OPGEHEVEN : Koninklijk besluit houdende toepassing van art. 34 van de
wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de
universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, wat betreft de
vrijstelling van ondervraging, het aantal proeven en de duur van de
studiën.
goedkeuringsdatum
20 AUGUSTUS 1970
publicatiedatum
B.S.30/09/1970
datum laatste wijziging
13/02/2017
COORDINATIE
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op het toekennen van de
academische graden en het programma van de universitaire examens,
gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op artikel 34;
Gelet op de wet van 23 december 1946 houdende
instelling van een Raad van State, inzonderheid op artikel 2, lid 2;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Op de voordracht van Onze Ministers van Nationale
Opvoeding,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij
:
Artikel 1.
De houders van een diploma
betreffende een academische graad die een nieuwe academische graad wensen te
behalen, worden vrijgesteld van de ondervraging over de vakken of gedeelten van
vakken waarover zij reeds ondervraagd werden bij het examen voor de graad
waarvan zij houder zijn.
De bepalingen van
voorgaand lid zijn mede van toepassing op :
1° de examinandi die geslaagd zijn voor ten minste
één proef van het examen voor een academische graad;
2° de houders van een benoemingsbrief ter
vervanging van het brevet van officier der artillerie of der genie welke uit de
applicatieschool komen en welke één der graden van burgerlijk
ingenieur wensen te behalen.
Art. 2.
De bevoegde examencommissie
bepaalt de vakken of gedeelten van vakken waarvan vrijstelling van ondervraging
wordt verleend.
Art. 3.
Het aantal proeven en de duur van
de studiën voor het behalen van de hiernavermelde academische graden door
de personen bedoeld in artikel 1, worden bepaald in de onderstaande lijst :
1. Graad van kandidaat in de farmaceutische
wetenschappen :
1° de houder van het diploma
van licentiaat in de wetenschappen, groep scheikundige wetenschappen;
één proef en minstens één jaar studie na het
behalen van genoemd diploma.
2. Graad van
apotheker :
1° de houder van het diploma van
licentiaat in de wetenschappen, groep scheikundige wetenschappen : drie proeven
en minstens drie jaar studie na het behalen van genoemd diploma. Na minstens
één jaar studie mogen het examen voor de graad van kandidaat in
de farmaceutische wetenschappen en de eerste proef van het examen voor de graad
van apotheker tijdens hetzelfde academiejaar afgelegd worden.
3. Graad van kandidaat in de diergeneeskundige wetenschappen :
1° de examinandus die geslaagd is voor de
eerste proef van het examen voor de graad van kandidaat in de wetenschappen,
groep veeartsenijkunde : twee proeven en minstens twee jaar studie na het
slagen voor genoemde eerste proef;
2° de
houder van het diploma van kandidaat in de wetenschappen, groep
veeartsenijkunde : één proef en minstens één jaar
studie na het behalen van genoemd diploma.
Art. 4.
1° voor wat betreft de vrijstelling van
ondervraging : de vroegere besluiten getroffen ter uitvoering van artikel 34
van de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en
het programma van de universitaire examens;
2° voor wat
betreft de vaststelling van het aantal proeven en de studieduur : de vroegere
besluiten, getroffen ter uitvoering van artikel 34 van de voornoemde wetten,
die de gevallen regelen opgenomen in de lijst bedoeld in artikel 3 van dit
besluit.
Art. 5.
Dit besluit treedt in werking op
1 september 1970.
Art. 6.
Onze Ministers van Nationale
Opvoeding zijn belast met de uitvoering van dit besluit.