Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen

  • goedkeuringsdatum
    10 NOVEMBER 2006
  • publicatiedatum
    B.S.15/12/2006
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    25/01/2023

COORDINATIE

(1) B.Vl.R. van 24/10/2008 (B.S. 23/01/2009) detail
Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap
;

(2) B.Vl.R. van 04/05/2018 (B.S. 08/06/2018) detail
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende curriculumdossiers en leerplannen in het onderwijs
;

(3) B.Vl.R. van 20/11/2020 (B.S. 18/12/2020) detail
Besluit van de Vlaamse Regering over de ontbinding zonder vereffening van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap “Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – Syntra Vlaanderen” en tot wijziging van de naam “Hermesfonds”
;

(4) B.Vl.R. van 16/07/2021 (B.S. 20/09/2021) detail
Besluit van de Vlaamse Regering over het geïntegreerde ondersteuningsaanbod gelijke onderwijskansen in het secundair onderwijs en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering, wat betreft studieaanbod, studietoelagen en projectsubsidiëring contractuelen
;

(5) B.Vl.R. van 10/11/2022 (B.S. 25/01/2023) detail
10 NOVEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen en van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende curriculumdossiers en leerplannen in het onderwijs, wat betreft termijnen
;

De Vlaamse Regering,

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 6bis, 2°, ingevoegd bij het decreet van 14 februari 2003, op artikel 24, § 2, 2°, en op artikel 24bis, § 1, 8°, en 12°, ingevoegd bij het decreet van 7 juli 2006;

Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op artikel 45, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 1997;

Gelet op het decreet van 18 januari 2002 betreffende de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, inzonderheid op artikel 9, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting ‹ Beeldende kunst ›, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen ‹ Muziek ›, ‹ Woordkunst › en ‹ Dans ›, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1992 tot vaststelling van de goedkeuringsmodaliteiten van leerplannen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 1996 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen voor het basisonderwijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 1996 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen voor het secundair onderwijs;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 juli 2006;

Gelet op het overleg dat krachtens artikel 5 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, met de afgevaardigden van de inrichtende machten heeft plaats gehad op 16 mei 2006;

Gelet op het advies 41.222/1 van de Raad van State, gegeven op 28 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1.

[1B.Vl.R. van 24/10/2008
B.S. 23/01/2009
Dit besluit is van toepassing op het basisonderwijs, het voltijds gewoon secundair onderwijs, de opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs, [2B.Vl.R. van 04/05/2018
B.S. 08/06/2018
het volwassenenonderwijs2B.Vl.R. van 04/05/2018
B.S. 08/06/2018
] en het deeltijds kunstonderwijs. Dit besluit is, met het oog op de uitreiking van eindstudiebewijzen, identiek aan die van het voltijds gewoon secundair onderwijs, eveneens van toepassing op de algemene vorming van het deeltijds beroepssecundair onderwijs en op de algemene vorming van de leertijd.1B.Vl.R. van 24/10/2008
B.S. 23/01/2009
]

Art. 2.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° dagen : schooldagen;

2° indiener : de inrichtende macht, [1B.Vl.R. van 24/10/2008
B.S. 23/01/2009
het school- of centrumbestuur1B.Vl.R. van 24/10/2008
B.S. 23/01/2009
] of het bestuur of de gemandateerde ervan.

Art. 3.

[2B.Vl.R. van 04/05/2018
B.S. 08/06/2018

Bij de beoordeling van een leerplan houdt de inspectie, vermeld in titel IV van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs, rekening met de volgende criteria:

1° in het basisonderwijs:

a) het leerplan beantwoordt aan de bepalingen, vermeld in artikel 45 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; voor het kleuteronderwijs worden de ontwikkelingsdoelen en voor het gewoon lager onderwijs worden de eindtermen letterlijk opgenomen;

b) alle leerplannen worden in samenhang ingediend;

c) de doelgroep wordt vermeld; de administratieve benamingen van de leerlingengroepen voor wie het leerplan bestemd is, worden vermeld;

d) het leerplan geeft aan welke ruimte gelaten wordt voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen;

e) het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd;

f) het leerplan vertoont consistentie met de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen;

g) het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering;

