Dit onderzoek maakte gebruik van een systematische literatuurstudie om zicht te krijgen op diverse organisatievormen en op de nood tot taaldifferentiatie m.b.t. gesproken talen en gebarentalen voor dove, slechthorende en horende kinderen. Om inzicht te krijgen in de implementatie van tweetalig onderwijs in Vlaanderen werd gesproken met een Vlaamse en een internationale academische denktank met expertise in meertaligheid, meertalig onderwijs, inclusie, onderwijs voor dove en slechthorende kinderen, schoolontwikkeling en VGT. Daarnaast werden vijf focusgroepsgesprekken met personeel gewoon- en buitengewoon onderwijs en leersteuncentra, en ouders georganiseerd. Om informatie te verzamelen over de beschikbare kennis over (vak)didactiek VGT, werd een vragenlijst uit naar scholen buitengewoon onderwijs uitgestuurd en drie leerkrachten en een logopedist van vier scholen geïnterviewd.
Op basis van de resultaten van het onderzoek komt co-enrollment naar voren als meest haalbare en wenselijke organisatievorm in Vlaanderen om kwaliteitsvol onderwijs te bieden, mits voldaan wordt aan de randvoorwaarden. De vier kernprincipes van co-enrollment zijn (1) een kritische massa van dove/slechthorende leerlingen, (2) dove/slechthorende leerlingen volgen lessen met horende leerlingen, (3) leerkrachten teamteachen in de klas en (4) de meeste leerlingen volgen het gemeenschappelijk curriculum.
Daarnaast werden zes randvoorwaarden geïdentificeerd voor succesvolle implementatie: (1) schoolvisie, leiderschap, schoolcultuur; (2) leerkrachten die teamteachen en zich (verder) ontwikkelen binnen een professionaliseringstraject; (3) een mix tussen dove/slechthorende en horende leerlingen met evenwichtige participatie van alle leerlingen; (4) een sterke en doordachte klaswerking met aandacht voor een universeel ontwerp voor leren; taalbeleid,- planning, en -differentiatie; klasgrootte, sociaal-emotionele ontwikkeling; klasinrichting; (5) partnerschap met ouders en (6) ondersteuning van externe bondgenoten, zoals lerarenopleiders, onderzoeksinstellingen, de Dovengemeenschap, scholen voor buitengewoon onderwijs, leersteuncentra, pedagogische begeleidingsdiensten, enz.
Beleidsaanbevelingen werden geformuleerd, rekening houdend met urgentie. Tijdens de initiatiefase moeten (a) het wettelijk kader, (b) de beoordelingscriteria voor scholen, (c) een professionaliseringsaanbod voor onderwijspersoneel en (d) het mogelijk gebruik van technologie worden uitgewerkt om de opstart van tweetalig inclusief onderwijs mogelijk te maken. Daarnaast omvatten aanbevelingen op korte termijn – met onmiddellijke actie – (a) een groot aantal thema’s voor voortgezet onderzoek, (b) een duurzame uitwerking van het professionaliseringsaanbod, (c) de opleiding van d/sh gebarentalige leerkrachten, (d) de ontwikkeling van een curriculum voor het VGT- taalvak, (e) de kwaliteitscontrole voor tweetalig inclusief onderwijs, (f) een vroegtijdig tweetalig taalaanbod Ned-VGT, en (g) het nagaan van tweetalig voortgezet onderwijs. Aanbevelingen op lange termijn impliceren een langdurige opvolging en omvatten (a) sensibilisering in de maatschappij inzake doof-zijn en Vlaamse Gebarentaal en (b) het opvolgen van technologische mogelijkheden. Bij de uitwerking van de aanbevelingen is de inclusie van het perspectief van dove gebarentalige experten cruciaal.
De resultaten van het onderzoek werden vastgelegd in (1) een wetenschappelijk rapport, inclusief aanbevelingen en (3) een startersgids met achtergrondinformatie, randvoorwaarden en een praktisch stappenplan voor scholen die een tweetalig aanbod (Ned-VGT) willen inrichten.