Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

  • goedkeuringsdatum
    15 januari 2016
  • publicatiedatum
    B.S.11/02/2016
  • zie ook
  • datum laatste wijziging
    05/09/2023

(1) B.Vl.R. van 17/05/2019 (B.S. 08/08/2019) detail
Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019 (citeeropschrift: "Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019" of "BVCO van 17 mei 2019")
;

(2) B.Vl.R. van 29/05/2020 (B.S. 15/06/2020) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wat betreft de diplomavereisten voor gebarentaaltolken en het persoonlijke contingent van tolkuren in de leefsituatie
;

(3) B.Vl.R. van 02/07/2022 (B.S. 28/11/2022) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, wat betreft het uurloon en de kilometervergoeding voor de tolken Gebarentaal en schrijftolken
;

(4) B.Vl.R. van 21/04/2023 (B.S. 05/09/2023) detail
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, wat betreft de diplomavoorwaarden voor tolken Gebarentaal en schrijftolken
;

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, vervangen bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 8 juli 1996 betreffende het onderwijs VII, artikel 67, vervangen bij het decreet van 19 juli 2013 en gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014;

Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 91, vervangen bij het decreet van 19 juli 2013;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2° en 3°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, en 9°, 12° en 13°, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014;

Gelet op de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2011, artikel 357, vervangen bij het decreet van 19 juli 2013;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap de kosten van bijstand door tolken voor doven en slechthorenden ten laste nemen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 oktober 2015;

Gelet op advies 58.534/1 van de Raad van State, gegeven op 18 december 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.

In dit besluit wordt verstaan onder :

1° agentschappen: AgODi en het VAPH;

2° AgODi: het Agentschap voor Onderwijsdiensten, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Onderwijsdiensten;

3° centraal tolkenbureau: de vzw Vlaams Communicatie Assistentie Bureau voor Doven;

4° samenwerkingsovereenkomst: de overeenkomst die elk van de agentschappen afzonderlijk afsluit met het centraal tolkenbureau vermeld in artikel 2;

5° VAPH: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

6° vlindertolk: de contractuele tolk die door het centraal tolkenbureau kan worden ingeschakeld voor een opdracht als er voor die opdracht geen tolk [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
...2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] Gebarentaal als vermeld in artikel 7, § 1, voorhanden is.

Art. 2.

De agentschappen sluiten afzonderlijk een samenwerkingsovereenkomst met het centraal tolkenbureau. De samenwerkingsovereenkomst omvat :

1° de modaliteiten voor het inzetten van vlindertolken, teletolken en afstandstolken;

2° de uitbetaling van de vergoeding voor de tolken [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
...2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] Gebarentaal en schrijftolken;

3° de wijze en de periodiciteit van de rapportering;

4° de modaliteiten voor de vergoeding van de verplaatsingskosten, vermeld in artikel 11;

5° de concretisering en eventueel de uitbreiding van de opdracht van het centraal tolkenbureau, vermeld in artikel 12;

6° de uitbetaling en de indexering van de vergoeding van de ten laste genomen dienstverlening, de personeels- en werkingskosten en de kosten voor vlindertolken, vermeld in artikel 15.

Art. 3.

De agentschappen nemen binnen de perken van de daarvoor op hun begroting ingeschreven kredieten en binnen de perken van het urencontingent, vermeld in het tweede lid, de kosten ten laste van de dienstverlening, verstrekt door tolken Vlaamse Gebarentaal en schrijftolken via het centraal tolkenbureau conform dit besluit en de voorwaarden die opgenomen zijn in de samenwerkingsovereenkomst.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, bepalen afzonderlijk het urencontingent van de dienstverlening, ten laste genomen door respectievelijk AgODi en het VAPH.

HOOFDSTUK 2. - Doelgroep

Art. 4.

De personen die een audiogram voorleggen waaruit blijkt dat aan een van de volgende criteria is voldaan, behoren tot de doelgroep voor de dienstverlening, ten laste genomen door het VAPH en AgODi :

1° via een tonaal audiometrische test een gemiddeld gehoorverlies aantonen van 70 dB of meer aan beide oren voor de zuivere toonstimuli van 500, 1000, 2000 en 4000 Hz, vastgesteld overeenkomstig de BIAP-normen;

2° via een vocaal audiometrische test, bij een gemiddeld verlies van minder dan 70 dB, maximaal 70% spraakverstaan aantonen bij optimale versterking.

