Decreet houdende de subsidiëring van studenten- en
leerlingenkoepelverenigingen.
goedkeuringsdatum
30 MAART 1999
publicatiedatum
B.S.15/09/1999
datum laatste wijziging
26/08/2021
COORDINATIE
(1)
Decr. van 19/03/2004 (B.S. 10/06/2004)
detail
Decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student, de [medezeggenschap] in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen ;
(2)
Decr. van 09/07/2021 (B.S. 26/08/2021)
detail
Decreet over het onderwijs XXXI ;
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij,
Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.
Dit decreet regelt een
gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.
Voor de toepassing van dit
decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder :
1° koepelvereniging : een
studentenkoepelvereniging of een leerlingenkoepelvereniging;
2° studentenkoepelvereniging : de koepelvereniging van aan
Vlaamse universiteiten en/of hogescholen verbonden plaatselijke studentenraden;
3° leerlingenkoepelvereniging : de
koepelvereniging van aan Vlaamse secundaire onderwijsinstellingen verbonden
plaatselijke leerlingenraden;
4° vorming :
een qua onderwijsbeleid relevante opleiding en begeleiding van studenten en/of
leerlingen van ten minste drie uur en voor ten minste tien deelnemers;
5° leerlingen : personen, ingeschreven in het
stamboek van een onderwijsinstelling voor secundair onderwijs die een gedeelte
van de vakken of alle vakken volgen, gedurende het volledige schooljaar of een
deel van het schooljaar;
6° studenten :
personen, ingeschreven in een instelling voor hoger onderwijs.
Art. 3.
Onder de in dit decreet
vastgelegde voorwaarden, verleent de Vlaamse regering subsidies aan studenten-
en leerlingenkoepelverenigingen.
HOOFDSTUK II. -
Subsidiëringsvoorwaarden
Art. 4.
Alleen koepelverenigingen,
werkzaam voor en geleid door leerlingen en studenten aan onderwijsinstellingen,
erkend door de Vlaamse Gemeenschap, komen in aanmerking voor de toepassing van
dit decreet.
Art. 5.
De koepelvereniging moet
blijkens haar statuten tot doel hebben studenten en leerlingen vorming en
ondersteuning te bieden, met het oog op participatie in de diverse inspraak- en
beheersorganen op het gebied van onderwijs.
Art. 6.
Uit de statuten en werking
moet blijken dat de koepelvereniging de principes en de regels van de
democratie aanvaardt en tevens het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
en het Internationaal verdrag betreffende de Rechten van het Kind
onderschrijft.
Art. 7.
De koepelvereniging moet
verder :
1° opgericht zijn op particulier
initiatief in de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel,
overeenkomstig
[de wettelijke
verplichtingen voor verenigingen zonder winstoogmerk]
;
2°
haar zetel hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad. Op de zetel moeten in het Nederlands de nodige bewijsstukken
en documenten waaruit blijkt dat aan de subsidiëringsvoorwaarden is
voldaan voorhanden zijn en ter beschikking gesteld worden voor onderzoek door
de administratie;
3° een boekhouding voeren
volgens een model dat door de Vlaamse regering wordt goedgekeurd;
4° jaarlijks een door de algemene vergadering
goedgekeurd werkingsverslag bij de administratie indienen.
Art. 8.
Inzake representativiteit
voldoen de koepelverenigingen aan de volgende voorwaarden :
-
[studentenkoepelvereniging : overkoepelt ten
minste studentenraden van tien instellingen en van twee
associaties;]
-
leerlingenkoepelvereniging : overkoepelt ten minste vijftig leerlingenraden van
een secundaire school uit ten minste vier Vlaamse provincies met inbegrip van
het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Alle onderwijsvormen dienen daarin
vertegenwoordigd te zijn.
HOOFDSTUK III. - Subsidies
Art. 9.
De subsidie wordt toegekend
voor de werkingsuitgaven en de personeelsuitgaven en voor uitgaven inzake
projecten.
De Vlaamse regering bepaalt de
subsidiëringsnormen en -voorwaarden.
HOOFDSTUK IV. - Rechten en plichten
Art. 10.
Met het oog op de
ondersteuning en vorming van leerlingen en studenten zorgen de gesubsidieerde
koepelverenigingen voor :
- bijdragen in een
kader- of ledenblad;
- bijdragen in afzonderlijke
publicaties, brochures of documentatie;
-
vormingsactiviteiten en initiatieven van deskundigheidsbevordering.
Art. 11.
Op verzoek van de Vlaamse
regering werkt de gesubsidieerde koepelvereniging mee aan onderzoeken, gericht
op deelname aan of evaluatie van het participatiebeleid inzake onderwijs.
Art. 12.
Op verzoek van de Vlaamse
regering brengt de koepelvereniging advies uit.
Art. 13.
In
artikel 153, 1°,
van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, gewijzigd door
de decreten van 23 oktober 1991 en 8 juli 1996, wordt na littera f) het
volgende toegevoegd :
"g) twee vaste en twee
plaatsvervangende leden die de representatieve leerlingenkoepelverenigingen
vertegenwoordigen;
h) twee vaste en twee
plaatsvervangende leden die de representatieve studentenkoepelverenigingen
vertegenwoordigen."
Art. 14.
In
artikel 153, 1°,
van hetzelfde decreet, gewijzigd door de decreten van 23 oktober 1991 en 8 juli
1996, wordt het woord "zevenendertig" telkens vervangen door het woord
"eenenveertig".
Art. 15.
In artikel 153, 1°, van
hetzelfde decreet, gewijzigd door de decreten van 23 oktober 1991 en 8 juli
1996, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
"De kandidaat-vertegenwoordigers van de inrichtende machten, het
personeel, de ouderverenigingen en de studenten- en
leerlingenkoepelverenigingen worden voorgedragen door de desbetreffende
representatieve organisaties van inrichtende machten, vakorganisaties,
ouderverenigingen en studenten- en leerlingenkoepelverenigingen. De
vertegenwoordigers van de sociale en economische organisaties worden
voorgedragen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen."
Art. 16.
De onder dit decreet erkende
koepelverenigingen hebben een volledig informatierecht. De Vlaamse regering
bezorgt de koepelvereniging alle documenten die zij nodig heeft voor haar
werking.
HOOFDSTUK V. - Controle en sancties
Art. 17.
Onverminderd de controle,
zoals bepaald bij de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17
juli 1991, inzonderheid de artikelen 55 tot 58, oefenen de bevoegde
verificatiediensten van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement
Onderwijs, het toezicht en de controle uit op de aanwending van de subsidies
door de koepelverenigingen.
Art. 18.
De ten onrechte verkregen
subsidies of subsidies die niet correct werden aangewend, worden na een
procedure, vastgelegd door de Vlaamse regering, door het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs teruggevorderd van de betrokken
koepelverenigingen.
Een terugvordering verjaart
na verloop van één jaar, te rekenen vanaf 1 januari volgend op de
betalingsdatum, tenzij de terugbetaling binnen die termijn werd gevraagd.
In afwijking van het tweede lid is de
verjaringstermijn dertig jaar in geval van valse verklaringen die de berekening
van de subsidies beïnvloed hebben.
HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding
Art. 19.
Dit decreet treedt in werking
op 1 januari 2000.