Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

  • goedkeuringsdatum
    01 MAART 1977
  • publicatiedatum
    B.S.12/03/1977
  • datum laatste wijziging
    10/10/2000

COORDINATIE

K.B. nr. 178, 30-12-1982 - B.S. 13-1-1983; err. B.S. 5-3-1983

K.B. 24-12-1993 - B.S. 31-12-1993

Programmawet 2-1-2001 - B.S. 3-1-2001

Programmawet 19-7-2001 - B.S. 28-7-2001

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.

§ 1. In de mate dat de hierna vernoemde uitgaven, krachtens een wettelijke of reglementaire beschikking, gekoppeld zijn aan de schommelingen van het algemeen indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk of van het algemeen indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk, en onverminderd andere wettelijke beschikkingen die sommige weddetoelagen gelijkstellen aan de bezoldigingen die aan het Rijkspersoneel uitbetaald worden, zijn de bepalingen van deze wet van toepassing :

op de hierna vermelde uitkeringen ten laste van de openbare schatkist in de mate dat ze betrekking hebben op de personeelsleden of gewezen personeelsleden van diensten van de overheidssector, gewezen beroepspersoneelsleden der kaders in Afrika, alsmede van ministers, van staatssecretarissen, van bedienaars of gewezen bedienaars van de erediensten, van gewezen pleitbezorgers en van rechthebbenden van voornoemde personen : wedden en lonen, rust-, overlevingspensioenen en overlevingstegemoetkomingen, renten tot schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten, koloniale invaliditeitspensioenen en -overlevingsrenten, toelagen met uitsluiting van de sociale uitkeringen van de sociale zekerheid, tegemoetkomingen en vergoedingen,

b)

op oorlogspensioenen, -renten en -vergoedingen,
op vergoedingspensioenen toegekend aan de militaire invaliden van vredestijd en aan hun rechthebbenden, op bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij het berekenen of toekennen van sommige der hierboven vernoemde uitgaven.

§ 2. De Koning kan het stelsel van deze wet toepasselijk verklaren op andere diensten van de overheidssector die Hij aanduidt inzonderheid op de :

1. instellingen van openbaar nut,

2. provincies,

3. gemeenten,

4. verenigingen van de gemeenten en de inrichtingen die aan de provincies en de gemeenten ondergeschikt zijn, alsook de agglomeraties en federaties van gemeenten.

Art. 2.

Voor de toepassing van deze wet, dient onder "spilindexen" te worden verstaan, de getallen behorend tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02.

Voor de berekening van elke spilindex worden de delen van honderdsten van een punt afgerond op het naasthogere honderste of verwaarloosd, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een honderdste bereiken.

Art. 3.

§ 1. Worden gekoppeld aan de spilindex 114,20 de uitgaven en bezoldigingsgrenzen bedoeld in artikel 1, zoals zij op 1 januari 1971 werden vastgesteld op grond van de reglementering die er op die datum op toepasselijk was.

§ 2. De uitgaven die per jaar worden vereffend, worden voorafgaand verhoogd met 2,5 pct. van de sommen gekoppeld aan het indexcijfer 110 van de kleinhandelsprijzen van het Rijk.

Art. 4.

Iedere maal dat het overeenkomstig het tweede lid berekende indexcijfer der consumptieprijzen één der spilindexen bereikt of er op teruggebracht wordt, worden de uitgaven en bezoldigingsgrenzen, gekoppeld aan de spilindex 114,20 opnieuw berekend door de coëfficiënt 1,02n er op toe te passen waarin n de rang van bereikte spilindex vertegenwoordigt.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt als het indexcijfer der consumptieprijzen van een maand beschouwd het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van die maand en de drie daaraan voorafgaande maanden.

Te dien einde, wordt deze spilindex aangeduid met een volgnummer dat zijn rang opgeeft, het nummer 1 duidt de spilindex aan die volgt op de spilindex 114,20.

Voor het berekenen van de coëfficiënt 1,02n, worden de breuken van een tienduizendste van een eenheid afgerond tot het hogere tienduizendste of weggelaten, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een tienduizendste bereiken.

Vanaf 1 januari 1994 wordt enkel het daartoe berekende en benoemde indexcijfer in aanmerking genomen voor de toepassing van dit artikel.

Art. 5.

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, al de in artikel 1 bedoelde elementen, zoals zij op een bepaalde datum vastgesteld zijn, koppelen aan de spilindex die er op dezelfde datum op toepasselijk is.

Vanaf die datum wordt artikel 4 toegepast door, in de alinea's 1 en 2 van § 1, de spilindex 114,20 te vervangen door de spilindex waaraan de elementen bedoeld in alinea 1 van onderhavig artikel, opnieuw gekoppeld zijn.

Wat de uitgaven betreft die per jaar of per kwartaal vereffend worden, kan de Koning deze vooraf aanpassen in de mate die nodig is om ze op het niveau te brengen dat overeenstemt met de spilindex van toepassing op de in het eerste lid bedoelde datum.

Art. 6.

De verhoging of de vermindering wordt toegepast :

1° Voor de uitgaven die per jaar vereffend worden, met ingang van het burgerlijk jaar dat volgt op de maand waarvan het indexcijfer van de consumptieprijzen de spilindex bereikt die een wijziging rechtvaardigt en voor de eerste maal met ingang van het kalenderjaar dat volgt op de datum van bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad;

2° Voor de uitgaven die per kwartaal vereffend worden, met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt en voor de eerste maal met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de datum van bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad;

3° in de andere gevallen, vanaf de eerste maand die volgt op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt. Voor de wedden en lonen bedoeld in artikel 1, § 1, a), 1), voor de pensioenen, tegemoetkomingen en renten bedoeld in artikel 1, § 1, a), 2) tot en met 4) in de mate dat deze tijdens de maand die voorafgaat aan de maand waarop ze betrekking hebben of op de eerste werkdag van de betrokken maand worden betaald, alsook voor de toelagen, tegemoetkomingen en vergoedingen bedoeld in artikel 1, § 1, a), 5) en 6), wordt de verhoging of de vermindering slechts toegepast vanaf de tweede maand volgend op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt.

Art. 7.

Diensten van de overheidssector die op 1 januari 1976 de in artikel 1, § 1, opgesomde uitgaven uitbetalen volgens een stelsel dat afwijkt van de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, kunnen dit stelsel behouden voor zover de betrokken uitgaven gekoppeld zijn aan de schommelingen van het algemeen indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 4.

(voetnoot 1)

Art. 8.

De wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, is niet meer van toepassing op de uitgaven die onder deze wet vallen.

Art. 9.

De Koning kan de bestaande wetsbepalingen wijzigen en opheffen om de tekst ervan in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze wet.

- (1): Indien aan de in artikel 7 bepaalde voorwaarden niet is voldaan uiterlijk op 1 september 1984, vinden de andere bepalingen van de wet van 1 maart 1977 van rechtswege toepassing - cfr. artikel 3 van het K.B. nr. 178 van 30-12-1982.