Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 2 augustus 1960 betreffende de tussenkomst van de Staat in de financiering van de vrije universiteiten en van diverse inrichtingen voor hoger onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek en houdende vaststelling van de rentevoet voor de tranche 1984.

  • goedkeuringsdatum
    25 OKTOBER 1984
  • publicatiedatum
    B.S.20/11/1984
  • datum laatste wijziging
    10/10/2000

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 1960 betreffende de tussenkomst van de Staat in de financiering van de vrije universiteiten en van de diverse inrichtingen voor hoger onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek, inzonderheid het artikel 8bis, ingelast door de wet van 16 juli 1970, gewijzigd door de wetten van 27 juli 1971, van 28 juli 1977 en van 6 maart 1981 en aangevuld met het koninklijk besluit nr. 167 van 30 december 1982;

Overwegende dat krachtens deze bepalingen, het bedrag van de leningen die zullen worden toegestaan, overeenkomstig artikel 6 van de voormelde wet, voor het jaar 1984 in vierhonderd vijftig miljoen frank bedraagt;

Overwegende dat bij toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1979, houdende wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 24 oktober 1978 houdende uitvoering van de wet van 2 augustus 1960, de rentevoet dient te worden bepaald die de Algemene Spaar- en Lijfrentekas zal toepassen op bedoelde leningen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.

De door de Algemene Spaar- en Lijfrentekas toe te passen rentevoet op de leningstranche van vierhonderd vijftig miljoen frank voor het jaar 1984 wordt vastgesteld op 12,35 ten honderd 's jaars, de rente jaarlijks betaalbaar zijnde na vervallen termijn.

Voor de periode van 1 juli 1989 tot 30 juni 1994, zal de rentevoet 0,25 % hoger liggen dan het hoogste rendementspercentage, afgerond op de naasthogere deciem of halve deciem, toegekend aan de banken en privé-spaarkassen op de openbare lening van de openbare sector waarvan de openbare inschrijvingsperiode het dichtst de datum van 30 juni 1989 zal benaderen.

Voor de periode van 1 juli 1994 tot 30 juni 1999, zal de rentevoet 0,25 % hoger liggen dan het hoogste rendementspercentage, afgerond op de naasthogere deciem of halve deciem, toegekend aan de banken en privé-spaarkassen op de openbare lening van de openbare sector waarvan de openbare inschrijvingsperiode het dichtst de datum van 30 juni 1994 zal benaderen.

Wanneer de Algemene Spaar- en Lijfrentekas geen gebruik maakt van het recht dat zij zich heeft voorbehouden, op de 15e of op de 30e jaarlijkse vervaldag van de interesten, de door haar toegekende leningen over te dragen aan de Staat, wordt de rentevoet eveneens herzien en, voor de periode die aanvangt op 1 juli 1999 of op 1 juli 2014 vastgesteld volgens het rendementspercentage, afgerond op de naasthogere deciem of halve deciem, toegekend aan de banken en privé-spaarkassen op de openbare lening van de openbare sector waarvan de openbare inschrijvingsperiode het dichtst de datum 30 juni 1999 of 30 juni 2014 zal benaderen.

Art. 2.

Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 3 juli 1984.

Art. 3.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.