OPGEHEVEN : Wet betreffende het behalen van wettelijke graden door
vluchtelingen die aan een Belgische universiteit of daarmee gelijkgestelde
inrichtingen, universitaire studiën ten wetenschappelijke titel aangevat
of voleindigd hebben.
goedkeuringsdatum
20 MEI 1976
publicatiedatum
B.S.30/07/1976
datum laatste wijziging
13/02/2017
COORDINATIE
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen
hetgeen volgt :
Artikel 1.
Deze wet is van toepassing op de
vluchtelingen als dusdanig erkend overeenkomstig de wet van 28 maart 1952 op de
vreemdelingenpolitie, gewijzigd bij de wet van 30 april 1964, evenals op de
personen die deze hoedanigheid bezaten en de Belgische nationaliteit hebben
verkregen.
Art. 2.
De vluchteling die voor de
inwerkingtreding van de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid
van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften, houder was van het
diploma van een academische graad, uitgereikt als wetenschappelijke titel door
een Belgische universiteit of een daarmede gelijkgestelde inrichting, of die
universitaire studiën begonnen was om een dergelijk wetenschappelijk
diploma te behalen, kan deze graad als wettelijke titel behalen, indien hij het
laatste examen voor die graad aflegt ten overstaan van een examencommissie van
de Staat voor het universitair onderwijs.
Op het
examen en op de examencommissie zijn van toepassing de bepalingen van artikel
40, § 3, van de gecoördineerde wetten op het toekennen van de
academische graden en het programma van de universitaire examens, gewijzigd bij
de wet van 5 mei 1970. Dezelfde examencommissie is bevoegd om, overeenkomstig
de bepalingen van die gecoördineerde wetten, de in hun artikel 40, §
2, bedoelde graden te verlenen.
Art. 3.
De inschrijving voor het in
artikel 2 vermeld examen is kosteloos.
Het
diploma uitgereikt door een examencommissie van de Staat voor het universitair
onderwijs wordt ter bekrachtiging voorgelegd overeenkomstig artikel 41 van
voornoemde gecoördineerde wetten, gewijzigd bij de wet van 9 april 1965.