2° in het voltijds gewoon secundair onderwijs en opleidingsvorm 4 van het buitengewoon secundair onderwijs:

a) het leerplan beantwoordt aan de bepalingen, vermeld in artikel 147/3 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010; de eindtermen worden letterlijk opgenomen;

b) alle leerplannen die aansluiten bij het curriculumdossier in kwestie, worden in samenhang ingediend;

c) de doelgroep wordt vermeld; de benaming van het structuuronderdeel of de structuuronderdelen waarvoor het leerplan bestemd is, wordt vermeld;

d) het leerplan geeft aan welke ruimte gelaten wordt voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen; e) het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd;

f) het leerplan vertoont consistentie met de doelen van het curriculumdossier;

g) het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering;

3° in het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs:

a) de doelgroep wordt vermeld; de administratieve benamingen van de leerlingen- of cursistengroepen voor wie het leerplan bestemd is, worden vermeld;

b) het leerplan bevat ten minste herkenbaar de doelstellingen die noodzakelijk zijn om, in voorkomend geval, de eindtermen, de specifieke eindtermen, de basiscompetenties of de erkende beroepskwalificaties te bereiken; bij ontstentenis van eindtermen, specifieke eindtermen, basiscompetenties of erkende beroepskwalificaties, legt de indiener zelf de onderwijskundige doelen vast;

c) het leerplan geeft aan welke ruimte gelaten wordt voor de inbreng van centra, academies, leraren, lerarenteams, cursisten of leerlingen; d) het leerplan maakt de systematiek duidelijk volgens welke het is opgebouwd;

e) het leerplan bevat geen doelstellingen die tegenstrijdig zijn met vastgelegde eindtermen, specifieke eindtermen, basiscompetenties of erkende beroepskwalificaties;

f) het leerplan vermeldt duidelijk welke materiële vereisten minimaal noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering.

2B.Vl.R. van 04/05/2018
B.S. 08/06/2018
]

Art. 4.

Een leerplan wordt ingediend bij de bevoegde inspecteur-generaal uiterlijk op 31 januari voorafgaand aan het schooljaar waarop het leerplan van kracht wordt.

[2B.Vl.R. van 04/05/2018
B.S. 08/06/2018
[5B.Vl.R. van 10/11/2022
B.S. 25/01/2023
De datum, vermeld in het eerste lid, kan enkel worden overschreden in het geval van goedkeuring door de Vlaamse Regering, met toepassing van de termijnen als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende curriculumdossiers en leerplannen in het onderwijs, van een al dan niet gewijzigd curriculumdossier secundair onderwijs waarop het leerplan aansluit. Alsdan kan het leerplan worden ingediend tot uiterlijk één maand na voormelde goedkeuring.5B.Vl.R. van 10/11/2022
B.S. 25/01/2023
] 2B.Vl.R. van 04/05/2018
B.S. 08/06/2018
]

Een leerplan dat een negatief advies heeft gekregen, kan niet opnieuw worden ingediend in ongewijzigde vorm.

Art. 5.

§ 1. De Onderwijsinspectie kan de volgende adviezen uitbrengen :

1° advies tot definitieve goedkeuring;

2° advies tot tijdelijke goedkeuring, beperkt tot één of meer schooljaren;

3° negatief advies.

Ieder advies wordt gemotiveerd. Uiterlijk drie maanden na de indiening van het leerplan wordt de indiener door de Onderwijsinspectie met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van het uitgebrachte advies. Als de indiener binnen die termijn niet geïnformeerd werd over het advies, moet het advies beschouwd worden als een advies tot definitieve goedkeuring.

§ 2. De Onderwijsinspectie kan eveneens een gemotiveerd advies tot opheffing van de goedkeuring uitbrengen voor al goedgekeurde leerplannen. Dat advies tot opheffing van de goedkeuring wordt ten minste twee schooljaren voor de vastgestelde vervaldatum gemeld aan de indiener van het leerplan.

§ 3. Ook de indiener van een leerplan kan een voorstel tot opheffing van de goedkeuring van het leerplan formuleren. Hij kan de datum van opheffing zelf bepalen.

Art. 6.

De indiener kan binnen twintig dagen na ontvangst van een negatief advies met een aangetekende brief een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de beroepscommissie, vermeld in artikel 7.

De indiener kan binnen twee maanden na ontvangst van een advies tot opheffing van de goedkeuring met een aangetekende brief een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de beroepscommissie, vermeld in artikel 7.

Art. 7.

