Binnen deze onderzoekslijn werden twee literatuurstudies gepubliceerd over compensatiefinanciering. De eerste literatuurstudie (Extra middelen, meer gelijke onderwijskansen?) focust op Vlaanderen. Het geeft een overzicht van de compensatiefinancieringsmaatregelen in het gewoon basis- en secundair onderwijs sinds 2002. Vervolgens wordt een overzicht geboden naar de bestaande onderzoeken naar de effectiviteit van de compensatiefinanciering en worden voorstellen geformuleerd om de effectiviteit van deze maatregelen te versterken. De tweede literatuurstudie (Equity funding of schools: What do we learn from the literature about its effectiveness?) hanteert een internationaal perspectief. Het rapport geeft een overzicht van evaluatiestudies over de effectiviteit van compensatiefinanciering in Westerse landen. Men stelt vast dat de meeste onderzoeken slechts een matig effect vaststellen. In het tweede deel van het rapport worden mogelijke verklaringen geëxploreerd over het uitblijven van overtuigende resultaten.
Daarnaast werden twee rapporten opgeleverd die steunen op de PISA data, waarbij de prestaties van 15-jarigen in 2015 vergeleken werd met die van 2003.
Het rapport “Ongelijkheden in het Vlaamse onderwijssysteem: verbetering in zicht?” legt de focus op de leerlingenkenmerken en de schoolcompositiekenmerken die de ongelijke onderwijsuitkomsten bij 15-jarige leerlingen verklaren. Het rapport toont onder meer aan dat de samenhang tussen SES en cognitieve onderwijsuitkomsten (wiskunde en leesvaardigheid) is afgenomen tussen 2003 en 2015, maar ook dat de gemiddelde prestaties gedaald zijn.
Het rapport “Iets gelijker maar helaas niet beter. Trends in ongelijkheden in het Vlaamse Onderwijs” analyseert de contextuele factoren op leerlingenniveau en schoolniveau en de wijze waarop deze contextuele veranderingen de bevindingen uit het vorige rapport (trage daling van de ongelijkheid en daling van de gemiddelde prestaties) mee kunnen verklaren.
Een ander rapport “De invloed van school- en systeemkenmerken op (on)gelijke onderwijsuitkomsten naar sociale herkomst en thuistaal” (SONO/2019.OL1.3/2) maakt gebruik van de internationale PISA 2015 data. Het betreft onderzoek naar de invloed van school- en systeemkenmerken op de resultaten voor wiskunde en leesvaardigheid. Daarbij wordt niet enkel gekeken naar de gemiddelde PISA-scores (als indicator van kwaliteit van onderwijs), maar ook naar de impact van SES en thuistaal op de resultaten (als indicator van (on-)gelijkheid).
Het rapport 'Compensatiefinanciering in het gewoon basis- en secundair onderwijs. Case studies naar de implementatie van compensatiefinanciering in Vlaanderen, Nederland, Engeland en Frankrijk (SONO/2019/OL1.3/4) hanteert een internationaal vergelijkend perspectief. De vergelijking van Vlaanderen met drie buurlanden heeft als doel inspiratie te putten voor de versterking van de effectiviteit van de compensatiefinanciering.
Het rapport 'Trends in onderwijsongelijkheden op lange termijn in Vlaanderen (SONO/2020/OL1.3/2)' zoekt naar indicaties van effecten van het GOK-beleid op de kans op vroegtijdig schoolverlaten, op de doorstroom naar hoger onderwijs en op het arbeidsinkomen op de leeftijd van 25 jaar.
Het laatste rapport 'Naar een versterking van het Vlaamse gelijke-onderwijskansenbeleid. Verslag van een consensusbevraging van experten (SONO/2020/OL1.3/1)' vormt het sluitstuk van de onderzoekslijn naar gelijke onderwijskansen. De conclusies en beleidsaanbevelingen uit de eerdere SONO-studies werden voorgelegd aan een expertenpanel met als doel een breder gedragen set van aanbevelingen te formuleren.