HOOFDSTUK 3. - Ten laste genomen dienstverlening

Art. 5.

De agentschappen betalen de kosten van de door hen ten laste genomen dienstverlening uitsluitend aan het centraal tolkenbureau.

Art. 6.

§ 1. AgODi neemt voor de regelmatige leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon gefinancierd of gesubsidieerd basis- en secundair onderwijs, hoger onderwijs en volwassenenonderwijs of basiseducatie, die tot de doelgroep, vermeld in artikel 4, behoren, de dienstverlening door een tolk [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
...2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] Gebarentaal of een schrijftolk ten laste in de situaties die deel uitmaken van het normale onderwijsleerproces van de gebruiker.

De ten laste genomen dienstverlening wordt op jaarbasis beperkt tot het maximumaantal lesuren voor een gebruiker per lesniveau. Dat maximumaantal wordt per onderwijsniveau vastgelegd door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs.

§ 2. Het VAPH neemt voor de personen die tot de doelgroep, vermeld in artikel 4, behoren en erkend zijn als persoon met een handicap als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, de dienstverlening door een tolk [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
...2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] Gebarentaal of een schrijftolk ten laste in leefsituaties die tot het gebruikelijke maatschappelijke patroon behoren, en waarvoor, met het oog op noodzakelijke optimale communicatie, technische bijstand door een deskundig opgeleide tolk vereist is.

De ten laste genomen dienstverlening wordt op jaarbasis beperkt tot maximaal [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
802B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] uur of [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
2202B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] uur voor gebruikers die ook een van de volgende verminderingen van hun gezichtsvermogen hebben :

1° een gezichtsscherpte van minder dan 1/20 (0,05) aan het beste oog en met de best mogelijke correctie met bril of contactlens;

2° een gezichtsveld dat gemiddeld niet groter is dan 10° aan beide ogen.

[2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
...2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
]

HOOFDSTUK 4. - Diplomavoorwaarden

Art. 7.

§ 1. De ten laste genomen dienstverlening wordt uitgevoerd door tolken [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
...2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] Gebarentaal en schrijftolken die ingeschreven zijn bij het centraal tolkenbureau.

§ 2. [4B.Vl.R. van 21/04/2023
B.S. 05/09/2023
Een tolk Gebarentaal is in het bezit van een van de volgende diploma's die zijn behaald aan een onderwijsinstelling die door de Vlaamse Gemeenschap is erkend, gefinancierd of gesubsidieerd, of van een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend:

1° master in het tolken met de taalmodule Vlaamse Gebarentaal;

2° postgraduaat Tolken Vlaamse Gebarentaal;

3° graduaat Tolk Vlaamse Gebarentaal (of Tolk voor doven).

In afwijking van het eerste lid kunnen de ten laste genomen tolkuren ook uitgevoerd worden door de volgende tolken:

1° tolken die het getuigschrift tolk Vlaamse Gebarentaal voor dove tolken hebben behaald, dat is uitgereikt door de Katholieke Universiteit Leuven, nadat ze de opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal hebben gevolgd, die liep van 10 januari 2022 tot en met 30 juni 2023;

2° tolken die op 1 januari 2004 een erkenning hadden conform artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap de kosten van bijstand door tolken voor doven en slechthorenden ten laste neemt, zoals van toepassing op 1 januari 2004.

De schrijftolk is in het bezit van een bachelordiploma of van een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend.

4B.Vl.R. van 21/04/2023
B.S. 05/09/2023
]

§ 3. [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
Een tolk Gebarentaal die een tolkdiploma behaald heeft aan een onderwijsinstelling die door de Franstalige Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd is, kan de ten laste genomen tolkuren uitvoeren, op voorwaarde dat de tolk een verklaring van het Ministerie van Onderwijs van de Franstalige Gemeenschap of van de Duitstalige Gemeenschap kan voorleggen waaruit blijkt dat het diploma erkend is.

