Ministerieel besluit houdende uitvoeringsmaatregelen van het koninklijk besluit van 28 april 1978 houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België, ten gunste van onderhorigen van ontwikkelingslanden.

  • goedkeuringsdatum
    21 OKTOBER 1980
  • publicatiedatum
    B.S.04/12/1980
  • datum laatste wijziging
    10/10/2000

Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 1978 houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen in België, ten gunste van onderhorigen van ontwikkelingslanden, meer bijzonder de artikelen 5, § 3, 12, § 1 en 16, § 4, gewijzigd door het koninklijk besluit van 21 oktober 1980;

Gelet op het akkoord gegeven door de Minister van Begroting, d.d. 6 oktober 1980;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid,

Besluit :

Artikel 1.

De toekenningsvoorwaarden voor de beurzen van de categories 40, 41, 42, 51, 52 en 60 voorzien in het koninklijk besluit van 28 april 1978 houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België, ten gunste van onderhorigen van ontwikkelingslanden zijn als volgt bepaald :

1. Categorie 40 :

a) De doctoraatsbeurzen zijn voorbehouden aan de kandidaten die door de academische overheden tot het doctoraat toegelaten zijn, gebeurlijk mits aanvullende cursussen die 150 uur maximum voor gans het doctoraat niet mogen overtreffen.

b) De doctoraatsbeurzen worden toegekend voor een verblijfsduur, in België, van 48 maand maximum. In behoorlijk gerechtvaardigde gevallen kan de Minister deze duur tot 60 maand verlengen.

2. Categorie 41 :

De studiebeurzen voor medische specialisaties zijn voorbehouden aan kandidaten toegelaten tot de studies voor medische specialisaties die een cyclus van ten minste 3 jaar omvatten.

3. Categorie 42 :

De beurzen voor pedagogische vervolmakingsstudies voor het onderwijzend personeel zijn voorbehouden aan de kandidaten :

- die ten minste gedurende twee jaar daadwerkelijk onderwezen hebben in een instelling voor hoger onderwijs in een ontwikkelingsland,

- en die geselecteerd werden in het raam van een Belgisch project voor universitaire samenwerking.

De duur van deze beurzen is maximum 24 maand.

4. Categorie 51 :

De herscholingsstages voor hogere kaders van ondernemingen en administraties zijn voorbehouden aan kandidaten :

- die de functie van ondernemingsdirecteur in de privé-sector uitoefenen of die ten minste bekleed zijn met de graad van bestuursdirecteur in de openbare sector;

- die geselecteerd werden in het raam van een samenwerkingsproject en nooit een dergelijke herscholing, in België kregen.

De duur van deze stage is maximum 3 maand.

5. Categorie 52 :

De beurzen voor herscholingsstages voor onderwijzend universitair personeel zijn voorbehouden aan kandidaten :

- die een opleiding kregen om in universiteiten te onderwijzen, in een Belgische universitaire instelling ofwel een gelijkwaardige opleiding in het buitenland;

- die minstens gedurende 3 jaar een onderwijsfunctie uitoefenden in een universitaire instelling van een ontwikkelingsland;

- die geselecteerd werden in het raam van de universitaire samenwerking,

- en die reeds 3 jaar ten minste geen dergelijke herscholing kregen.

De duur van deze stages in maximum drie maand.

6. Categorie 60 :

De beurzen voor opleiding tot universiteitsassistent zijn voorbehouden aan kandidaten :

- die geselecteerd werden, in het raam van een Belgisch project voor universitaire samenwerking, onder het universitair onderwijzend of wetenschappelijk personeel dat in een ontwikkelingsland gedurende twee volledige academiejaren daadwerkelijke functies als leerkracht of assistent uitgeoefend heeft.

De Minister of zijn afgevaardigde kan, in sommige uitzonderlijke gevallen, en dit uitsluitend voor burgerlijke ingenieurs, deze duur tot 1 jaar inkorten;

- die sinds ten minste 2 jaar, in de schoot van een Belgische universiteit tot het doctoraat toegelaten zijn,

- en aan de voorwaarden voldoen om tot de functie van assistent toegelaten te worden in de schoot van de Belgische onthaaluniversiteit en door haar voorgedragen zijn voor de functie van vrij assistent.

Art. 2.

Volgende studies geven recht op de uitrustingstoelage voorzien in artikel 12, §1, van het koninklijk besluit van 28 april 1978 :

1° de 1e, 2e en 3e cyclus van het universitair onderwijs :

- studies voor menselijke- en voor diergeneeskunde;

- studies toegepaste wetenschappen;

- studies wetenschappen, landbouwkunde inbegrepen.

2° de 1e en 2e cyclus van het hoger niet-universitair onderwijs :

- studies hoger technisch industrieel onderwijs;

- studies hoger technisch landbouwonderwijs;

- architectuurstudies.

Art. 3.

De verplaatsingsvergoeding, voorzien in artikel 16, § 4, van het koninklijk besluit van 28 april 1978 wordt slechts toegekend voor zover de bursaal er toe verplicht werd buiten de gewone plaats van zijn werkzaamheden te overnachten.

De verplaatsingsvergoeding is vastgesteld op 800 frank per dag afwezigheid.

Art. 4.

Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.