Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het
beroepsprofiel van de leraar
goedkeuringsdatum
05 OKTOBER 2007
publicatiedatum
B.S.29/11/2007
datum laatste wijziging
29/11/2007
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 4 april 2003 betreffende de
herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, inzonderheid op artikel
55ter, § 1, ingevoegd bij decreet van 15 december 2006;
Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het
volwassenenonderwijs, inzonderheid op artikel 18, § 1;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 1998
betreffende de beroepsprofielen van de leraren;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven
op 10 april 2007;
Gelet op het advies van de
Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 31 mei 2007;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 september
2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse
minister van Werk, Onderwijs en Vorming; Na beraadslaging, Besluit
:
Artikel 1.
Het beroepsprofiel van de leraar wordt
vastgesteld, zoals bepaald in de bijlage die bij dit besluit is
gevoegd.
Art. 2.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 29
september 1998 betreffende de beroepsprofielen van de leraren wordt
opgeheven.
Art. 3.
Dit besluit treedt in werking bij het begin
van het academiejaar 2007-2008.
Art. 4.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het
onderwijs, is belast met de uitvoering van dit
besluit.
Bijlage - Beroepsprofiel van de leraar
Typefunctie 1 : de leraar als begeleider van leer- en
ontwikkelingsprocessen
De leraar kan
:
1.1 de beginsituatie van de lerenden en de groep
achterhalen;
1.2 doelstellingen kiezen en
formuleren;
1.3 de leerinhouden of leerervaringen
selecteren;
1.4 de leerinhouden of leerervaringen structureren
en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod;
1.5 een
aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm bepalen;
1.6
in team leermiddelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen;
1.7 een
adequate leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen
de leergroep;
1.8 observatie of evaluatie
voorbereiden;
1.9 observeren of het proces en product
evalueren;
1.10 in overleg met het team
zorgverbredingsinitiatieven uitvoeren en laten aansluiten bij de
totaalbenadering van de school;
1.11 het leer- en
ontwikkelingsproces begeleiden in het Standaardnederlands.
1.12
omgaan met de diversiteit van de groep.
Typefunctie 2 : de leraar als opvoeder
De leraar kan
:
2.1 samen met het team een positief leefklimaat creëren
voor de lerenden in klasverband en op school;
2.2 de
emancipatie van de lerenden bevorderen;
2.3 door
attitudevorming lerenden op individuele ontplooiing en maatschappelijke
participatie voorbereiden;
2.4 actuele maatschappelijke
ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;
2.5
adequaat omgaan met lerenden in sociaal-emotionele probleemsituaties en met
lerenden met gedragsmoeilijkheden;
2.6 de fysieke en
geestelijke gezondheid van de lerenden bevorderen;
2.7
communiceren met lerenden met diverse achtergronden in diverse talige
situaties.
Typefunctie 3 : de leraar als inhoudelijke
expert
De leraar kan
:
3.1 de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste
de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, verbreden en
verdiepen;
3.2 recente ontwikkelingen over inhouden en
vaardigheden uit de leergebieden of vakgebieden volgen, analyseren en
verwerken;
3.3 de verworven kennis en vaardigheid met
betrekking tot leergebieden en vakgebieden aanwenden;
3.4 met
het oog op de begeleiding en oriëntering van lerenden, het eigen
vormingsaanbod situeren in het geheel van het onderwijsaanbod met name de
aangrenzende niveaus en het buitengewoon onderwijs, en de leerkracht is op
hoogte van de bestaande vormen van integratie tussen gewoon en buitengewoon
onderwijs
Typefunctie 4 : de leraar als
organisator
De leraar kan
:
4.1 een gestructureerd werkklimaat
bevorderen;
4.2 een soepel en efficiënt les- of dagverloop
creëren, dat past in een korte- en lange
termijnplanning;
4.3 op correcte wijze administratieve taken
uitvoeren;
4.4 een stimulerende en werkbare klasruimte
creëren, rekening houdend met de veiligheid van de
lerenden.
Typefunctie 5 : de leraar als innovator - de leraar als
onderzoeker
De leraar kan
:
5.1 kennisnemen van de resultaten van
onderwijsonderzoek;
5.2 vernieuwende elementen aanbrengen door
de eigen schoolcultuur en vormingconcepten constructief te bevragen, door
reflectie over nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en over resultaten van
onderwijsonderzoek;
5.3 de eigen klaspraktijk vernieuwen op
basis van nascholing, eigen ervaring en creativiteit;
5.4 het
eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen.
Typefunctie 6 : de leraar als partner van de ouders of
verzorgers (1)
De leraar kan
:
6.1 zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met de
gegevens over de lerende;
6.2 op basis van overleg met
collega's, ouders of verzorgers informatie en advies verschaffen over hun kind
in de school;
6.3 in overleg met het team de ouders of
verzorgers informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren,
rekening houdend met de diversiteit van de ouders;
6.4 met
ouders of verzorgers dialogeren over opvoeding en
onderwijs;
6.5 communiceren met ouders met diverse
taalachtergronden in diverse talige situaties.
Typefunctie 7 : de leraar als lid van een
schoolteam
De leraar kan :
7.1 participeren in de ontwikkeling van het
schoolwerkplan;
7.2 participeren in
samenwerkingsstructuren;
7.3 binnen het team over een
taakverdeling overleggen en die naleven;
7.4 de eigen
pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar
maken;
7.5 zich documenteren over de eigen rechtszekerheid en
die van de lerende
Typefunctie 8 : de leraar als partner van
externen
De leraar kan
:
8.1 contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe
instanties die onderwijsbetrokken initiatieven
aanbieden.
Typefunctie 9 : de leraar als lid van de
onderwijsgemeenschap
De leraar kan
:
9.1 deelnemen aan het maatschappelijk debat over
onderwijskundige thema's
9.2 reflecteren over het beroep van de
leraar en zijn plaats in de samenleving.
Typefunctie 10 : de leraar als
cultuurparticipant
De leraar kan
:
10.1 actuele thema's en ontwikkelingen onderscheiden en
kritisch benaderen op de volgende domeinen :
10.1.1 het
sociaal-politieke domein;
10.1.2 het sociaaleconomische
domein;
10.1.3 het levensbeschouwelijke
domein;
10.1.4 het cultureel-esthetische
domein;
10.1.5 het cultureel-wetenschappelijke
domein.
Beroepshoudingen
De volgende beroepshoudingen
gelden voor alle typefuncties
B1
beslissingsvermogen
B2 relationele
gerichtheid
B3 kritische ingesteldheid
B4
leergierigheid
B5 organisatievermogen
B6 zin
voor samenwerking
B7
verantwoordelijkheidszin
B8
flexibiliteit
____________________
Nota
(1)
Het begrip "verzorgers" verwijst naar de personen die ter vervanging van de
ouders de verantwoordelijkheid dragen voor de
lerende.