Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36
goedkeuringsdatum
10/03/2017
publicatiedatum
B.S.14/04/2017
datum laatste wijziging
19/04/2021
(1)
B.Vl.R. van 28/06/2019 (B.S. 30/08/2019)
(2)
B.Vl.R. van 26/02/2021 (B.S. 19/04/2021)
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het
Gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter en artikel 56quater;
Gelet op en artikel 74quater van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige
personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, artikel 74quater en artikel 74quinquies;
Gelet op het decreet van 14 februari 2003 betreffende het onderwijs XIV, artikel X.40, gewijzigd bij de decreten van
15 juni 2007, 30 april 2009 en 9 juli 2010;
Gelet op het decreet van 24 februari 2017 tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2005/36/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1967 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen vereist van de
kandidaten voor de wervingsambten van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel
van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen
vereist van de kandidaten voor wervingsambten van het administratief personeel van de onderwijsinstellingen en van
de psycho-medisch-sociale centra van de Vlaamse Gemeenschap en voor de gesubsidieerde betrekkingen van het
administratief personeel in de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijsinstellingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de
salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de
salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de
salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de
salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend
personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs,
studierichtingen “Muziek”, “Woordkunst” en “Dans”;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de
salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend
personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs,
studierichting “Beeldende kunst”;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de
salarisschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen
en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 betreffende de omzetting van de Europese
Richtlijn 2005/36 voor wervingsambten in het onderwijs en voor sommige functies in de basiseducatie;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende de individuele concordantie in het
secundair volwassenenonderwijs;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 december 2015;
Gelet op protocol nr. 25 van 20 mei 2016 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd
in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2
van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd
onderwijs;
Gelet op het advies 59.650/1/V van de Raad van State, gegeven op 29 juli 2016 met toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;
Na beraadslaging,
Besluit :
HOOFDSTUK 1. — Algemene bepalingen
Artikel 1.
Dit besluit voorziet in de omzetting van de richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, wat betreft de gereglementeerde
beroepen in de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde en gefinancierde onderwijsinstellingen, met
uitzondering van het hoger onderwijs.
Art. 2.
In dit besluit wordt verstaan onder:
1° richtlijn: de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de
erkenning van beroepskwalificaties;
2° decreet: het decreet van 24 februari 2017 tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2005/36/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties;
3° Lidstaat: lidstaat van de Europese Unie alsook de andere staten waarop de richtlijn van toepassing is;
4° derde land: staat waarop de richtlijn niet van toepassing is;
[
4/1° beroepskwalificaties: de kwalificaties die worden gestaafd door een opleidingstitel, een bekwaamheidsattest
als vermeld in artikel 22, 1°, a), van het decreet, of beroepservaring;
4/2° opleidingstitel: een diploma, een certificaat of een andere titel die afgegeven is door een autoriteit die volgens
de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat is aangewezen, ter afsluiting van een beroepsopleiding
die overwegend in de Europese Unie of de Europese Economische ruimte is gevolgd. Met een opleidingstitel wordt ook
gelijkgesteld elke opleidingstitel die afgegeven is in een derde land, als de houder ervan in het beroep in kwestie een
beroepservaring van drie jaar heeft op het grondgebied van de lidstaat die de opleidingstitel in kwestie heeft erkend
en als die lidstaat de beroepservaring bevestigt;
]
5° aanvrager: onderdaan van een Lidstaat die zijn beroepskwalificaties in een andere lidstaat dan België heeft
verkregen, of onderdaan van een derde land die op basis van een andere richtlijn onder het toepassingsgebied van de
richtlijn valt en die om de erkenning hiervan vraagt met het oog op de uitoefening van een gereglementeerd beroep in
een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde of gefinancierde onderwijsinstelling;
6° conformiteitsattest: de administratieve verklaring waarin staat dat aan de aanvrager de toegang wordt verleend
tot een gereglementeerd beroep in een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde of gefinancierde onderwijsinstelling, met uitzondering van het hoger onderwijs;
7° gereglementeerd beroep: een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden, dat conform
artikel 59 van de richtlijn voorkomt op de lijst van de bestaande gereglementeerde beroepen, en waartoe de toegang
of waarvan de uitoefening of een van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen
direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties, zoals bepaald in artikel 3,
§ 1, a) van het decreet. Meer bepaald het voeren van een beroepstitel die door wettelijke of bestuursrechtelijke
bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening;
8° bevoegde dienst: de entiteit binnen het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming die advies verleent over
conformiteitsaanvragen, zorgt voor de administratieve opvolging ervan, en instaat voor de uitvoering van het
waarschuwingsmechanisme;
9° vakgebieden die wezenlijk verschillen: vakgebieden waarvan de kennis en de vaardigheden en competenties
van essentieel belang zijn voor de uitoefening van het beroep en waarvoor de door de aanvrager ontvangen opleiding
qua
[duur of]
inhoud wezenlijk afwijkt van de opleiding die vereist is in een door de Vlaamse Gemeenschap
gesubsidieerde of gefinancierde onderwijsinstelling, conform artikel 25, § 4, van het decreet.
