Heel wat wetenschappelijk onderzoek stelt vast dat in scholen met een kansarme leerlingenpopulatie vaak de minst ervaren leerkrachten werken. Op basis van TALIS data blijkt dat de situatie in Vlaanderen zeer uitgesproken is. Meer dan in andere landen werken ervaren leerkrachten in Vlaanderen meestal in een minder uitdagende context terwijl startende leraren in scholen werken met een kansarme leerlingenpopulatie. Mogelijk wordt deze tendens nog versterkt in tijden van schaarste op de arbeidsmarkt. De ongelijke verdeling van leraren heeft o.a. budgettaire consequenties aangezien jonge leraren door hun beperkte anciënniteit goedkoper zijn dan ervaren leraren. Verder zijn er mogelijk ook gevolgen naar leeruitkomsten aangezien onderzoek uitgewezen heeft dat de effectiviteit van leerkrachten stijgt naarmate zij meer ervaring hebben (Rice, 2003). De vraag rijst hoe het beleid zou kunnen interveniëren op de ongelijke verdeling van ervaren leerkrachten. Hiervoor zouden we eerst meer inzicht moeten hebben in de mechanismen die deze relatie veroorzaken. Scholen met een hoge OKI worden ruimer omkaderd wat in principe voordelen zou moeten bieden voor leraren maar blijkbaar wegen die niet op tegen mogelijke nadelen. We vermoeden dat scholen met een uitdagende leerlingenpopulatie – vaak geconcentreerd in de grotere steden – het moeilijker hebben om leerkrachten aan te trekken en te behouden omdat dit extra inspanningen vergt van het personeel (bv. beperktere kennis Nederlands, cultuurverschillen, meer tijd nodig voor ordehandhaving in de klas, …). Maar ook tal van andere aspecten kunnen een rol spelen zoals het beleidsvoerend vermogen in een school, de bereikbaarheid van een school (woon-werk afstand), enzovoort. Dit onderzoek zou op zoek moeten gaan naar verklaringen waarom scholen in een grootstedelijke context het moeilijk hebben om leerkrachten aan te trekken en te behouden.
Met dit onderzoek willen we een diepgaande analyse van beleid en praktijken in 2 groepen scholen in een grootstedelijke context, waar er enerzijds een beperkt personeelsverloop is en anderzijds een groot personeelsverloop. Hoe komt dat? Wat zijn bepalende factoren? Is er een rol voor de schoolleider/schoolbestuur/scholengemeenschap/extern netwerk? Wat blijken uit dit onderzoek belangrijke hefbomen te zijn die ook andere scholen kunnen inspireren?
Hierbij wordt een kwalitatief onderzoek uitgevoerd in 10 scholen (4 in Antwerpen en 6 in Brussel). In elke school vinden interviews plaats met de schoolleiding en 3 leraren. We mikken hierbij dus op 4 interviews per case (in totaal dus 40 interviews).
Na de dataverzameling zullen de gegevens verwerkt worden via verticale en horizontale analyse. De rapportering van de resultaten zal gebeuren in een eindrapport waarin ook aandacht is voor aanbevelingen voor beleid en praktijk.