Beperking van het aantal uren die geen lesuren zijn en georganiseerd worden als bijzondere pedagogische taken in het secundair onderwijs

  • Verduidelijking en toezicht op de organisatie van “Bijzondere Pedagogische Taken” in de scholen van het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs.
  • De inhoud van deze omzendbrief maakt deel uit van de uitvoering van cao X.

1. Inleiding

Deze omzendbrief is van toepassing op de gefinancierde en gesubsidieerde scholen voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs.

In de Codex Secundair Onderwijs zijn volgende bepaling met betrekking tot de organisatie van bijzondere pedagogische taken (BPT) opgenomen:

Gewoon secundair onderwijs

Art. 212.

Het aantal wekelijkse uren-leraar dat aan elke school wordt toegekend en dat aangewend wordt voor het voltijds secundair onderwijs dat niet georganiseerd is volgens een modulair stelsel, kan slechts ten belope van 3 % gebruikt worden voor uren die geen lesuren zijn en georganiseerd worden als bijzondere pedagogische taken.

Dit maximum kan worden overschreden bij akkoord van het lokaal comité, bevoegd inzake arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden.

Art. 221. (topsport)

§ 1. Aan elke topsportschool met tweede en derde graad voltijds secundair onderwijs die onder toepassing valt van het tussen de Vlaamse Regering, de sportinstanties en de onderwijsverstrekkers gesloten topsportconvenant, wordt een betrekking van topsportschoolcoördinator toegekend.

Deze bijkomende betrekking is niet opdeelbaar; ze kan slechts door één personeelslid, dat exclusief en voltijds met topsportschoolcoördinatie is belast, worden uitgeoefend. De betrekking wordt ingericht in één van de volgende ambten, naar keuze van het betrokken schoolbestuur : adjunct-directeur, technisch adviseur-coördinator, technisch adviseur, leraar.

§ 2. In geval de betrekking wordt ingericht in het ambt van leraar, dan wordt de opdracht uitgeoefend onder vorm van uren die geen lesuren zijn, meer bepaald als bijzondere pedagogische taken.

In voorkomend geval worden de desbetreffende uren niet verrekend bij toepassing van de bepaling dat maximum 3 % van het aantal uren-leraar van een school gebruikt kan worden voor bijzondere pedagogische taken, zoals vermeld in artikel 212.

Buitengewoon secundair onderwijs

Art. 306. (lesuren)

Maximum 3 % van het lesurenpakket en van het urenpakket, bedoeld in artikel 311, kan worden aangewend voor uren die geen lesuren zijn en georganiseerd worden als bijzondere pedagogische taken. Dit maximum geldt niet voor het buitengewoon secundair beroepsonderwijs dat georganiseerd is volgens een modulair stelsel of in de vorm van een alternerende beroepsopleiding. Het maximum kan worden overschreden bij akkoord van het lokaal comité, bevoegd inzake arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden.

Art. 307.

§ 2. Bij het lesurenpakket kunnen de uren klassendirectie worden gevoegd voor het organiseren van uren die geen lesuren zijn.

De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor het organiseren van uren die geen lesuren zijn en de administratieve en geldelijke gevolgen voor de personeelsleden die hiermee belast worden.

Art. 314. (uren paramedisch)

Maximum 3 % van het urenpakket en van het lesurenpakket kan worden aangewend voor uren die geen lesuren zijn en georganiseerd worden als bijzondere pedagogische taken. Dit maximum geldt niet voor het buitengewoon secundair beroepsonderwijs dat georganiseerd is volgens een modulair stelsel of in de vorm van een alternerende beroepsopleiding. Het maximum kan worden overschreden bij akkoord van het lokaal comité, bevoegd inzake arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden.

Deze omzendbrief heeft, in uitvoering van Cao X, als doel verduidelijking te geven bij de toepassing van deze regelgeving.

2. Toelichting

2.1. Cao X

In cao X is opgenomen dat het Agentschap voor Onderwijsdiensten zal nagaan of de secundaire scholen het maximum percentage van 3% bijzondere pedagogische taken dat mag worden ingericht, overschrijden. 

De scholen die dit maximum percentage overschrijden, moeten het protocol van akkoord van het lokaal comité bevoegd inzake arbeidsvoorwaarden en personeelsaangelegenheden, bezorgen aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Bij voorkeur gebruikt u het model dat toegevoegd is in bijlage 1 van deze omzendbrief. Als wordt vastgesteld dat dit percentage wordt overschreden zonder een protocol van akkoord, zal het Agentschap voor Onderwijsdiensten de noodzakelijke maatregelen nemen ten aanzien van het bevoegde schoolbestuur.