In afwijking van het eerste lid kunnen de tolken Gebarentaal die erkend zijn door AVIQ, PHARE of de daartoe bevoegde instantie van de Duitstalige Gemeenschap, ook ten laste genomen tolkuren uitvoeren.

In het tweede lid wordt verstaan onder :

1° AVIQ : L’Agence wallonne de la Santé, de la Protection sociale, du Handicap et des Familles, opgericht bij het decreet van het Waalse Gewest van 3 december 2015 betreffende l’Agence wallonne de la Santé, de la Protection sociale, du Handicap et des Familles;

2° PHARE : de dienst Personne Handicapée Autonomie Recherchée, een dienst met afzonderlijk beheer die opgericht is bij de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie door het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 december 1998 betreffende de oprichting van een dienst met afzonderlijk beheer tot uitvoering van het beleid inzake de sociale integratie en de inschakeling in het arbeidsleven van mindervaliden.

2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
]

[2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020

§ 4. Een tolk Gebarentaal die in het bezit is van een buitenlands tolkdiploma, kan de ten laste genomen tolkuren uitvoeren, op voorwaarde dat de tolk een verklaring kan voorleggen van het Ministerie van Onderwijs van het land waarin het diploma uitgereikt is, waaruit blijkt dat het diploma erkend is.

§ 5. Een tolk Gebarentaal die geen diploma kan voorleggen als vermeld in paragraaf 2, 3 of 4, kan een gemotiveerde aanvraag indienen bij een van de agentschappen om in aanmerking te komen voor de uitvoering van de ten laste genomen tolkuren. In de aanvraag toont de tolk aan, op straffe van niet-ontvankelijkheid, dat hij minstens vijf jaar tolkervaring heeft en minstens vijftig tolkopdrachten heeft uitgevoerd tijdens de laatste vijf jaar.

AgODi of VAPH onderzoekt de aanvraag en kan, als dat nodig is, bijkomende inlichtingen vragen of inwinnen.

AgODi of VAPH deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de tolk Gebarentaal binnen een maand die volgt op de datum waarop de agentschappen de volledige gemotiveerde aanvraag, vermeld in het eerste lid, ontvangen hebben.

2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
]

HOOFDSTUK 5. - Contractuele tolken, afstandstolken en teletolken

Art. 8.

Het centraal tolkenbureau zet een vlindertolk in om moeilijk te bemiddelen tolkuren in te vullen, overeenkomstig de modaliteiten die vastgelegd zijn in de samenwerkingsovereenkomst.

Een vlindertolk kan pas door het centraal tolkenbureau worden ingeschakeld voor een opdracht als er voor die opdracht geen tolk [2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
...2B.Vl.R. van 29/05/2020
B.S. 15/06/2020
] Gebarentaal als vermeld in artikel 7, § 1, voorhanden is.

Art. 9.

Het centraal tolkenbureau heeft, na akkoord van het bevoegde agentschap en conform de modaliteiten in de samenwerkingsovereenkomst, de mogelijkheid om teletolken of afstandstolken in te zetten om de communicatie op afstand tussen horenden en slechthorenden of doven te verbeteren en te vergemakkelijken.

Het centraal tolkenbureau kan ervoor kiezen de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, zelf te organiseren, dan wel om daarover een overeenkomst te sluiten met een andere organisatie. Als het centraal tolkenbureau ervoor kiest om een overeenkomst te sluiten, legt het centraal tolkenbureau die overeenkomst vooraf voor akkoord voor aan de bevoegde minister.

HOOFDSTUK 6. - Vergoedingen

Art. 10.

De vergoeding van de tolken Vlaamse Gebarentaal en schrijftolken wordt hen rechtstreeks door het centraal tolkenbureau uitbetaald, overeenkomstig de bepalingen die opgenomen zijn in de samenwerkingsovereenkomst.

Art. 11.

[3B.Vl.R. van 02/07/2022
B.S. 28/11/2022

De uren dienstverlening die de tolken Gebarentaal en schrijftolken daadwerkelijk hebben gepresteerd en die zijn aanvaard door het centraal tolkenbureau, de tijd van de verplaatsing niet inbegrepen, worden vanaf 1 januari 2022 verloond naar rato van 41,58 euro per gefactureerd vol of begonnen tolkuur.

