Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders
goedkeuringsdatum
04 JULI 2008
publicatiedatum
B.S.16/10/2008
datum laatste wijziging
22/07/2022
COORDINATIE
(1)
B.Vl.R. van 12/09/2014 (B.S. 29/10/2014)
(2)
B.Vl.R. van 29/04/2022 (B.S. 22/07/2022)
De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de regionale
technologische centra en houdende noodzakelijke en dringende
onderwijsbepalingen, inzonderheid op artikel 55bis, ingevoegd bij het decreet
van 22 juni 2007;
Gelet op het akkoord van de
Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 11 april
2008;
Gelet op de collectieve
arbeidsovereenkomsten van 11 oktober 2007 en 23 april 2008 betreffende de
bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders, gesloten binnen het Paritair
Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het Vrij
Onderwijs;
Gelet op het protocol TCCN-2007/8 van
26 oktober 2007 en het protocol TCCN-2008/07 van 28 mei 2008 van het
tussencomité van het centrale niveau voor het personeel van het GO!
onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap;
Gelet op het
protocol nr. 2008/4 van 22 mei 2008 van de onderafdeling "Vlaams Gewest en
Vlaamse Gemeenschap" van de eerste afdeling van het comité voor de
provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op advies 44.421/1 van de Raad van State, gegeven op 21 mei
2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van
Werk, Onderwijs en Vorming;
Na
beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit wordt
verstaan onder :
1° ministerie : het Vlaams Ministerie van
Onderwijs en Vorming;
2° busbegeleider : de persoon die
door de school belast is met de begeleiding op de bus van leerlingen tijdens
het leerlingenvervoer;
3° leerlingenvervoer : het
collectief vervoer van leerlingen van thuis naar school en omgekeerd, met een
voertuig van meer dan zeven zitplaatsen, de chauffeur
inbegrepen;
4° school : gefinancierde of gesubsidieerde
school voor basisonderwijs of secundair onderwijs;
5°
schoolbestuur : het schoolbestuur of de inrichtende
macht.
Art. 2.
Dit besluit is van toepassing op scholen die
busbegeleiders tewerkstellen, en op deze
busbegeleiders.
Art. 3.
Aan de busbegeleider die tijdens de maanden
juli en augustus volledig uitkeringsgerechtigd werkloos is of tijdens die
periode van werkloosheid een ziekte-uitkering ontvangt, wordt door de school
een bestaanszekerheidsvergoeding toegekend van
[10 euro voor]
elke dag waarvoor de
betrokkene in de maanden juli en augustus recht heeft op een
werkloosheidsvergoeding of op een ziekte-uitkering, op voorwaarde dat de
betrokkene op 1 juni voorafgaand aan de periode waarvoor de
bestaanszekerheidsvergoeding kan worden toegekend, tewerkgesteld is via een
geschreven arbeidsovereenkomst als busbegeleider.
[...]
Art. 4.
Om deze bestaanszekerheidsvergoeding te
verkrijgen, dient de busbegeleider een schriftelijke aanvraag in bij het
schoolbestuur en verklaart op eer dat de vergoeding voor
éénzelfde periode slechts één keer wordt
aangevraagd.
Het schoolbestuur onderzoekt of de busbegeleider
aan de voorwaarden voldoet en berekent het bedrag van de
bestaanszekerheidsvergoeding.
Het schoolbestuur betaalt de
bestaanszekerheidsvergoeding uit aan de busbegeleider vóór 31
december van het jaar waarop deze bestaanszekerheidsvergoeding betrekking
heeft.
Art. 5.
§ 1. De scholen die met toepassing van de
artikelen 3 en 4 een bestaanszekerheidsvergoeding betalen aan de door hun
tewerkgestelde busbegeleiders, ontvangen hiervoor een toelage van de Vlaamse
Gemeenschap, op voorwaarde dat :
- voor het gesubsidieerd vrij
onderwijs in
[de paritaire subscomités 152.01 en 225.01]
hierover een akkoord werd
bereikt;
- voor het gesubsidieerd officieel onderwijs hierover
een akkoord werd bereikt dat voor het geheel van het gesubsidieerd officieel
onderwijs dezelfde inhoud heeft;
- voor het
gemeenschapsonderwijs hierover een akkoord werd bereikt dat voor alle
scholengroepen dezelfde inhoud heeft.
Deze toelage kan niet
meer bedragen dan de bestaanszekerheidsvergoedingen die de school verschuldigd
is.
§ 2. Om aanspraak te kunnen maken op deze
toelage dient de school vóór 15 oktober een schuldvordering in
bij het ministerie door middel van het door dit ministerie voorgeschreven
formulier. De poststempel is bewijskrachtig.
§ 3. Het ministerie betaalt de toelagen aan
de scholen na controle en goedkeuring van de ingediende
schuldvordering.
[§ 4. Het budget wordt in het kader van de begrotingscyclus jaarlijks aan monitoring onderworpen.]
Art. 6.
Het schoolbestuur bewaart gedurende vijf jaar
de volgende bewijsstukken :
1° geschreven
arbeidsovereenkomst voor busbegeleider;
2° aanvraag tot
betaling van de bestaanszekerheidsvergoeding voor
busbegeleiders;
3° attest van de uitbetalingsinstelling
waarbij het bewijs wordt geleverd van het aantal dagen dat het personeelslid
volledig werkloos is geweest tijdens de betreffende maanden juli en
augustus;
4° attest van de instelling die tijdens de
werkloosheid in de maanden juli en augustus de ziekte-uitkeringen heeft
uitbetaald;
5° verklaring op eer : de busbegeleider moet
verklaren dat de vergoeding voor éénzelfde periode slechts
één keer wordt aangevraagd.
Het ministerie kan
een verificateur belasten met de controle van deze
bewijsstukken.
Art. 7.
Als wordt vastgesteld dat een school of een
busbegeleider valse verklaringen heeft afgelegd, worden de uitbetaalde bedragen
teruggevorderd.
Art. 8.
In afwijking van artikel 4, derde lid en van
artikel 5, § 2, gelden voor de bestaanszekerheidsvergoedingen die
betrekking hebben op de maanden juli en augustus 2007 de volgende termijnen
:
1° voor het uitbetalen van de
bestaanszekerheidsvergoeding door de school : 30 september
2008;
2° voor het indienen van de schuldvordering : 30
september 2008.
Art. 9.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1
juli 2007.
Art. 10.
De Vlaamse minister, bevoegd voor Onderwijs,
is belast met de uitvoering van dit besluit.