Onderwijsonderzoeken

Titel
Evaluatie ESF+-projecten Ondersteuning Altererend Leren (OAL) en Transitietrajecten VSV (TT)
Korte omschrijving
impactevaluatie van het ESF+-project Ondersteuning Alternerend Leren (OAL) en het ESF+ project 'Transitietrajecten voor vroegtijdige schoolverlaters (TT)
Status
Lopend
Startdatum
22/04/2025
Einddatum
30/11/2026
Omschrijving van het onderzoeksopzet

Dit betreft een impactevaluatie van twee ESF+-projecten: Ondersteuning Alternerend Leren (OAL) en Transitietrajecten voor vroegtijdige schoolverlaters (TT). Het onderzoek moet duidelijk maken in hoeverre deze trajecten jongeren effectief ondersteunen bij de overstap van onderwijs naar werk, met bijzondere aandacht voor het versterken van arbeidsmarktgerichte vaardigheden.

OAL richt zich op jongeren die extra ondersteuning nodig hebben bij het ontwikkelen van competenties in functie van stages, alternerend leren of de voorbereiding daarop. De focus ligt op competentieversterking en werkplekleren. TT-trajecten zijn bedoeld voor jongeren met schoolmoeheid die het risico lopen op vroegtijdige schooluitval. Deze jongeren krijgen begeleiding op maat, met als doel een onderwijskwalificatie te behalen of duurzaam toe te treden tot de arbeidsmarkt.

Centrale onderzoeksvragen zijn onder meer: is minstens 30% van de deelnemers zes maanden na afloop aan het werk, inclusief in zelfstandige activiteit? Hebben deelnemers, in vergelijking met niet-deelnemers in gelijkaardige situaties, meer kans op werk of een stage? En leidt deelname aan TT-trajecten vaker tot kwalificatie of duurzame tewerkstelling? Er wordt bovendien onderzocht hoe de aanpak van aanbieders invloed heeft op de resultaten, en welke werkingsmechanismen tot succes of falen leiden. Bij OAL wordt daarbij specifiek gekeken naar de meerwaarde van geïntegreerde begeleiding door één vaste mentor, ten opzichte van vroegere gescheiden initiatieven zoals brugprojecten en IBAL.

De impactevaluatie verloopt in twee hoofdfasen. In fase 1 wordt het evaluatiekader en de programmatheorie ontwikkeld. Eerst worden de onderzoeksvragen verfijnd, databronnen vanuit VDAB, AGODI en WEWIS in kaart gebracht en de relevante stakeholders gemapt. Vervolgens worden via literatuurstudie, workshops en participatieve methoden zoals videovoice inzichten verzameld in wat werkt voor de doelgroep.  

In fase 2 worden de theorieën uit fase 1 empirisch getoetst via surveys, beschrijvende data-analyses en econometrische technieken. De surveys richten zich op jongeren, aanbieders, mentoren en werkgevers, en behandelen thema’s als tevredenheid, begeleiding, samenwerking, competentieversterking en toekomstperspectief. De analyses leveren inzichten op per regio, aanbieder en profiel, met focus op succespercentages, doorstroom en kostenefficiëntie. Beleidsaanbevelingen worden beoordeeld op haalbaarheid, uitvoerbaarheid, en draagvlak, in overleg met stakeholders via workshops en prioriteitenmatrices.

Het project loopt van voorjaar 2025 tot eind november 2026. Er zijn drie rapportagemomenten voorzien: het eerste rapport in mei 2025 (onderzoeksopzet), een tussentijdse meting in april 2026, en het eindrapport met beleidsaanbevelingen op 30 november 2026. De inzichten zullen richtinggevend zijn voor toekomstig beleid rond OAL- en TT-trajecten. 

Promotor
  • Wim Marneffe (Indiville consult)
  • Sodermans An Katrien (Indiville consult)
Thema
Ad hoc