Onderwijsonderzoeken

Titel
SONO Vrije Ruimte 2018: Review master basisonderwijs
Korte omschrijving
De discussie over het al dan niet opleiden van masters specifiek voor het basisonderwijs is tot nu toe, zowel in Vlaanderen als daarbuiten, weinig empirisch onderbouwd. Daarom werd in het kader van SONO deze thematiek onderzocht.
Status
Afgerond
Startdatum
01/07/2018
Einddatum
31/01/2019
Omschrijving van het onderzoeksopzet

De discussie over het al dan niet opleiden van masters specifiek voor het basisonderwijs is tot nu toe, zowel in Vlaanderen als daarbuiten, weinig empirisch onderbouwd. In dit onderzoek werd deze thematiek onderzocht aan de hand van drie onderzoeksvragen:

  1. Wat zijn enerzijds de theoretische argumenten en anderzijds de empirische evidentie voor het opleiden van masters basisonderwijs? 
  2. In welke mate en op welke manier worden in Europa masters basisonderwijs opgeleid en tewerkgesteld? 
    • Welke opleidingen en opleidingstrajecten zijn gangbaar? 
    • In welk statuut worden masters tewerkgesteld (opdracht, verloning)?  
  3. Hoe evalueren schoolactoren de tewerkstelling van masters basisonderwijs in hun school? 
    • Wat zijn de (gepercipieerde) voordelen voor leerlingen, leraren en scholen? 
    • Wat zijn de (gepercipieerde) nadelen voor leerlingen, leraren en scholen? 
    • Welke condities worden beschouwd als noodzakelijk opdat masters basisonderwijs een meerwaarde kunnen betekenen voor leerlingen, leraren en scholen?  

De eerste onderzoeksvraag wordt beantwoord aan de hand van een reviewstudie (deelstudie 1). Er werd een exploratieve studie opgezet om een antwoord te formuleren op de tweede en derde onderzoeksvraag (deelstudie 2).

Omschrijving van de onderzoeksresultaten

De twee deelstudies hebben geleid tot volgende vijf onderbouwde conclusies

  1. De discussie over de opleiding en tewerkstelling van masters in het basisonderwijs mag zich niet beperken tot louter het al dan niet bezitten van een masterdiploma. Van belang is vooral de inhoud van de masteropleiding en de wijze waarop die aansluit bij de basisopleiding. De inhoud van een masteropleiding primeert op het label. De discussie over het opleiden en tewerkstellen van masters in het basisonderwijs moet gaan over de vraag welke competenties leraren moeten beschikken en in welke mate een masteropleiding hiertoe kan bijdragen.
  2. In de literatuur wordt hetgeen leraren in de klas doen, de manier waarop ze hun lespraktijk vormgeven en interageren met leerlingen, als een fundamenteel kenmerk voor het beïnvloeden van de leerprestaties van leerlingen naar voren geschoven. Een master basisonderwijs werkt voortdurend op het snijvlak van theorie en praktijk. De plaats van een leraar met een masterdiploma lijkt in de klas zelf te zijn, weliswaar met de mogelijkheid om bij te dragen tot de klaspraktijk van andere leraren in het schoolteam en aan schoolontwikkeling in het algemeen.
  3. Ook blijkt dat de tewerkstelling van masters basisonderwijs in scholen gezien kan worden als een manier om educatieve diversiteit in het schoolteam te creëren en vervolgens het leren onder elkaar te stimuleren. In die zin kan de tewerkstelling van masters een bijdrage leveren aan het omvormen van scholen tot professionele leergemeenschappen. Centraal staat dus voornamelijk het gezamenlijk benutten van de verschillende expertises die heersen binnen een schoolteam, onafhankelijk van de wijze waarop die expertises werden verworven (bijvoorbeeld tijdens een masteropleiding, door nascholing of in de vrije tijd).
  4. Ook kan een masteropleiding bijdragen aan het verbeteren van het imago van het lerarenberoep. Een belangrijke bedenking hierbij is dat veranderde instroom niet noodzakelijkerwijs meer diverse instroom betekent maar ook een verschuiving van instroom kan zijn, wat opnieuw risico’s inhoudt voor een homogenisering van het lerarenteam.
  5. Tot slot kan het opleiden van masters basisonderwijs volgens de onderzoekers niet losgekoppeld worden van de tewerkstelling van masters basisonderwijs. Immers, vanuit het oogpunt van leraren die de inspanning leveren om een masteropleiding te volgen is het belangrijk om die investering zoveel mogelijk te laten renderen. Om dit mogelijk te maken, is een duidelijk kader nodig. Dit kader kan geboden worden in de vorm van taak- en functiedifferentiatie, waarbij masters naast hun rol als leraar van hun schoolleider een formeel mandaat krijgen om bepaalde klasoverstijgende taken op te nemen of processen te leiden binnen het team die aansluiten bij hun expertise. Ook een differentiatie in loon wordt als noodzakelijk beschouwd. Zo kan de aantrekkelijkheid van de masteropleiding verhoogd worden en kan er tegelijkertijd vermeden worden dat leraren met een masterdiploma het onderwijs verlaten

Dit onderzoek heeft beleidsaanbevelingen.

Onderwijsniveau
lager onderwijs
Thema
Steunpunt SONO
Themalijn
Onderzoeksdomein 2: De leraar en de school als organisatie