Deze principes zullen verder worden uitgewerkt in een procedure waarbij in bepaalde situaties ook de mogelijkheid tot de inschakeling van het bevoegde bemiddelingsorgaan wordt voorzien.

In een werkgroep met de sociale partners en de overheid zal de concretisering (definities, procedure, bemiddeling,...) van deze maatregel verder worden uitgewerkt voor 1 januari 2014. Dit moet toelaten dat over deze maatregel tijdig naar de scholen kan worden gecommuniceerd, zodat het schooljaar 2014-2015 op een ordentelijke manier kan starten.

Het aantal ingerichte uren bijzondere pedagogische taken zal worden opgenomen in de databundel van de school die via het nieuwe portaal “Mijn Onderwijs” zal worden aangeboden.

2.2. Werkgroep

Deze omzendbrief is het resultaat van de besprekingen in de bovenvermelde werkgroep.

Bij de uitwerking is uitgegaan van de doelstelling van cao X, namelijk ervoor te zorgen dat de regelgeving over de beperking van de Bijzondere Pedagogische Taken (BPT) wordt nageleefd door de scholen.

Om deze doelstelling te bereiken wordt uitgegaan van een breed pallet aan activiteiten. Voorafgaande maatregelen zoals heldere regels van berekening en toepassing, duidelijke en tijdige communicatie, moeten ervoor zorgen dat zo weinig mogelijk scholen de 3% norm overschrijden zonder lokaal akkoord.

3. Berekening van de 3 % - norm voor BPT

3.1. Gewoon secundair onderwijs

Maximum drie percent van het toegekende pakket uren-leraar op schoolniveau kan gereserveerd worden voor bijzondere pedagogische taken.

Voor de berekening van de 3% norm wordt rekening gehouden met de basisomkadering op schoolniveau.

3.1.1. Komen in aanmerking voor de berekening van de 3% en zijn gekend bij de start van het schooljaar:

  • gewone uren-leraar: dit zijn de uren-leraar volgens de schalen inclusief minimumpakketten, uren topsport, forfaitair pakket, verhoging voor scholen in een scholengemeenschap, uren voor een school niet in een scholengemeenschap;
  • uren-leraar land- en tuinbouw;
  • uren-leraar voor levensbeschouwelijke vakken;
  • uren-leraar DBSO;
  • de extra uren-leraar voor gelijke onderwijskansen;
  • uren-leraar aanvangsbegeleiding;
  • uren-leraar ondersteuning kerntaak onderwijzend personeel;
  • uren-leraar samen school maken.

3.1.2. Komen in aanmerking voor de berekening van de 3%, maar zijn nog niet gekend bij de start van het schooljaar of worden toegekend in de loop van het schooljaar:

  • de herberekeningen van de uren-leraar voor levensbeschouwelijke vakken;
  • de ontvangen uren-leraar uit overdracht;
  • de bijkomende uren-leraar tijdelijk onderwijs aan huis;
  • de extra uren-leraar scholengemeenschap;
  • de uren-leraar voor begeleiding van gewezen OKAN-leerlingen;
  • de specifieke uren-leraar voor Onthaalonderwijs;

3.1.3. Komen niet in aanmerking:

  • de punten van de globale puntenenveloppe en de ICT-punten;

Voorbeeld 1

Een school ontvangt 1.600 gewone uren–leraar, 150 uren-leraar voor levensbeschouwelijke vakken, 30 uren-leraar gelijke onderwijskansen, 42 punten voor ICT-coördinatie. Het totaal aantal uren-leraar dat zonder een akkoord van het lokaal comité kan worden ingericht als BPT bedraagt 53 uren: (1.600+150+30)*3 % = 53

Voorbeeld 2

Dezelfde school uit voorbeeld 1 ontvangt daarenboven in oktober nog 32gewone uren-leraar via een overdracht van een andere school. Dit betekent dat het totaal aantal uren-leraar dat zonder een akkoord van het lokaal comité kan worden ingericht als BPT voor deze school nu 54 uren-leraar bedraagt: (1.600+32+150+30)*3 % = 54.

