Onderwijsonderzoeken

Titel
Evaluatie Voorrangsbeleid Brussel
Korte omschrijving
Het beoordelen in hoeverre het VBB erin slaagde een kwaliteitsverhoging van het Nederlandstalig basisonderwijs teweeg te brengen via het uitbouwen van een ondersteunende, netoverschrijdende en overkoepelende begeleidingsstructuur met als hoofddoel het vergroten van de professionaliteit van leerkrachten met het oog op het verkleinen van de leer- en ontwikkelingsachterstanden van leerlingen. Doorheen het hele onderzoek werd onderzocht via interviews, discussierondes, schriftelijke bevragingen, observaties en documentanalyse. Ook werden er taaltoetsen van een grote steekproef van leerlingen afgenomen (zowel taalvaardigheidtoetsen als meer technisch gerichte taaltoetsen rond technisch lezen en spelling). Daarbij werd ook hun socio-economische status en thuistaalachtergrond in kaart gebracht. Daarnaast werden via sociometrisch onderzoek, interviews en observaties de sociale verhoudingen tussen leerlingen onderzocht.
Status
Afgerond
Startdatum
01/12/2009
Einddatum
31/12/2012
Omschrijving van het onderzoeksopzet

Het onderzoek stelt in vraag in hoeverre het Voorrangsbeleid Brussel (VBB) erin slaagde een kwaliteitsverhoging van het Nederlandstalig basisonderwijs teweeg te brengen via de uitbouw van een ondersteunende, netoverschrijdende en overkoepelende begeleidingsstructuur. Het hoofddoel van VBB is een vergroting van de professionaliteit van leerkrachten met het oog op een verkleining van de leer- en ontwikkelingsachterstanden van leerlingen.

De 4 onderzoeksvragen zijn: (1) zijn de Brusselse leerlingenresultaten op het vlak van taalvaardigheid Nederlands verbeterd?; (2) is de kwaliteit van het leerkrachthandelen voor het taalvaardigheidonderwijs (TVO) erop vooruitgegaan?; (3) welke elementen binnen het VBB-begeleidingsconcept zijn verantwoordelijk voor die mogelijke verbetering en vooruitgang?; (4) welke elementen zijn minder gunstig gebleken?

Het onderzoek van die vragen verloopt aan de hand van interviews, discussierondes, schriftelijke bevragingen, observaties en documentanalyse. Ook worden er taaltoetsen van een grote steekproef van leerlingen afgenomen: zowel taalvaardigheidtoetsen als meer technisch gerichte taaltoetsen over technisch lezen en spelling. Ook hun socio-economische status en thuistaalachtergrond wordt in kaart gebracht. Daarnaast worden via sociometrisch onderzoek, interviews en observaties de sociale verhoudingen tussen leerlingen onderzocht.

Omschrijving van de onderzoeksresultaten

Zijn de Brusselse leerlingenresultaten op het vlak van taalvaardigheid Nederlands verbeterd? - Scores tijdens de 3 metingen: de tweede meting toont een algemene vooruitgang t.o.v. de eerste meting. De resultaten van de derde meting zijn moeilijker vergelijkbaar. - Evolutie t.o.v. de Vlaamse norm: tijdens de tweede meting wordt er beter gescoord t.o.v. de Vlaamse norm; tijdens de derde meting is deze inhaalbeweging niet meer zo afgetekend. - Evolutie in vergelijking met controlescholen: de vooruitgang in de Brusselse scholen is iets groter dan in controlescholen met een vergelijkbare leerlingeninstroom. - Leerlingenkenmerken zoals geslacht en opleidingsniveau van de moeder, gecombineerd met thuistaal niet-Nederlands hangen systematisch samen met verschillen in leerlingenkenmerken. Is de kwaliteit van het leerkrachthandelen m.b.t. taalvaardigheidonderwijs (TVO) erop vooruitgegaan? - Vooruitgang op aantal indicatoren: taalaanbod, talige ondersteuning, doelstellingen, motivatie en betrokkenheid. - Minder vooruitgang op indicatoren die een ander soort leerkrachtrol vereisen: minder klassieke werkvormen die mediatie/interactie vereisen. - Differentiatie: de VBB-input werd op een goede manier in de klaspraktijk omgezet, maar het rendement hiervan is sterk afhankelijk van de mediërende vaardigheden en de maturiteit van de leerkracht. - Omgaan met ouders: onder invloed van VBB zijn er veel concrete initiatieven genomen om ouders te betrekken en te informeren; een vastomlijnde schoolvisie of –beleid rond ouderbetrokkenheid ontbreekt nog vaak. Verandering van percepties bij de schoolteamleden: - Concept van TVO is geïncorporeerd en wordt nog weinig in vraag gesteld. - Pragmatische omgang met meertaligheid: de teamleden blijven worstelen met meertaligheid en hanteren vooral een pragmatische aanpak in het omgaan met het Nederlands en met andere talen. - Haalbaarheid van eindtermen Nederlands wordt minder in vraag gesteld. De probleembeleving rond anderstaligheid is een stuk kleiner geworden. Welke elementen binnen het VBB-begeleidingsconcept zijn hiervoor verantwoordelijk? - Behoeftengerelateerde ondersteuning met focus op TVO; - Gunstige ondersteuningsmodaliteiten; - Geïntegreerde en procesmatige aanpak; - Lesmateriaal als hefboom voor inhoudelijke vernieuwing; - Individuele, concrete en praktijkgerichte ondersteuning; - Gelijkgericht werken door VBB-begeleiding. Welke elementen binnen en buiten het concept zijn minder gunstig gebleken? - De kans op rendement is duidelijk kleiner bij scholen of teamleden die geen behoeften uiten - Het rendement van indirect werken, vooral aan het omgaan met diversiteit, is weinig duidelijk - Het gebruik van materialen, activiteiten of werkvormen als hefboom, als doel en niet als middel om TVO te verhogen. - Bij de overschakeling op vraagsturing hebben de scholen een versneld verzelfstandigingsproces, moeten doorlopen. De resultaten zijn afhankelijk van bestaand beleidsvoerend vermogen - Groot leerkrachtenverloop - Groot leerlingenverloop en het probleem van zittenblijven

Onderwijsniveau
  • lager onderwijs
  • secundair onderwijs
Thema
Ad hoc