OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse regering tot opheffing
van de commissies tot beheer van het eigen vermogen en de commissies van
toezicht in bepaalde instellingen voor hoger kunstonderwijs van het voormalige
gemeenschapsonderwijs.
goedkeuringsdatum
03 DECEMBER 1996
publicatiedatum
B.S.04/02/1997
datum laatste wijziging
13/02/2017
COORDINATIE
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen
in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 368;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12
januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4
juli 1989;
Gelet op het advies van de Inspectie
van Financiën, gegeven op 2 december 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het dringend noodzakelijk is ingevolge de
implementatie van het voormelde decreet van 13 juli 1994 over te gaan tot de
opslorping van de vroegere eigen vermogens van de kunsthogescholen van het
vroegere gemeenschapsonderwijs in de nieuwe hogescholen en tot opheffing van de
commissies tot beheer van het eigen vermogen en de commissies van toezicht;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs
en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1.
De commissie tot beheer van het
eigen vermogen en de commissie van toezicht in de hierna vermelde instellingen
voor hoger kunstonderwijs van het voormalige gemeenschapsonderwijs worden
opgeheven :
- Hoger Instituut en Koninklijke
Academie voor Schone Kunsten van het Gemeenschapsonderwijs te
Antwerpen;
- Hoger Instituut voor Dramatische
Kunst van het Gemeenschapsonderwijs Studio Herman Teirlinck te
Antwerpen;
- Koninklijk Conservatorium van het
Gemeenschapsonderwijs te Antwerpen;
- Koninklijk
Conservatorium van het Gemeenschapsonderwijs te Brussel;
- Koninklijk Conservatorium van het Gemeenschapsonderwijs te
Gent.
Art. 2.
Het vermogensbestand van de
commissies tot beheer van het eigen vermogen van de in artikel 1 vermelde
instellingen wordt overgeheveld naar de betrokken hogescholen.
Art. 3.
De hiernavolgende besluiten
worden opgeheven :
- het koninklijk besluit van 2
juli 1932 houdende toekenning van de rechtspersoonlijkheid aan de Koninklijke
Muziekconservatoria van Brussel, Gent, Luik en Antwerpen;
-
het organiek reglement van 20 augustus 1934 van de Koninklijke Academie en van
het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen;
- het besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 1987 tot
samenstelling van de Commissies van Toezicht en de Commissies tot Beheer van
het eigen Vermogen van sommige Rijksinrichtingen voor hoger
kunstonderwijs.
Art. 4.
Dit besluit heeft uitwerking met
ingang van 1 september 1996.
Art. 5.
De Vlaamse minister, bevoegd voor
het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.