OPGEHEVEN : Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie en de werking van de examencommissies van de Vlaamse Gemeenschap voor het academisch onderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    03 FEBRUARI 1993
  • publicatiedatum
    B.S.07/04/1993
  • datum laatste wijziging
    13/02/2017

COORDINATIE

Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 54;

Gelet op het advies van de Vlaamse Interuniversitaire Raad, gegeven op 9 april 1992;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.

In dit besluit wordt verstaan onder :

1° examencommissie : de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het academisch onderwijs;

2° decreet : het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;

3° universiteit : instelling vermeld in artikel 3 van het hierboven vermelde decreet;

4° examenreglement : het krachtens artikel 46 van het decreet vastgestelde examenreglement.

Art. 2.

§ 1. Om de examens af te leggen van elk studiejaar van de eerste of de tweede cyclus van de academische opleidingen, kunnen kandidaten zich aanmelden bij een examencommissie ingesteld bij elke universiteit die een opleiding voor de betreffende cyclus verstrekt.

§ 2. Voor het behalen van een academische graad van "Doctor" in een bepaald studiegebied of onderdeel van studiegebied, kunnen kandidaten zich aanmelden bij een examencommissie ingesteld bij elke universiteit in het betreffend studiegebied of onderdeel van studiegebied.

HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de examencommissies

Art. 3.

§ 1. Elke examencommissie wordt samengesteld zoals bepaald in het examenreglement van de universiteit waarbij zij wordt ingesteld.

§ 2. Het bepaalde in artikel 32, tweede lid, van het decreet is van overeenkomstige toepassing voor de samenstelling van de examencommissie voor het behalen van de graad van "Doctor".

Art. 4.

De voorzitter van elke examencommissie treedt op namens de Vlaamse Regering. Zo het examenreglement van de universiteit hieromtrent niets bepaalt, wijst de voorzitter onder de leden van de examencommissie een secretaris aan.

Art. 5.

Wanneer de voorzitter verhinderd of afwezig is, neemt een voorzitter van een andere examencommissie het voorzitterschap waar.

HOOFDSTUK III. - Zetel van de examencommissies

Art. 6.

De examencommissies houden zitting in de lokalen van de universiteiten waarbij zij zijn ingesteld.

HOOFDSTUK IV. - Examenperiodes

Art. 7.

Behalve voor het behalen van de academsiche graad van "Doctor" worden de examens afgenomen in de examenperiodes zoals bepaald in het examenreglement van de universiteit.

HOOFDSTUK V. - Toelatingsvoorwaarden en inschrijving

Art. 8.

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 10, 11 en 12 mag elkeen die voldoet aan de in het decreet bepaalde toelatingsvoorwaarden en voorschriften inzake studieduur, zich aanmelden bij een examencommissie.

Art. 9.

Voor de examinandi van de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap is het universiteitsbestuur bevoegd beslissingen te nemen inzake de vrijstelling van examens, verkorting van studieduur en de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet. Beslissingen die het universiteitsbestuur ter zake eerder genomen heeft voor personen, die zich inschrijven voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap blijven geldig. De regeling van de overdracht van examencijfers van de eerste zittijd naar de tweede zittijd binnen hetzelfde academiejaar is van toepassing op de studenten die ingeschreven zijn voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. Deze regeling is niet van toepassing bij de overstap van een universitaire examencommissie naar de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 10.

Het bepaalde bij artikel 53, eerste lid, van het decreet is van toepassing ongeacht of de student de examens aflegt voor een examencommissie van de universiteit of voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap.

Het examenreglement dat het universiteitsbestuur krachtens het bepaalde in artikel 46 van het decreet opstelt, is van overeenkomstige toepassing op de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap behoudens de bepalingen die ten aanzien van de examinandi van de examencommissies van de Vlaamse Gemeenschap niet toegepast kunnen worden. De examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap bepaalt voor 1 oktober van elk jaar welke bepalingen van het examenreglement inzake verplichte aanwezigheid op onderwijs- of studieactiviteiten zoals hoor- en werkcolleges, seminaries, praktische oefeningen, veldwerk, excursies en stages niet van toepassing zijn of door andere regelingen vervangen worden.

Art. 11.

De kandidaten die zich bij een examencommissie ingesteld bij een bepaalde universiteit wensen aan te melden om de examens af te leggen van een studiejaar van een academische opleiding, laten zich hiertoe op de bevoegde dienst van deze universiteit inschrijven. Dit dient te gebeuren vóór 1 februari van het betrokken academiejaar voor de eerste examenperiode en vóór 1 augustus van het betrokken academiejaar voor de tweede examenperiode.

De kandidaten mogen zich laten inschrijven voor een tweede examenperiode zonder ingeschreven geweest te zijn voor de eerste examenperiode van hetzelfde academiejaar.

Een kandidaat kan per academiejaar ten hoogste tweemaal de examens van eenzelfde studiejaar van eenzelfde opleiding afleggen ongeacht of dit voor de examencommissie van een universiteit of voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap gebeurt.

Voor elke inschrijving wordt het inschrijvingsgeld betaald, zoals bepaald in artikel 54 van het decreet.

Het universiteitsbestuur gaat de regelmatigheid van de inschrijving na, inzonderheid de naleving van de bij of krachtens het decreet bepaalde toelatingsvoorwaarden en van de in dit besluit vastgelegde voorschriften.

Art. 12.

Door zich te laten inschrijven aan een bepaalde universiteit, aanvaarden de kandidaten die zich aanmelden voor een studiejaar van een academische opleiding, het opleidingsprogramma dat deze universiteit voor het betreffende studiejaar aanbiedt.

Art. 13.

Het inschrijvingsgeld voor deelname aan de examens bedoeld in artikel 54 van het decreet is in geen enkel geval terugbetaalbaar, noch overdraagbaar naar een latere examenperiode.

Dit inschrijvingsgeld komt ten goede aan het eigen vermogen van de universiteit die de inschrijving gedaan heeft.

De uitgaven die voortspruiten uit de organisatie en de werking van de examencommissies mogen op het ontvangen inschrijvingsgeld aangerekend worden.

HOOFDSTUK VI. - Verloop en bekrachtiging van de examens

Art. 14.

De voorzitter opent en sluit de examenperiode. Hij zorgt voor de regelmatigheid van de examens, houdt toezicht over de zittingen en zit de beraadslaging voor.

Art. 15.

Binnen de maand die volgt op de sluiting van de examenperiode deelt de voorzitter of de secretaris aan de Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs de beslissing mede die de examencommissie ten opzichte van elke ingeschreven kandidaat heeft genomen.

HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 16.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van artikel 11 dienen de kandidaat-examinandi voor de eerste examenperiode van het academiejaar 1992-1993 een inschrijving te nemen vóór 1 mei 1993.

Art. 17.

Opgeheven worden :

1° het koninklijk besluit van 12 juni 1970 tot regeling van de inrichting en de werking van de examencommissies van de Staat voor het universitair onderwijs, gewijzigd bij ...;

2° het besluit van de Regent van 18 januari 1946 betreffende de nieuwe wijze van bezoldiging van de examencommissies door de Regering aangesteld voor het toekennen van de academische graden, gewijzigd bij ...;

3° het enig artikel, 13° , van het ministerieel besluit van 29 juni 1948 betreffende het bedrag van de vergoedingen en toelagen van alle aard die verleend worden aan de leden van de commissies en van de jury's.

Art. 18.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1992.

Art. 19.

De Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.