Het uurloon wordt vanaf 2023 jaarlijks geïndexeerd op 1 januari volgens de afgevlakte gezondheidsindex, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, hierna G-index te noemen, conform de volgende formule: uurloon van het voorgaande jaar x G-index van december van het voorgaande jaar/G-index van december van het jaar daarvoor.

Naast deze jaarlijkse indexering wordt het uurloon vanaf 1 januari 2023 verhoogd met 4 euro per gefactureerd vol of begonnen tolkuur en vanaf 1 januari 2024 wordt het uurloon nogmaals verhoogd met 4 euro per gefactureerd vol of begonnen tolkuur.

De verplaatsingskosten van de tolken Gebarentaal en van de schrijftolken worden vergoed conform de modaliteiten, vermeld in de samenwerkingsovereenkomst. Verplaatsingen met de wagen worden vergoed tegen 0,3707 euro per werkelijk afgelegde kilometer. De kilometervergoeding voor verplaatsingen met de wagen wordt jaarlijks aangepast aan het geldende bedrag voor personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel VII 80 van het Besluit Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

3B.Vl.R. van 02/07/2022
B.S. 28/11/2022
]

HOOFDSTUK 7. - Het centraal tolkenbureau

Art. 12.

Het centraal tolkenbureau heeft als opdracht voor elk van de agentschappen om :

1° als bemiddelaar op te treden tussen de aanvrager en de tolken Vlaamse Gebarentaal en schrijftolken;

2° als klachtenbemiddelaar op te treden voor de tolkendienstverlening in het algemeen en misbruiken zo nodig aan de agentschappen te signaleren;

3° voldoende uitgerust te zijn om :

a) te kunnen voorzien in een optimale bereikbaarheid voor de gebruikers en daarvoor over een aangepast oproepsysteem beschikken;

b) te kunnen voorzien in een optimale dienstverlening voor de gebruikers en daarvoor een online overzicht voor de opvolging van de beschikbare tolkuren ter beschikking stellen;

c) de ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging van de gebruikers te eerbiedigen.

Elk van de agentschappen kan voor de dienstverlening die het ten laste heeft genomen in de samenwerkingsovereenkomst de opdracht, vermeld in het eerste lid, verder concretiseren en eventueel uitbreiden.

Art. 13.

Als vastgesteld wordt dat het centraal tolkenbureau zijn verbintenissen, vermeld in dit besluit, niet nakomt, kan elk van de agentschappen afzonderlijk :

1° een vertegenwoordiger laten deelnemen aan de raad van bestuur van het centraal tolkenbureau. De vertegenwoordiger van het betrokken agentschap heeft het recht om te spreken en aanbevelingen te doen;

2° de periodiciteit van de rapportering, vermeld in de samenwerkingsovereenkomst, opdrijven en bijkomende elementen vaststellen waarover gerapporteerd moet worden;

3° de werkingskosten, vermeld in de samenwerkingsovereenkomst, geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Het centraal tolkenbureau neemt de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, 1°, op in zijn statuten.

Elk van de agentschappen bepaalt bij tekortkomingen welke sanctie het meest aangewezen is en betekent de beslissing aan het centraal tolkenbureau. De beslissing wordt met redenen omkleed en in een aangetekende brief meegedeeld.

Het centraal tolkenbureau kan schriftelijk bezwaar indienen ofwel bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, ofwel bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, afhankelijk van het bestraffende agentschap. Het bezwaar moet op straffe van verval binnen veertien dagen na de ontvangst van de betekening worden ingediend. Na onderzoek van de bezwaren bevestigt of ontkracht de voormelde Vlaamse minister de sanctie.

Art. 14.

De personeelsleden van het centraal tolkenbureau worden vergoed overeenkomstig de voor de voorzieningen voor opvang van personen met een handicap vastgestelde reglementaire barema's en anciënniteitsregeling.

Het centraal tolkenbureau beslist over de barema's die toegepast worden voor de directeur en de overige personeelsleden.

Art. 15.

