De economische conjunctuur wordt in het algemeen verantwoordelijk geacht voor de fluctuaties op de onderwijsarbeidsmarkt: als de economie het slecht doet is er meer interesse, als de economie het beter doet, is er minder interesse voor het onderwijs. In elk geval worden scholen geconfronteerd met een moeilijke personeelsplanning: slechts 54.7% van de scholen die een vacature hadden openstaan, had bij de selectie de keuze uit meer dan één kandidaat. 18,7 % van de scholen gaf aan dat moeilijk invulbare vacatures voor bepaalde studiegbieden waren en 29,8 % gaven aan dat ze tijdens het jaar moeilijkheden hadden om leerkrachten te vervangen. Dit was vooral in de cluster nijverheid en de cluster verzorging.
In totaal namen 326 scholen (op 472) deel aan het onderzoek. Van elke van de tien geselecteerde studiegebieden nam minstens 60 % deel aan het onderzoek. Er werden 12 focusgroepen georganiseerd: vier met directeurs van TSO/BSO-scholen, vier met GPB-studenten en vier met GPB-docenten.