3.2. Buitengewoon secundair onderwijs

Maximum drie percent van het toegekende lesuren- en urenpakket op schoolniveau kan gereserveerd worden voor bijzondere pedagogische taken.

Dit betekent dat alle lesuren en uren uit de basisomkadering in aanmerking komen als berekeningsbasis voor de 3 % norm.

3.2.1. Komen in aanmerking voor de berekening van de 3% en zijn gekend bij de start van het schooljaar:

- het lesurenpakket (inclusief de meerderheidscursus godsdienst/zedenleer);

- de uren klassendirectie;

- de lesuren gelijke onderwijskansen;

- het urenpakket “paramedici”;

- lesuren aanvangsbegeleiding;

- lesuren ondersteuning kerntaak onderwijzend personeel;

- lesuren samen school maken.

3.2.2. Komen in aanmerking maar zijn nog niet gekend bij de start van het schooljaar of worden toegekend in de loop van het schooljaar:

- de minderheidscursussen godsdienst/zedenleer;

- de lesuren klassenraad;

- de lesuren bijscholing/begeleiding;

- de lesuren permanent onderwijs aan huis;

- de ontvangen lesuren en uren uit overdracht;

- de lesuren tijdelijk onderwijs aan huis;

- de toegekende afwijkingslesuren en –uren;

3.2.3. Komen niet in aanmerking:

  • de punten van de globale puntenenveloppe en de ICT-punten.

Voorbeeld 3

Een school ontvangt 669 lesuren, 10 lesuren gelijke onderwijskansen, 11 lesuren klassendirectie, 204 uren “paramedici”, 7 punten voor ICT-coördinatie. Het totaal aantal (les)uren dat zonder een akkoord van het lokaal comité kan worden ingericht als BPT bedraagt 27 uren: (669+10+11+204)*3 % = 27.

Voorbeeld 4

Dezelfde school uit voorbeeld 1 ontvangt daarenboven in oktober nog 69 lesuren klassenraad, 29 lesuren bijscholing/begeleiding, 10 lesuren minderheidscursus levensbeschouwelijke vakken, 10 lesuren afwijking onderwijzend personeel, 12 lesuren via een overdracht van een andere school. Dit betekent dat het totaal aantal uren-leraar dat zonder een akkoord van het lokaal comité kan worden ingericht als BPT voor deze school nu 31 uren-leraar bedraagt: (669+10+11+204+ 69+ 29+ 10+ 10+ 12) *3 % = 31.

4. De berekening van het aantal uren dat als BPT wordt ingericht

Om het totaal aantal uren te berekenen dat in uw school als BPT wordt ingericht, maakt u de som van het aantal uren-leraar/lesuren/uren BPT van alle personeelsleden die tezelfdertijd als titularis, dit wil zeggen in een vacante (administratieve toestand 2) of vastbenoemde (administratieve toestand 4) betrekking, in BPT zijn aangesteld.

Het is van geen belang of het personeelslid al dan niet aanwezig is in de school op deze datum. De opdracht waarmee het personeelslid op dat moment als titularis belast is, is van belang. Dit staat dus volledig los van een eventuele dienstonderbreking. De personeelsleden die zijn aangesteld in een vervangingsopdracht, worden m.a.w. niet meegeteld

Voorbeeld 5

Een school (zie voorbeeld 1) mag 53 uren-leraar inrichten als BPT.

De school kiest ervoor om 2 vastbenoemde personeelsleden elk met 22 uren-leraar aan te stellen met BPT. De school overschrijdt de norm van 53 uren-leraar niet.

Op 15 oktober is één vastbenoemd personeelslid in ziekteverlof en wordt het vervangen door een tijdelijke personeelslid die ook de BPT-opdracht overneemt.

Het totaal aantal uren BPT in de school bedraagt nog altijd 22 x 2 = 44. De BPT-uren waarmee de vervanger is belast, tellen niet mee.

5. Berekening van het percentage van 3% uren BPT voor uw school - mededeling door het Agentschap voor Onderwijsdiensten

Het is belangrijk dat uw school vóór de start van het schooljaar zekerheid heeft over het aantal uren BPT dat ze mag inrichten.

Daarom zal het Agentschap voor Onderwijsdiensten berekenen hoeveel uren de norm van drie percent BPT voor elke school bedraagt en zal dit in juni, vóór de start van het schooljaar, aan alle scholen meedelen.