HOOFDSTUK 2. — Erkenning van beroepskwalificaties
Art. 3.
De aanvragers die houder zijn van een beroepskwalificatie als vermeld in artikel 22 van het decreet, dienen
hun aanvraag in bij de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Art. 4.
De aanvraag wordt behandeld op basis van een dossier met ten minste de volgende documenten als die
van toepassing zijn:
1° het aanvraagformulier;
2° een nationaliteitsbewijs;
3° een kopie van de diploma’s of getuigschriften, vermeld in het aanvraagformulier, met het bijbehorende diplomaof getuigschriftsupplement;
4°
[in voorkomend geval kan de bevoegde dienst de aanvrager verzoeken informatie te verstrekken over de
opleiding. Als de aanvrager die informatie niet kan verstrekken, richt de bevoegde dienst zich tot het contactpunt, de
bevoegde autoriteit, vermeld in artikel 3, 4°, van het decreet, of iedere andere relevante instelling van de lidstaat waar
het diploma of getuigschrift is uitgereikt;]
5°
[... ]
6° een verklaring van een bevoegde autoriteit van de lidstaat, waaruit blijkt dat het diploma of getuigschrift van
de aanvrager, behaald in een derde land, erkend is als toegang tot het desbetreffende gereglementeerde beroep, en dat
bevestigt dat de betrokkene over de vereiste beroepservaring beschikt;
7° documenten die relevante beroepservaring kunnen aantonen.
[...]
.
[...]
[...]
De bevoegde dienst bevestigt de ontvangst binnen vijftien kalenderdagen aan de aanvrager en deelt in
voorkomend geval mee welke documenten ontbreken.
Art. 5.
De aanvraag van de houder van een beroepskwalificatie als vermeld in artikel 22 van het decreet, wordt
beoordeeld door de bevoegde dienst op basis van de ingediende documenten.
Art. 6.
De leidend ambtenaar van de bevoegde dienst kan alleen één van de volgende beslissingen nemen:
1° een conformiteitsattest wordt afgeleverd;
2° een conformiteitsattest wordt niet afgeleverd omdat de aanvrager nog aangeduide tekorten moet wegwerken
via compenserende maatregelen als vermeld in artikel 9 van dit besluit. Die beslissing wordt gemotiveerd;
3° een conformiteitsattest wordt niet afgeleverd omdat de toepassingsvoorwaarden van het decreet niet vervuld
zijn. Die beslissing wordt gemotiveerd.
[De beslissing tot compenserende maatregelen als vermeld in artikel 9 van dit besluit wordt toegepast met
inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, vermeld in artikel 25, §5, van het decreet.]
Art. 7.
De beslissing van de leidend ambtenaar van de bevoegde dienst, ter uitvoering van artikel 6, wordt
genomen binnen een termijn van dertig kalenderdagen die aanvangt op het moment dat het dossier volledig is.
Art. 8.
