Op basis van een wetenschappelijke studie en de hierin opgenomen aanbevelingen werd dan ook een nieuw concept leerlingenvervoer uitgewerkt door de Vlaamse ministers van Onderwijs en Mobiliteit, goedgekeurd op 17 juli 2015 door de Vlaamse Regering. In deze nota wordt de nieuwe werkwijze voor de toekenning van leerlingenvervoer aan leerlingen buitengewoon onderwijs beschreven, met de klemtoon op lokaal overleg. De organisatie van het leerlingenvervoer wordt hierbij gedecentraliseerd en er worden in heel Vlaanderen verzorgingsgebieden gevormd, i.e. afgebakende gebieden waarbinnen het leerlingenvervoer autonoom/lokaal georganiseerd zal worden.
Het nieuwe concept wordt niet meteen grootschalig in geheel Vlaanderen uitgerold vanuit organisatorische en financiële overwegingen, maar wordt getest in twee pilootprojecten met als doel in te schatten wat de implicaties op beperkte schaal zijn en waar bijsturing noodzakelijk is. In de pilootprojecten wordt vanaf schooljaar 2017-2018 het recht op leerlingenvervoer volgens nieuwe criteria toegekend voor nieuwe leerlingen die vanaf maart 2017 inschrijven in een school binnen het pilootproject. De pilootprojecten vinden plaats in Leuven-Heverlee, en in Roeselare-Hooglede-Izegem- Ingelmunster. Deze pilootgebieden werden geselecteerd op basis van de beheersbaarheid van het aantal scholen, de reeds bestaande samenwerkingsverbanden, een landelijk versus een stedelijk gebied, een evenwichtige verdeling van verschillende types en opleidingsvormen, en het engagement om mee te werken aan het pilootproject. Vanaf september 2016 startte de voorbereiding van de uitrol in beide projecten, o.a. door overleg en samenwerking tussen alle relevante stakeholders en de centrale stuurgroep. Tijdens de effectieve uitrol van het pilootproject, dus vanaf maart 2017, werd het concept verder uitgewerkt. De voorbereiding en het besluitvormingsproces in functie van een structurele implementatie in heel Vlaanderen werd in tussentijd gestart, met als doel een effectieve uitrol van het nieuwe concept in Vlaanderen vanaf maart 2018, wanneer de eerste leerlingen inschrijven voor schooljaar 2018-2019.Door de gefaseerde invoering kunnen de centrale principes stapsgewijs en in overleg met de lokale stakeholders geïmplementeerd en geëvalueerd worden, waarbij bovendien de budgettaire haalbaarheid van een ruimere implementatie correcter kan ingeschat worden.
Beide pilootprojecten worden geëvalueerd in functie van beleidsleren voor een mogelijke structurele implementatie in heel Vlaanderen. Het doel van de evaluatie is tweeledig:
- * nagaan wat het effect is op beperkte schaal van de uitwerking van de centrale principes van de conceptnota leerlingenvervoer:
- * Een multimodale organisatie van het leerlingenvervoer
- Een decentralisatie waarbij het lokale niveau de autonomie krijgt om te bepalen welke leerlingen recht hebben op vervoer naar welke school en op welke manier
- Een verdere uitbouw van buitenschoolse opvang
- * nagaan of een organieke implementatie in Vlaanderen haalbaar en wenselijk is.
Het onderzoek combineert een kwantitatieve (analyse op de administratieve databanken) en een kwalitatieve (focusgroepen) gegevensverzameling.