Onderwijsonderzoeken

Titel
De werkdruk van de lectoren in de Vlaamse hogescholen
Korte omschrijving
De hogescholen hebben de laatste jaren inspanningen geleverd om het hoofd te kunnen bieden aan de veranderingen waarmee ze geconfronteerd werden. In de gegeven omstandigheden was het in de meeste departementen en opleidingen illusoir om de werkdruk sterk te reduceren. Op basis van de verzamelde gegevens stelt men dat het beheersbaar houden van de werkdruk en het billijker verdelen van de werklast in zowat alle hogescholen een blijvende bekommernis is geweest. Deze initiatieven blijken echter weinig bekend bij de lectoren of weinig effectief. De Vlaamse hogescholen hebben de voorbije jaren tal van maatregelen en initiatieven genomen die op zijn minst indirect de werkdruk hebben beïnvloed. Dat ging van veranderingen in de allocatie van middelen over reorganisatie van opleidingen tot teamgeestbevorderende activiteiten. Vaak ging het om hogeschoolbrede beslissingen. Wel stelt men vast dat slechts in een heel beperkt aantal hogescholen er sprake is van een geïntegreerd hogeschoolbeleid op gebied van werkdruk. Waarin hogescholen wel succesvol zijn geweest, is in het stabiliseren van de werkbelasting van de lectoren in haar geheel. Net zoals in 2003 presteert een voltijds werkende lector gemiddeld 44 uur in een typische werkweek. Er is op dit punt geen verschil met de resultaten van het SERV-onderzoek van 2003. De taakvariatie is wel toegenomen. De lectoren ervaren de werkdruk in een gemiddelde lesweek als zeer hoog. Bovendien is de werkdruk nog toegenomen sinds 2003 – ondanks een stabiele werklast. Er zijn zeer grote verschillen tussen de lectoren onderling op gebied van beleefde werkdruk. Gemiddeld genomen ervaren vrouwen een hogere werkdruk dan mannen; jonge lectoren (onder de 35 jaar) ervaren minder werkdruk. Leidinggevenden hebben een significant hogere werkdruk dan niet-leidinggevenden, voltijdsen ervaren een hogere werkdruk dan deeltijdsen. Er zijn ook verschillen tussen opleidingen: de werkdruk wordt hoger ervaren in de studiegebieden onderwijs en gezondheidszorg dan in andere studiegebieden. Daarentegen is er geen relatie tussen de werkdruk en de grootte van de opleidingen (aantallen studenten en lectoren) of, misschien verrassend, de student/lector ratio. De factoren die de werkdruk verhogen, verschillen sterk van persoon tot persoon. Toch zijn er een aantal factoren die steeds terugkomen. De top zes, die door minstens de helft van de lectoren wordt vernoemd, is: veel administratieve verplichtingen (verslagen, ECTS-fiches, ..); veel taken bovenop de opdrachtomschrijving; het hoge tempo van veranderingen en vernieuwingen; veel intern overleg en vergaderingen; onvoldoende niveau of niveaudaling bij studenten; e-mails en vragen van studenten op onredelijke uren. Vergeleken met andere Vlaamse werknemers, blijkt de werkdruk van de lectoren in Vlaamse hogescholen (in een typische lesweek) veel hoger (in een gewone werkweek), ook vergeleken met werknemers met vergelijkbare diploma’s. De werkdruk van de Vlaamse lectoren blijkt ook hoger te zijn dan die van hun Nederlandse collega’s. De lectoren voelen zich zeer goed in hun job, zijn sterk gemotiveerd en tevreden over hun werksituatie. De cijfers inzake welbevinden zijn hoger dan in andere sectoren – en dit ondanks de als veel hoger ervaren werkdruk. Het werkwelbevinden is het hoogst bij vrouwen. Het neemt wat af (maar blijft hoog) bij oudere lectoren, in het bijzonder bij mannen. Vastbenoemden zijn wat minder gemotiveerd dan niet vastbenoemden. Dergelijke fenomenen vindt men ook terug in andere sectoren. Men heeft tot slot ook vastgesteld dat de belangrijkste factoren die ontevredenheid en demotivatie beïnvloeden, verschillen van de belangrijkste factoren die werkdruk veroorzaken.
Status
Afgerond
Startdatum
01/11/2010
Einddatum
30/11/2010
Omschrijving van het onderzoeksopzet