De tekorten, vermeld in artikel 6, 2°, kunnen, conform artikel 25, § 1, van het decreet, alleen de volgende
zijn:
1° wezenlijk verschillende vakken;
2° wezenlijke verschillen in de beroepsinhoud.
Art. 9.
De tekorten, vermeld in artikel 6, 2°, kunnen, volgens de modaliteiten van artikel 25 van het decreet,
gecompenseerd worden op een van de volgende wijzen:
1° succesvol een proeve van bekwaamheid afleggen;
2° succesvol een aanpassingsstage van ten hoogste drie jaar doorlopen.
De onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs, de centra voor volwassenenonderwijs of een daartoe bevoegde
examencommissie nemen in functie van de vastgestelde tekorten de proeve van bekwaamheid, vermeld in het eerste
lid, 1°, af.
De leidend ambtenaar van de bevoegde dienst beslist op basis van het stageverslag van de instelling waar de stage
doorlopen is of de aanpassingsstage, vermeld in het eerste lid, 2°, heeft voldaan als compenserende maatregel om de
vastgestelde tekorten weg te werken.
De kosten die verbonden zijn aan de proeve van bekwaamheid respectievelijk de aanpassingsstage zijn ten laste
van de aanvrager.
Art. 10.
Zodra de aanvrager de aangeduide tekorten, vermeld in artikel 6,2°, via de compenserende maatregelen
succesvol weggewerkt heeft, wordt het conformiteitsattest uitgereikt.
Art. 11.
Het conformiteitsattest vermeldt de redenen waarom de aanvrager voldoet aan de voorwaarden voor de
toepassing van de richtlijn.
Het conformiteitsattest vermeldt de volgende gegevens van de aanvrager:
1° de voor- en achternaam;
2° de geboortedatum en -plaats.
Het conformiteitsattest vermeldt de volgende gegevens over de ambten waartoe de aanvrager toegang wordt
verleend:
1° de ambten met de desgevallend daaraan verbonden vakken, specialiteiten, leerjaren, opleidingen of modules
waartoe aan de aanvrager toegang wordt verleend;
2° de salarisschaal of salarisschalen die verbonden zijn aan de ambten op de datum van het conformiteitsattest;
3° de beroepstitel en de wettelijke opleidingstitel, met de eventuele afkorting ervan, verleend in het land van
oorsprong of herkomst, samen met de naam en de plaats van de instelling of van de examencommissie die die titel heeft
verleend.
Het conformiteitsattest wordt bekleed met het zegel van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 12.
Voor de gereglementeerde beroepen arts, psycholoog, kinesitherapeut, ergotherapeut, logopedist en
verpleger wordt de erkenning voor toegang tot en uitoefening van het beroep, afgeleverd door de overheidsdienst die
bevoegd is voor het overeenstemmende gereglementeerde beroep dat opgenomen is in de Europese Richtlijn 2005/36,
beschouwd als een conformiteitsattest.
Art. 13.
Het conformiteitsattest wordt beschouwd als een bekwaamheidsbewijs van de categorie « vereiste
bekwaamheidsbewijzen » als vermeld in de koninklijke besluiten en de besluiten van de Vlaamse Regering, vermeld
in artikelen 16 tot 27.
Art. 14.
Onverminderd de bepalingen van artikel 12, wordt aan de houder van een Europese beroepskaart die
conform de door de Europese Commissie vastgestelde relevante uitvoeringshandelingen uitgereikt is, een conformiteitsattest afgeleverd.
HOOFDSTUK 3. — Waarschuwingsmechanisme
Art. 15.
§ 1.De bevoegde dienst zal het schoolbestuur of de inrichtende macht van het betrokken personeelslid
binnen drie dagen verwittigen zodra ze over dat personeelslid een waarschuwingsmelding ontvangt uit een andere
lidstaat conform artikel 38 van het decreet.
De inrichtende macht of het schoolbestuur moet bij de aanstelling van een personeelslid waarop conform artikel 38
van het decreet een waarschuwing kan rusten altijd bij de bevoegde dienst de waarschuwingslijst, vermeld in artikel 38
van het decreet raadplegen.
