Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 2
augustus 1960 betreffende de tussenkomst van de Staat in de financiering van de
vrije universiteiten en van diverse inrichtingen voor hoger onderwijs en voor
wetenschappelijk onderzoek en houdende vaststelling van de rentevoet voor
1979.
goedkeuringsdatum
17 DECEMBER 1979
publicatiedatum
B.S.25/01/1980
datum laatste wijziging
10/10/2000
COORDINATIE
K.B. 4-8-1986 - B.S. 12- 9-1986
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 augustus 1960 betreffende
de tussenkomst van de Staat in de financiering van de vrije universiteiten en
van de diverse inrichtingen voor hoger onderwijs en voor wetenschappelijk
onderzoek, inzonderheid het artikel 8bis ingelast door de wet van 16 juli 1970
en gewijzigd door de wetten van 27 juli 1971 en van 28 juli 1977;
Overwegende dat krachtens deze bepalingen, het
bedrag van de leningen die kunnen worden toegestaan overeenkomstig artikel 6
van de voormelde wet voor het jaar 1979 in totaal 3 miljard frank bedraagt;
Overwegende dat bij toepassing van artikel 1 van
het koninklijk besluit van 10 oktober 1979, houdende wijziging van artikel 10
van het koninklijk besluit van 24 oktober 1978 houdende uitvoering van de wet
van 2 augustus 1960, de rentevoet dient te worden bepaald die de Algemene
Spaar- en Lijfrentekas zal toepassen op bedoelde leningen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij
koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, eerste lid;
Gelet op de hoogdringendheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.
De door de Algemene Spaar- en
Lijfrentekas toe te passen rentevoet op de leningstranche van 3 miljard frank
voor 1979, wordt vastgesteld op 10,80 ten honderd 's jaars, de rente jaarlijks
betaalbaar zijnde na vervallen termijn.
Voor de
periode van 1 juli 1986 tot 30 juni 1994, zal de rentevoet 0,25 pct. hoger
liggen dan het hoogste rendementspercentage afgerond op de naasthogere deciem
of halve deciem, toegekend aan de banken en privé-spaarkassen op de
openbare lening van de openbare sector waarvan de openbare inschrijvingsperiode
het dichtst de datum 30 juni 1986 zal benaderen.
Wanneer de Algemene Spaar- en Lijfrentekas geen gebruik maakt van
het recht dat zij zich heeft voorbehouden, op de 15e of op de 30e jaarlijkse
vervaldag van de interesten, de door haar toegekende leningen over te dragen
aan de Staat, wordt de rentevoet eveneens herzien en, voor de periode die
aanvangt op 1 juli 1994 of op 1 juli 2009 vastgesteld volgens het
rendementspercentage, afgerond op de naasthogere deciem of halve deciem,
toegekend aan de banken en privé-spaarkassen op de openbare lening van
de openbare sector waarvan de openbare inschrijvingsperiode het dichtst de
datum 30 juni 1994 of 30 juni 2009 zal benaderen.
[Indien de verwijzing tot herziening van de rentevoet zoals
bepaald in het tweede en het derde lid onmogelijk blijkt, inzonderheid wegens
het uitblijven van uitgifte van openbare leningen van de openbare sector, zal
een nieuwe referterentevoet worden bepaald op basis van de voorwaarden van de
kapitaalmarkt.]
K.B.
van 4-8-1986
Art. 2.
Dit besluit heeft uitwerking met
ingang van 1 december 1979.
Art. 3.
Onze Minister van Financiën
is belast met de uitvoering van dit besluit.