[1B.Vl.R. van 24/10/2008
B.S. 23/01/2009
Er wordt een beroepscommissie van acht leden opgericht. Die commissie is samengesteld uit enerzijds vier afgevaardigden van het betrokken onderwijsniveau of, als het bezwaar een leerplan voor de algemene vorming van de leertijd betreft, uit vier afgevaardigden van [3B.Vl.R. van 20/11/2020
B.S. 18/12/2020
de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding3B.Vl.R. van 20/11/2020
B.S. 18/12/2020
] , en anderzijds vier afgevaardigden van de Vlaamse Regering.1B.Vl.R. van 24/10/2008
B.S. 23/01/2009
]

De afvaardiging van het onderwijsniveau is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van het officieel onderwijs en vertegenwoordigers van het vrij onderwijs. Er zijn evenveel plaatsvervangers als effectieve afgevaardigden.

De afvaardiging van de Vlaamse Regering is als volgt samengesteld :

1° de bevoegde inspecteur-generaal, die als voorzitter fungeert, of een afgevaardigde;

2° twee leden van de Onderwijsinspectie;

3° de leidinggevende van de entiteit Curriculum of een afgevaardigde.

Iemand die betrokken was bij de totstandkoming van het negatieve advies of het advies tot opheffing van de goedkeuring, kan geen zitting hebben in de beroepscommissie.

De beroepscommissie stelt zelfstandig haar eigen huishoudelijk reglement op.

Art. 8.

Voor de beroepscommissie haar eindadvies uitbrengt, moet ze de indiener van het leerplan en de adviserende inspecteurs horen en hen inzage geven in het dossier.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 9.

De beroepscommissie deelt haar eindadvies over het beroep aan de Vlaamse Regering mee binnen twintig dagen nadat de indiener het beroep heeft aangetekend.

Uiterlijk tien dagen na de beslissing van de Vlaamse Regering moet de inspecteur-generaal de indiener van het beroepschrift op de hoogte hebben gebracht van de beslissing.

[4B.Vl.R. van 16/07/2021
B.S. 20/09/2021

Art. 9/1.

In afwijking van artikel 3, 4 en 5 van dit besluit worden door de Vlaamse Regering goedgekeurde leerplannen die een wijziging behoeven uitsluitend omwille van technische aanpassingen aan een structuuronderdeel secundair onderwijs, al dan niet onderwijskwalificatie, enkel ter kennisgeving en voorafgaand aan het schooljaar waarin dat gewijzigd leerplan van kracht wordt bij de inspectie-generaal ingediend.

Onder technische aanpassingen worden de aanpassingen verstaan als vermeld in, naargelang van het geval:

1° artikel 6/1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 tot vaststelling van de indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen in het secundair onderwijs dat niet of niet automatisch tot een onderwijskwalificatie leidt, of

2° artikel 8/1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 houdende de uitvoering van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur inzake de erkenning van onderwijskwalificaties van niveau 1 tot en met niveau 4

4B.Vl.R. van 16/07/2021
B.S. 20/09/2021
] [4B.Vl.R. van 16/07/2021
B.S. 20/09/2021

Art. 9/2.

In afwijking van artikel 3, 4 en 5 van dit besluit zijn de leerplannen die betrekking hebben op de structuuronderdelen van het eerste leerjaar van de tweede graad voor wat het schooljaar 2021-2022 betreft van rechtswege goedgekeurd als die leerplannen:

a) hetzij al uiterlijk 10 april 2021 ter goedkeuring bij de inspectie-generaal werden ingediend, vervolgens worden goedgekeurd maar nadien een wijziging behoeven uitsluitend ingevolge een wijziging met ingang van 1 september 2021 van de matrix of van de samenstelling van structuuronderdelen met een of meer beroepskwalificaties, deelkwalificaties of sets van competenties als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs;

b) hetzij na 10 april 2021 voor het eerst ter goedkeuring bij de inspectie-generaal worden ingediend uitsluitend ingevolge een wijziging met ingang van 1 september 2021 van de matrix als vermeld in hetzelfde besluit van 1 juni 2018.

4B.Vl.R. van 16/07/2021
B.S. 20/09/2021
]

Art. 10.

De volgende regelingen worden opgeheven :

1° het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1992 tot vaststelling van de goedkeuringsmodaliteiten van leerplannen;

2° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 1996 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen voor het basisonderwijs;

3° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 november 1996 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen voor het secundair onderwijs.

Art. 11.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.

Art. 12.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.