Specifieke maatregelen vanaf 1-9-2001 voor het organiseren van bijzondere pedagogische taken in het basisonderwijs

MEDEDELING: SPECIFIEKE MAATREGELEN VANAF 1-9-2001 VOOR HET ORGANISEREN VAN BIJZONDERE PEDAGOGISCHE TAKEN IN HET BASISONDERWIJS

(…)

1. AANDACHTSPUNTEN

  • - Deze omzendbrief is vanaf 1 september 2001 van toepassing zowel in het gewoon als in het buitengewoon basisonderwijs.
  • - Vanaf 1 september 2001 bestaat de mogelijkheid dat in de hoofdopdracht van de personeelsleden bijzondere pedagogische taken begrepen zijn.

2. REGELGEVING

  • - Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997: de artikelen 3,163, 163 bis, 164 en 165 zoals gewijzigd bij het decreet betreffende het onderwijs XIII.

  • - Nog te wijzigen besluiten:

- Het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs.

  • - Nog te wijzigen omzendbrieven:

- Prestatieregeling - ref. BaO/97/8 (17-6-1997).

3. HET ORGANISEREN VAN BIJZONDERE PEDAGOGISCHE TAKEN

Vanaf 1 september 2001 krijgen de scholen de mogelijkheid om te werken met het systeem van ²bijzondere pedagogische taken². Deze kunnen toegewezen worden aan het onderwijzend personeel, het paramedisch personeel en het medisch, sociaal, orthopedagogisch en psychologisch personeel.

Maximum drie percent van het toegekende lestijden- en urenpakket op schoolniveau kan gereserveerd worden voor bijzondere pedagogische taken. Met het lestijdenpakket wordt bedoeld de lestijden volgens de schalen en de aanvullende lestijden. Het maximum van 3 % kan worden overschreden bij akkoord van het lokaal comité bevoegd inzake arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden.

Het resultaat van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid als het eerste cijfer na de komma groter is dan vier.

3.1. BPT-uren

Met BPT-uren wordt bedoeld de lestijden of uren die kunnen aangewend worden voor bijzondere pedagogische taken. Deze bijzondere pedagogische taken kunnen uitsluitend aangewend worden voor schoolgebonden opdrachten. Ze zijn gericht op het optimaliseren van de pedagogisch-didactische organisatie.

Dit kan onder meer gebeuren door het toekennen van welbepaalde coördinatieopdrachten aan personeelsleden.

Deze uren mogen ook toegekend worden aan de directeur die met een gedeeltelijke onderwijsopdracht belast is.

3.1.1. Onderwijzend personeel

De hoofdopdracht van het onderwijzend personeel kan bestaan uit lesopdracht, en/of bijzondere pedagogische taken, en/of beleidsondersteuning.

3.1.2. Paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel

In de hoofdopdracht van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel kunnen bijzondere pedagogische taken en/of beleidsondersteuning begrepen zijn.

4. VOORWAARDEN VOOR HET AANWENDEN VAN BPT-UREN

De criteria voor de aanwending van het lestijden- of urenpakket zijn het voorwerp van overleg of onderhandeling binnen de geëigende organen. Dit geldt dus uiteraard ook voor de BPT-uren.

5. ADMINISTRATIEVE VERWERKING

5.1. Gelijkstelling

De BPT-uren moeten worden gelijkgesteld met één van de ambten die voorkomen in het basisonderwijs. De toekenning gebeurt in functie van de bekwaamheidsbewijzen die het personeelslid bezit.

Het departement bezoldigt de BPT-uren overeenkomstig de weddenschalen verbonden aan de opgegeven ambten.

De gelijkstelling gebeurt door de schoolbesturen en wordt vermeld op de RL 1 en voor de niet elektronische scholen op de PERS-2.

Daarnaast wordt er ook melding van gemaakt via de BaO's of BKL-formulieren.

5.2. Elektronische mededeling

De BPT-uren moeten apart meegedeeld worden aan het departement onderwijs. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de 'vakcode' 426 ²bijzondere pedagogische taken² (BPT).

5.2.1. Ambten zonder 'vakcodes'

In de meeste gevallen zullen de BPT-uren uitgeoefend worden door kleuteronderwijzers of onderwijzers. Voor deze personeelsleden volstaat het om naast het ambt ook het 'vak' BPT-uren mee te delen. De opdracht wordt dan opgesplitst.

Voorbeeld :

RL-1 - 20u onderwijzer (ambtcode: 33 ) ato 4

RL-1 - 4u onderwijzer (ambtcode: 33 ) ato 4 - BPT-uren ('vakcode': 426)

Beide RL's worden in één en hetzelfde bericht opgestuurd.

Voorbeeld :

RL-1 - 26u logopedist (ambtcode: 17 ) ato 4

RL-1 - 4u logopedist (ambtcode: 17 ) ato 4 - BPT-uren ('vakcode': 426)

Beide RL's worden in één en hetzelfde bericht opgestuurd.

Voor de directeur met lesopdracht wordt de lesopdracht nooit meegedeeld. Dit moet wel gebeuren bij BPT-uren. Hiervoor wordt hetzelfde principe toegepast : een aantal uren directeur en een aantal uren directeur met BPT-uren.

Voorbeeld :

Een directeur met 8 lestijden lesopdracht vult 4 lestijden in via BPT-uren. Dit wordt als volgt meegedeeld:

RL-1 - 20u directeur van een basisschool (ambtcode: 37 ) ato 4

RL-1 - 4u directeur van een basisschool (ambtcode: 37 ) ato 4-BPT-uren ('vakcode': 426)

Beide RL's worden in hetzelfde bericht opgezonden.

5.2.2. Ambten die reeds een 'vakcode' hebben

Bij de leermeesters godsdienst is de 'vakcode' reeds ingevuld met de code van de godsdienst die ze geven. Het is dus niet mogelijk om hierin ook de code voor de BPT-uren te plaatsen. Om dit op te lossen is er een tweede veld voorzien : 'gelijkgesteld vak'. Het is mogelijk dat uw softwareleverancier hieraan een andere benaming heeft gegeven. Daarin vermeldt u dan de code voor de BPT-uren.

Voorbeeld :

RL-1 - 15 u leermeester godsdienst (ambtcode: 34) katholieke godsdienst ('vakcode': 140) ato 4

RL-1 - 3u leermeester godsdienst (ambtcode: 34) katholieke godsdienst ('vakcode': 140) ato 4 - BPT-uren (veld 'gelijkgesteld vak' vakcode: 426)

Beide RL's moeten in hetzelfde bericht opgestuurd worden.

De godsdienst moet altijd meegedeeld worden.

5.3. Niet-elektronische scholen

De niet-elektronische scholen vermelden de BPT-uren op de PERS-2.

Voorbeeld :

In de kolom ambt of vak/specialiteit

- 20u onderwijzer - ato 4

- 4u onderwijzer - BPT-uren - ato 4