Deze berekening zal alleen rekening houden met de uren-leraar en uren zoals bedoeld in 3.1.1. of 3.2.1.

Deze mededeling zal worden opgenomen in “Mijn Onderwijs”.

Voor de scholen die tellen op 1 oktober zal deze mededeling zo snel mogelijk na deze tellingsdatum plaatsvinden.

6. Toezicht

Het Agentschap voor Onderwijsdiensten zal elk schooljaar in de tweede week van november op basis van de gegevens in de personeelsdatabanken (EPD), het aantal uren en uren-leraar dat een school als BPT heeft ingericht (zoals vermeld onder punt 4), vergelijken met het aantal uren en uren-leraar zoals berekend onder punt 5 en zoals aan de school meegedeeld via “Mijn Onderwijs”.

Voor de scholen die op basis van deze vergelijking meer uren en uren-leraar inrichten dan berekend onder punt 5, stuurt het Agentschap voor Onderwijsdiensten een brief naar het schoolbestuur om hierop te wijzen.

Het schoolbestuur dient op deze brief te antwoorden binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na ontvangst van deze brief. Er zijn dan volgende mogelijkheden:

  • Het schoolbestuur deelt mee dat de school de 3% -norm niet overschrijdt, omdat ze een ruimere berekeningsbasis hanteert en ook rekening houdt met de uren en uren-leraar die in aanmerking komen, maar nog niet gekend zijn bij de start van het schooljaar of worden toegekend in de loop van het schooljaar (zie 3.1.2 of 3.2.2.). In zijn antwoord toont het schoolbestuur aan dat de school de 3%-norm niet heeft overschreden.

  • Het schoolbestuur deelt mee dat de school de 3%-norm inderdaad overschrijdt, maar dat hierover een protocol van akkoord van het lokaal comité bestaat. Het schoolbestuur voegt aan zijn antwoord dat protocol van akkoord toe. Bij voorkeur gebruikt u het model dat toegevoegd is in bijlage 1 van deze omzendbrief.

  • Het schoolbestuur deelt mee dat de school de 3%-norm inderdaad overschrijdt en dat hierover geen protocol van akkoord van het lokaal comité bestaat. Er bestaan dan twee mogelijkheden:

c.1. Er werd hierover niet onderhandeld

In dit geval stuurt het Agentschap voor Onderwijsdiensten een brief naar het schoolbestuur om te wijzen op de niet-naleving van de betrokken reglementering en vraagt het schoolbestuur om zich vóór 15 december in regel te stellen.

In het antwoord dat het schoolbestuur verstrekt, kunnen zich volgende mogelijkheden voordoen:

het schoolbestuur deelt ten laatste op 15 december mee dat het zich in regel heeft gesteld, door:

  • het aantal BPT uren en uren-leraar te verminderen tot maximum 3%;

  • een protocol van akkoord af te sluiten in het lokaal comité m.b.t. de overschrijding van 3%. Bij voorkeur gebruikt u het model dat toegevoegd is in bijlage 1 van deze omzendbrief. Het schoolbestuur voegt aan zijn antwoord dat protocol van akkoord toe;

het schoolbestuur deelt ten laatste op 15 december mee dat het zich niet in regel zal stellen of deelt niets mee. In dat geval zal het Agentschap voor Onderwijsdiensten de vertegenwoordigers/geledingen van de sociale partners op de hoogte brengen, met het oog op de mogelijke inschakeling van het bevoegde bemiddelingsorgaan.

c.2. Er werd hierover wel onderhandeld, maar de onderhandelingen werden niet afgesloten met een protocol van akkoord.

In dat geval zal het Agentschap voor Onderwijsdiensten de vertegenwoordigers/geledingen van de sociale partners op de hoogte brengen, met het oog op de mogelijke inschakeling van het bevoegde bemiddelingsorgaan.

7. Opvolging en evaluatie

De uitvoering van cao X zal jaarlijks opgevolgd en geëvalueerd worden door de sociale partners. Om deze opvolging en evaluatie mogelijk te maken zal het Agentschap voor Onderwijsdiensten een nulmeting uitvoeren en de sociale partners in januari een globaal overzicht bezorgen van de activiteiten zoals beschreven in punt 6. Deze evaluatie kan leiden tot een bijsturing en/of uitbreiding van de bestaande sanctioneringsmogelijkheden.

8. Bijlagen

Bijlage 1: Protocol voor de overschrijding van bpt-uren