§ 2. Voor een personeelslid van een door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde of gefinancierde onderwijsinstelling, waarop een waarschuwing rust conform artikel 38 van het decreet, zal de bevoegde dienst binnen drie dagen
de beslissing van de bevoegde rechtbank melden aan de lidstaten.
De bevoegde dienst brengt het betrokken personeelslid schriftelijk ervan op de hoogte dat het opgenomen is op
de waarschuwingslijst, vermeld in artikel 38 van het decreet, en meldt eventuele wijzigingen.
De waarschuwing bevat de identiteit, het beroep, de informatie over de nationale autoriteit of rechtbank die het
besluit tot beperking of verbod genomen heeft, de reikwijdte van het verbod en de periode. Als de betrokkene in beroep
gaat tegen de beslissing, moet dat ook vermeld worden in het waarschuwingsmechanisme.
§ 3. Binnen drie dagen na het einde van de schorsing of het beroepsverbod wordt de waarschuwing weer
ingetrokken. De bevoegde dienst brengt het betrokken personeelslid schriftelijk hiervan op de hoogte.
HOOFDSTUK 4. — Wijzigingsbepalingen
Art. 16.
Aan artikel 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 19 juni 1967 tot vaststelling van de
bekwaamheidsbewijzen vereist van de kandidaten voor de wervingsambten van het administratief personeel en van
het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar,
technisch, kunst- en normaalonderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt de
zinsnede ”en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 17.
Aan artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van
15 april 1997 en 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende
de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese
Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 18.
Aan artikel 1, § 1, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van
de bekwaamheidsbewijzen vereist van de kandidaten voor wervingsambten van het administratief personeel van de
onderwijsinstellingen en van de psycho-medisch-sociale centra van de Vlaamse Gemeenschap en voor de
gesubsidieerde betrekkingen van het administratief personeel in de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde
onderwijsinstellingen, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het
besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor
gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 19.
Aan artikel 4, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs,
vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het besluit van de Vlaamse
Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het
onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36 ” toegevoegd.
Art. 20.
Aan artikel 5, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1990 betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling in het gewoon basisonderwijs, vervangen bij het
besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het besluit van de Vlaamse Regering van
10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in
het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 21.
Aan artikel 4, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 betreffende
de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de
godsdienstleraar, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het
besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor
gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 22.
Aan artikel 5, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldiging in het buitengewoon onderwijs, vervangen bij het besluit
van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het besluit van de Vlaamse Regering van
10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in
het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 23.
Aan artikel 4, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het
bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds
kunstonderwijs, studierichtingen “Muziek”, “Woordkunst” en “Dans”, vervangen bij het besluit van de Vlaamse
Regering van 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende
de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese
Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 24.
Aan artikel 4, § 2, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het
bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds
kunstonderwijs, studierichting “Beeldende kunst”, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van
24 april 2009, wordt de zinsnede “en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning
van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn
2005/36” toegevoegd.
Art. 25.
Aan artikel 2, § 1, vierde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 tot
vaststelling van de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van de centra voor
leerlingenbegeleiding, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt de zinsnede “en het
besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor
gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” toegevoegd.
Art. 26.
In artikel 2, § 1, 12°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de
ambtshalve concordantie, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009, wordt tussen de
woorden “de basiseducatie” en de zinsnede “, geldt” de zinsnede “en het besluit van de Vlaamse Regering van
10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in
het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” ingevoegd.
Art. 27.
In artikel 3, 11°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende de individuele
concordantie in het secundair volwassenenonderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van
30 september 2011, wordt tussen de woorden “de basiseducatie” en de zinsnede “, geldt” de zinsnede “en het besluit
van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde
beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36” ingevoegd.
HOOFDSTUK 5. — Slotbepalingen
Art. 28.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 betreffende de omzetting van de Europese
Richtlijn 2005/36 voor wervingsambten in het onderwijs en voor sommige functies in de basiseducatie, gewijzigd bij
de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010 en 3 juli 2015, wordt opgeheven.
Art. 29.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 januari 2016.
Art. 30.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.