Onderwijsonderzoeken

Titel
Haalbaarheidsstudie naar de invoering van centrale toetsen in Vlaanderen: psychometrisch-pedagogische aspecten (perceel 1)
Korte omschrijving
Haalbaarheidsstudie naar de invoering van centrale toetsen in Vlaanderen: psychometrisch-pedagogische aspecten (perceel 1)
Status
Afgerond
Startdatum
01/08/2020
Einddatum
31/01/2021
Omschrijving van het onderzoeksopzet

Het pedagogisch-psychometrisch luik van de haalbaarheidsstudie (perceel 1) gaat in op de vraag wat er nodig is om gecentraliseerde toetsen vorm te geven. Het rapport geeft eerst een algemeen kader over het in balans brengen van de verschillende doelen van de toetsen en het psychometrisch kader. Vervolgens gaan de onderzoekers in op de vragen over het meten van leerwinst, toetsontwikkeling en omgaan met resultaten.

Voor elk van de vragen die beantwoord moeten worden bij de implementatie van de gecentraliseerde toetsen in Vlaanderen een aantal mogelijke keuze-opties of scenario’s formuleren waaruit gekozen moet worden met de bijhorende voor- en nadelen. De verschillende onderzochte aspecten staan niet los van mekaar en dienen in samenhang bekeken te worden. Zo heeft vooral het doel van de toetsen en het gebruik van de resultaten een belangrijke impact op de andere keuzes die gemaakt moeten worden. Maar ook de andere onderzochte aspecten vertonen een grote samenhang.

Omschrijving van de onderzoeksresultaten

De onderzoekers geven aan dat het niet evident is om verschillende toetsdoelen te combineren en dat de perceptie van de toetsfinaliteit zal bepalen hoe verschillende actoren in het onderwijsveld met de gecentraliseerde toetsen omgaan.

CITO formuleert volgende belangrijke randvoorwaarden en aanbevelingen voor een succesvolle implementatie van de gecentraliseerde toetsen.

  1. Specificeer het doel van de toetsing: omschrijf in detail wat bereikt moet worden met de toetsing, in welke mate de toetsen formatief of summatief zijn, in welke mate nadruk ligt op leerwinst of op de bereikte resultaten op dit moment, op welke niveaus er gerapporteerd moet worden en welke vervolgacties op basis daarvan in gang gezet moeten worden.
  2. Creëer draagvlak:
  3. Voorzie voldoende itemproductie op alle domeinen en subdomeinen, voor alle niveaus van leerlingen
  4. Voorzie voldoende ondersteuning en onderhoud van het toetsproces (technisch, administratief, psychometrisch, organisatorisch, communicatief, …)
  5. Stel een routekaart op voor de invoer van centraal toetsen: Een goed werkend centraal toetssysteem is niet in een drietal jaar gebouwd. Het is verstandig een routekaart te maken om daar een volgorde in aan te geven wat eerst moet gebeuren en wat later kan. De kosten bepalen voor een deel ook de routekaart, en de kosten hangen ook sterk af van het belang dat aan de toetsen gehecht wordt. In dat kader raden de onderzoekers sterk aan om zeker bij de eerste afname in het veld duidelijk te maken dat dit deels ook een leerproces is, en dat de belangen –zeker in het eerste jaar–niet al te hoog kunnen zijn voor alle belanghebbenden.  Deze keuze zou de kosten ook meer beheersbaar maken, omdat de kosten hoog zijn bij de stappen die nodig zijn voor het voorkomen van fraude bij de afnamen. Kostenbeheersing kan zo deels ook door beheersing van de belangen gestuurd worden.  De focus zou in het begin vooral moeten liggen opdat de basis goed is op het vlak van toetsontwikkeling, rapportages, afname en techniek. Als de leercurve stijl is, en de eerste al dan niet voorziene problemen opgelost zijn, kan het belang van de toetsen opgehoogd worden. Hoewel er bij de inrichting van het proces rekening gehouden moet worden dat de belangen hoger kunnen worden dan in het eerste jaar, hoeven de werkelijke kosten die daaraan gerelateerd worden pas dan gemaakt te worden. Dit kan ook een stapsgewijs proces zijn, dat ook afhangt van het draagvlak. Hoe meer de toetsen geaccepteerd zijn, hoe groter de belangen die er vanaf hangen kunnen zijn.
Promotor
  • Feskens Remco (CITO)
  • Hemker Bas (CITO)
Thema
Ad hoc