De hogescholen hebben de laatste jaren inspanningen geleverd om het hoofd te bieden aan de veranderingen waarmee ze geconfronteerd werden. In de gegeven omstandigheden was het in de meeste departementen en opleidingen illusoir om de werkdruk sterk te reduceren. Het onderzoek heeft als doelstelling om na te gaan welke maatregelen instellingen nemen voor een evenwichtiger onderwijsaanbod, gericht op een reductie en beheersing van de werkdruk. Er wordt een meta-evaluatie gevraagd van de maatregelen en de wijze waarop de hogescholen met het fenomeen werkdruk zijn omgegaan, aangevuld met een inschatting van het effect van deze maatregelen en de evolutie van de werkdruk zelf.
Het onderzoeksteam stelt 4 onderzoeksvragen: (1) welke maatregelen hebben de hogescholen genomen om de werkdruk te beheersen?; (2) wat is het effect geweest van deze maatregelen op de lectoren?; (3) wat is de actuele werkbelasting en werkdruk bij de lectoren?; (4) hoe is de werkdruk de voorbije jaren geëvolueerd? Welke factoren beïnvloeden de werkdruk?
De studie van die onderzoeksvragen verloopt aan de hand van een documentenanalyse en een grootschalige enquête bij een steekproef van lectoren. Een deel van de vragen over het effect van de maatregelen is identiek aan de vragen die in een vergelijkbaar Nederlands onderzoek aan hogescholen zijn gesteld. Tot slot worden een aantal focusgroepen met vertegenwoordigers van hogescholen samengesteld om de laatste onderzoeksvraag te bespreken.

Omschrijving van de onderzoeksresultaten

De hogescholen hebben de laatste jaren inspanningen geleverd om het hoofd te kunnen bieden aan de veranderingen waarmee ze geconfronteerd werden. In de gegeven omstandigheden was het in de meeste departementen en opleidingen illusoir om de werkdruk sterk te reduceren. Op basis van de verzamelde gegevens stelt men dat het beheersbaar houden van de werkdruk en het billijker verdelen van de werklast in zowat alle hogescholen een blijvende bekommernis is geweest. Deze initiatieven blijken echter weinig bekend bij de lectoren of weinig effectief. De Vlaamse hogescholen hebben de voorbije jaren tal van maatregelen en initiatieven genomen die op zijn minst indirect de werkdruk hebben beïnvloed. Dat ging van veranderingen in de allocatie van middelen over reorganisatie van opleidingen tot teamgeestbevorderende activiteiten. Vaak ging het om hogeschoolbrede beslissingen. Wel stelt men vast dat slechts in een heel beperkt aantal hogescholen er sprake is van een geïntegreerd hogeschoolbeleid op gebied van werkdruk. Waarin hogescholen wel succesvol zijn geweest, is in het stabiliseren van de werkbelasting van de lectoren in haar geheel. Net zoals in 2003 presteert een voltijds werkende lector gemiddeld 44 uur in een typische werkweek. Er is op dit punt geen verschil met de resultaten van het SERV-onderzoek van 2003. De taakvariatie is wel toegenomen. De lectoren ervaren de werkdruk in een gemiddelde lesweek als zeer hoog. Bovendien is de werkdruk nog toegenomen sinds 2003 – ondanks een stabiele werklast. Er zijn zeer grote verschillen tussen de lectoren onderling op gebied van beleefde werkdruk. Gemiddeld genomen ervaren vrouwen een hogere werkdruk dan mannen; jonge lectoren (onder de 35 jaar) ervaren minder werkdruk. Leidinggevenden hebben een significant hogere werkdruk dan niet-leidinggevenden, voltijdsen ervaren een hogere werkdruk dan deeltijdsen. Er zijn ook verschillen tussen opleidingen: de werkdruk wordt hoger ervaren in de studiegebieden onderwijs en gezondheidszorg dan in andere studiegebieden. Daarentegen is er geen relatie tussen de werkdruk en de grootte van de opleidingen (aantallen studenten en lectoren) of, misschien verrassend, de student/lector ratio. De factoren die de werkdruk verhogen, verschillen sterk van persoon tot persoon. Toch zijn er een aantal factoren die steeds terugkomen. De top zes, die door minstens de helft van de lectoren wordt vernoemd, is: veel administratieve verplichtingen (verslagen, ECTS-fiches, ..); veel taken bovenop de opdrachtomschrijving; het hoge tempo van veranderingen en vernieuwingen; veel intern overleg en vergaderingen; onvoldoende niveau of niveaudaling bij studenten; e-mails en vragen van studenten op onredelijke uren. Vergeleken met andere Vlaamse werknemers, blijkt de werkdruk van de lectoren in Vlaamse hogescholen (in een typische lesweek) veel hoger (in een gewone werkweek), ook vergeleken met werknemers met vergelijkbare diploma’s. De werkdruk van de Vlaamse lectoren blijkt ook hoger te zijn dan die van hun Nederlandse collega’s. De lectoren voelen zich zeer goed in hun job, zijn sterk gemotiveerd en tevreden over hun werksituatie. De cijfers inzake welbevinden zijn hoger dan in andere sectoren – en dit ondanks de als veel hoger ervaren werkdruk. Het werkwelbevinden is het hoogst bij vrouwen. Het neemt wat af (maar blijft hoog) bij oudere lectoren, in het bijzonder bij mannen. Vastbenoemden zijn wat minder gemotiveerd dan niet vastbenoemden. Dergelijke fenomenen vindt men ook terug in andere sectoren. Men heeft tot slot ook vastgesteld dat de belangrijkste factoren die ontevredenheid en demotivatie beïnvloeden, verschillen van de belangrijkste factoren die werkdruk veroorzaken.

Trefwoord
GELIJKE ONDERWIJSKANSEN (GOK)
Onderwijsniveau
hoger onderwijs
Thema
Ad hoc