 van de richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van
tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan in werking is, per leerling die ressorteert onder een uitvoeringsbesluit
van de Raad van de Europese Unie tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden in de
zin van artikel 5 van de richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan en
die voor het eerst wordt ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde of gefinancierde school,
een extra werkingsbudget van 150,7662 euro toegekend aan het centrum voor leerlingenbegeleiding dat samenwerkt
met de school waarin de leerling aldus wordt ingeschreven om de kosten te compenseren voor het onthaal en de
begeleiding van Oekraïense vluchtelingen.
De betaling vindt plaats uiterlijk vier maanden na afloop van het schooljaar in kwestie.”
HOOFDSTUK 7. — Inwerkingtreding en toepassingsgebied in de tijd
Art. 21.
Dit decreet treedt in werking op 1 september 2022.
Artikel 18 heeft uitwerking met ingang van 24 mei 2022.
Artikel 19 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2022.
Artikel 20 heeft uitwerking met ingang van 10 juli 2022.