OPGEHEVEN : Koninklijk besluit houdende opname van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent in de Rijksuniversiteit te Gent.

  • goedkeuringsdatum
    25 SEPTEMBER 1969
  • publicatiedatum
    B.S.27/10/1969
  • datum laatste wijziging
    13/02/2017

COORDINATIE

Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 augustus 1960 houdende toekenning van sociale voordelen aan de universiteiten en gelijkgestelde inrichtingen;

Gelet op de wet van 9 april 1965 houdende diverse maatregelen voor de universitaire expansie, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1966, inzonderheid op de artikelen 56 en 57;

Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 56, lid 2;

Gelet op het eensluidend advies van de academische raden van de Rijksuniversiteit te Gent en van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent, respectievelijk d.d. 19 februari 1969 en 31 januari 1969;

Gehoord de raad van beheer van de Rijksuniversiteit te Gent en de academische raad van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent, respectievelijk op 18 juni en 26 juni 1969;

Gelet op het advies van de Syndicale Raad van advies;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Nationale Opvoeding,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.

De Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent wordt opgenomen in de Rijksuniversiteit te Gent en draagt er de benaming van Faculteit van de landbouwwetenschappen.

Art. 2.

Voor de toepassing van de wet van 3 augustus 1960 houdende toekenning van sociale voordelen aan de universiteiten en gelijkgestelde inrichtingen, worden de toelagen, die aan de Rijksuniversiteit te Gent toekomen ten gevolge van de opneming van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent, berekend alsof die faculteit nog een met een universiteit gelijkgestelde inrichting was.

Art. 3.

De rector van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent wordt deken van de Faculteit van de landbouwwetenschappen van de Rijksuniversiteit te Gent. Zijn mandaat verstrijkt op 30 september 1970. Tot op deze datum wordt hem de jaarlijkse toelage, als bedoeld bij het koninklijk besluit van 8 april 1965, toegekend.

Hij wordt gemachtigd de eretitel van rector van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent te voeren.

De ondervoorzitter van het beheerscomité van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent wordt vertegenwoordiger van de Faculteit van de landbouwwetenschappen in de raad van beheer van de Rijksuniversiteit te Gent. Zijn mandaat verstrijkt op 30 september 1971.

Art. 4.

De leden van het onderwijzend personeel en van het wetenschappelijk personeel van de Rijksuniversiteit te Gent die voor 1 oktober 1969 een leeropdracht vervullen aan de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen, behoudens de wedde die aan die leeropdracht verbonden is.

Zo zij voor voornoemde data in de academische raad van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent zetelen, maken zij deel uit van de raad van de Faculteit van de landbouwwetenschappen.

De leden van het onderwijzend personeel en van het wetenschappelijk personeel van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent die voor 1 oktober 1969 een leeropdracht hebben aan de Rijksuniversiteit te Gent, behoudens de wedde die aan die leeropdracht verbonden is.

Art. 5.

Tot 31 december 1970 geldt voor het wetenschappelijk personeel, het administratief personeeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de Faculteit van de landbouwwetenschappen een afzonderlijk personeelskader en bestaat er geen interpenetratie tussen dat kader en het personeelskader van de rijksuniversiteit.

Art. 6.

De hiërarchietabel van het administratief personeel, het gespecialiseerd personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de Rijksuniversiteit te Gent is van toepassing op dezelfde categorieën personeelsleden van de Faculteit van de landbouwwetenschappen. Wat betreft de ambten van de faculteit die in de hiërarchietabel niet voorkomen, wordt de hiërarchietabel aangepast.

Art. 7.

Voor dezelfde datum zullen de bevorderingsexamens voor het administratief personeel, het gespecialiseerd personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de Faculteit van de landbouwwetenschappen worden ingericht. De examenstof mag enkel betrekking hebben op de beroepsbekwaamheid en wordt voor elk van de te begeven ambten door de Raad van Beheer vastgesteld.

Art. 8.

De leeftijdsgrens, bepaald bij artikel 5, 5, van het besluit van 27 mei 1958 tot vaststelling van het statuut van het administratief personeel, het gespecialiseerd personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel bij de rijksuniversi-teiten, is niet van toepassing op de tijdelijke personeelsleden die uiterlijk op 30 september 1969 tewerkgesteld zijn in de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent.

Art. 9.

Gedurende twee jaar die op 1 oktober 1969 aanvangen, worden de leden van het administratief personeel, het gespecialiseerd personeel, het meesters-, vak en dienstpersoneel van de Rijksfaculteit der landbouwwetenschappen te Gent, die erom verzoeken, overgeplaatst naar een van de besturen van het Ministerie van Nationale Opvoeding waarvan het personeel onderworpen is aan het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. De overplaatsing geschiedt in de graad die zij op bovenbedoelde datum bekleden, of, indien die graad in een van die besturen niet bestaat, in een graad die de Minister van Nationale Opvoeding gelijkwaardig met die graad acht.