OPGEHEVEN : Koninklijk besluit betreffende de geldelijke toestand van
de tot het Gesubsidieerd onderwijs behorende leden van de homologatiecommissie
en van de examencommissie van de Staat voor het secundair
onderwijs.
goedkeuringsdatum
01 AUGUSTUS 1967
publicatiedatum
B.S.04/11/1967
datum laatste wijziging
13/02/2017
(opschrift gewijzigd bij K.B.
16-12-1987)
COORDINATIE
K.B. 16-12-1987 - B.S. 4-2-1988
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op het toekennen van de
academische graden en het programma van de universitaire examens,
gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op [de artikelen 5, §
2, 6bis, § 1,2° en 9], gewijzigd bij de wet van 8 juni 1964;
(K.B. 16-12-1987)
Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1965 betreffende de
inrichting van de examencommissie van de Staat voor het lager secundair
onderwijs, gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 oktober 1965;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober
1965 betreffende de zetel, de inrichting en de werking van de examencommissie
van de Staat voor het hoger secundair technisch onderwijs alsook de vakken van
het examen;
Gelet op het koninklijk besluit van 5
mei 1966 betreffende de inrichting en de werking van de examencommissie van de
Staat voor het hoger middelbaar onderwijs;
Gelet
op het akkoord van de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, gegeven
op 20 juni 1967;
Gelet op het advies van de Raad
van State;
Op de voordracht van onze Minister van
Nationale Opvoeding, van Onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale
Opvoeding en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en
besluiten Wij :
Artikel 1.
De leraren van het Gesubsidieerd
onderwijs die lid zijn van de commissies, bedoeld in [de artikelen 5, § 2,
6bis, § 1,2° en 9] van de gecoördineerde wetten op het toekennen
van de academische graden en het programma van de universitaire examens,
blijven voor de gehele duur van hun effectieve deelneming aan de werkzaamheden
van de commissie, in aanmerking komen voor de weddetoelagen en voor alle andere
voordelen verbonden aan de onderwijsfunctie die zij op het ogenblik van hun
benoeming in het Gesubsidieerd onderwijs uitoefenen.
K.B.
van 16-12-1987
Art. 2.
Tijdens de ganse duur van hun
opdracht kunnen de in artikel 1 bedoelde leraren, bij beslissing van de
inrichtende macht waarvan zij afhangen, vervangen worden door waarnemende
leraren, die tot de subsidiëring worden toegelaten, wanneer zij voldoen
aan de voorwaarden voorzien in artikel 28 van de wet van 29 mei 1959.
Art. 3.
Het koninklijk besluit van 18
juli 1966 betreffende het in disponibiliteit stellen van de leraars van het
Gesubsidieerd technisch onderwijs, die lid zijn van de homologatiecommissie,
wordt opgeheven.
Art. 4.
Dit besluit heeft uitwerking met
ingang van 1 juli 1966.
Art. 5.
Onze Minister van Nationale
Opvoeding, Onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale Opvoeding en Onze
Minister van Binnenlandse Zaken zijn belast, ieder wat hem betreft, met de
uitvoering van dit besluit.