OPGEHEVEN : Koninklijk besluit betreffende de bezoldigde werkzaamheden
verricht door de laboratoria, de klinieken of andere soortgelijke diensten der
Rijksuniversiteiten.
goedkeuringsdatum
28 OKTOBER 1955
publicatiedatum
B.S.16/03/1956
datum laatste wijziging
13/02/2017
COORDINATIE
Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017
BOUDEWIJN, Koning der Belgen,
Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL.
Gelet op de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van
het hoger onderwijs in de Rijksuniversiteiten, inzonderheid op artikel 63;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Openbaar
Onderwijs,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij
:
Artikel 1.
Geen enkel hoofd van een
laboratorium, van een kliniek of van een andere soortgelijke dienst van de
rijksuniversiteiten mag in deze hoedanigheid hetzij zelf, hetzij door enig lid
van zijn personeel, bezoldigde prestaties leveren zonder daartoe vooraf de
machtiging te hebben bekomen van de raad van beheer.
Art. 2.
Wanneer de in artikel 1 bedoelde
prestaties tot de normale werkzaamheden van de dienst behoren, mag de
machtiging algemeen zijn; in alle andere gevallen moet voor iedere prestatie
een bijzondere machtiging verleend worden.
De
machtigingen worden door de betrokken diensthoofden aangevraagd.
Art. 3.
De raad van beheer kan steeds de
in artikel 2 bedoelde machtigingen wijzigen of intrekken.
Art. 4.
Het diensthoofd, dat een
machtiging heeft ontvangen, gaat een verzekering aan tot dekking van de
burgerlijke aansprakelijkheid die hem ten laste kan gelegd worden wegens de
verrichte werkzaamheden.
Deze verzekering wordt
aangegaan bij een door de raad van beheer aanvaarde verzekeringsmaatschappij.
De premies worden door het patrimonium van de universiteit gedragen.
Art. 5.
De raad van beheer bepaalt de
regelen volgens welke de verrichte werkzaamheden gehonoreerd worden.
Art. 6.
De honorariumstaten worden
opgemaakt op naam van de universiteit; zij vermelden dat het ereloon gestort
wordt op een postrekening op naam van het patrimonium van de universiteit.
Zij worden ondertekend door het betrokken
diensthoofd of door een door de raad van beheer aanvaarde afgevaardigde.
De raad van beheer bepaalt de overige regelen
volgens welke de honorariumstaten opgemaakt worden.
Art. 7.
Het betrokken diensthoofd bewaart
alle documenten betreffende de werkzaamheden en geeft er, op aanvraag, inzage
van aan de raad van beheer.
Art. 8.
Onze Minister van Openbaar
Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.