De vergoeding van de ten laste genomen dienstverlening, de personeels- en werkingskosten, alsook de kosten voor vlindertolken worden binnen de perken van de daarvoor op hun begroting ingeschreven kredieten door de agentschappen ten laste genomen, uitbetaald en geïndexeerd overeenkomstig de modaliteiten, vermeld in de samenwerkingsovereenkomst.

Art. 16.

Het centraal tolkenbureau kan reserves aanleggen conform [1B.Vl.R. van 17/05/2019
B.S. 08/08/2019
artikel 72, § 1, van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 20191B.Vl.R. van 17/05/2019
B.S. 08/08/2019
] , en die besteden conform [1B.Vl.R. van 17/05/2019
B.S. 08/08/2019
artikel 7 en 8 van het besluit van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring1B.Vl.R. van 17/05/2019
B.S. 08/08/2019
] .

Art. 17.

De agentschappen bepalen in de samenwerkingsovereenkomst, de modaliteiten voor het toezicht op de naleving van de opdracht, vermeld in artikel 12, door het centraal tolkenbureau.

HOOFDSTUK 8. - Klachtenbemiddeling

Art. 18.

Het centraal tolkenbureau beschrijft de wijze waarop het opmerkingen, suggesties en klachten afhandelt.

De klachten worden afgehandeld op een wijze die aan de klager is aangepast, en houdt rekening met zijn ervaringen en inzichten.

Art. 19.

§ 1. Elke belanghebbende kan altijd een klacht indienen bij de directie van het centraal tolkenbureau. De directie maakt bij de ontvangst van die klacht onmiddellijk melding ervan in een register dat daarvoor bestemd is.

De klacht kan door de indiener altijd ingetrokken worden.

§ 2. Het centraal tolkenbureau is ertoe gehouden binnen vijfenveertig dagen na de indiening van de klacht aan de indiener schriftelijk mee te delen welk gevolg aan de klacht wordt gegeven.

Art. 20.

§ 1. Als de afhandeling van de klacht conform de procedure, vermeld in artikel 19, de indiener geen voldoening schenkt, kan die zich wenden tot de klachtencommissie.

Die klachtencommissie bestaat uit twee vertegenwoordigers van het VAPH, één vertegenwoordiger van het centraal tolkenbureau, één vertegenwoordiger van AgODi, één vertegenwoordiger van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding", twee vertegenwoordigers van de gebruikersverenigingen en één afgevaardigde van de Beroepsverening Vlaamse Gebarentaal Tolken.

§ 2. De klachtencommissie behandelt de klacht, hoort alle betrokken partijen en probeert ze te verzoenen.

De indiener van de klacht kan zich laten bijstaan door een derde.

De klachtencommissie deelt binnen vijfenveertig dagen nadat ze de klacht ter behandeling voorgelegd heeft gekregen, haar oordeel over de klacht schriftelijk mee aan de indiener en aan het centraal tolkenbureau.

§ 3. Als de klacht gegrond wordt bevonden, moet het centraal tolkenbureau binnen dertig dagen na de mededeling van het oordeel van de klachtencommissie aan de indiener schriftelijk meedelen welk gevolg eraan gegeven wordt.

§ 4. De klachtencommissie stelt een huishoudelijk reglement en een deontologische code op die gehanteerd wordt bij de behandeling van de klachten.

Art. 21.

In afwijking van artikel 19 moet vooraf geen klacht bij de directie van het centraal tolkenbureau ingediend worden als de klacht handelt over het centraal tolkenbureau. De indiener kan zijn klacht onmiddellijk voorleggen aan de klachtencommissie, vermeld in artikel 20.

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen

Art. 22.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap de kosten van bijstand door tolken voor doven en slechthorenden ten laste nemen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, wordt opgeheven.

Art. 23.

§ 1. Dit besluit treedt voor het beleidsdomein Onderwijs in werking op 1 december 2015, met uitzondering van artikel 4 en artikel 11, die in werking treden op 19 december 2015, en met uitzondering van de artikelen 7 en 13.

§ 2. Dit besluit treedt voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin in werking op 1 december 2015, met uitzondering van de artikelen 7 en 13.

Art. 24.

De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.