Het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs bepaalt in artikel 30 dat ten minste eenmaal om de zes jaar, en voor het eerst tijdens het schooljaar 2012-2013 de werking geëvalueerd zal worden van de PBD’s en de POC’s. Het decreet bepaalt dat deze evaluatie uitgevoerd moet worden door een door de Vlaamse Regering samengestelde commissie en dat de Vlaamse Regering voor deze commissie een werkingsprotocol opstelt. Dit werkingsprotocol moet o.a. verduidelijken hoe de personeelsleden van de instellingen betrokken zullen worden.
Voor de empirische onderbouwing van de evaluatie is het belangrijk om zicht te krijgen op de wijze waarop leraren, schoolleiders, CLB medewerkers en andere onderwijsprofessionals de ondersteuning door de PBD’s en POC’s ervaren. Daarom vragen we ter ondersteuning van de commissie een wetenschappelijk onderzoek dat een Vlaanderenbreed zicht biedt op de ervaringen van onderwijsprofessionals inzake ondersteuning door PBD’s en POC’s. Daarnaast willen we ook zicht krijgen op bepalende factoren en verklarende inzichten.
Deze kennisvragen worden beantwoord voor diverse personeelsleden ((startende) leraren, schoolleiders, leerlingbegeleiders, …) uit het gewoon en buitengewoon onderwijs en diverse onderwijsniveaus. Daarnaast worden ook personeelsleden van CLB’s en leersteuncentra bevraagd.
De resultaten van deze bevraging dienen als input voor de evaluatiecommissie die de PBD’s en POC’s zal evalueren vanaf midden 2025.