OPGEHEVEN : Decreet betreffende het onderwijs-II. (uittreksel - SO/BSO)

  • goedkeuringsdatum
    31 JULI 1990
  • publicatiedatum
    B.S.18/08/1990
  • datum laatste wijziging
    13/02/2017

COORDINATIE

Decr. 28-4-1993 - B.S. 28-5-1993

Decr. 21-12-1994 - B.S. 16-3-1995

Decr. 4-7-2008 - B.S. 1-9-2008

Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017

De Vlaamse Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.

Dit decreet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld, in artikel 59bis, § 2, 2° van de Grondwet.

...

TITEL III. - Buitengewoon onderwijs

...

Art. 44.

[...]

Decr. van 4-7-2008

Art. 45.

Deze titel treedt in werking op 1 september 1990.

...

TITEL X. - Diverse bepalingen

...

HOOFDSTUK IV. - Andere bepalingen

...

Art. 190.

De wedden en weddetoelagen die, op grond van maatregelen getroffen in uitvoering van de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs, tot en met 31 augustus 1990 werden uitgekeerd aan de personeelsleden die in het buitengewoon, kleuter-, lager en secundair onderwijs een wervings- of een bevorderingsambt van de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel of een wervingsambt van de categorie van het paramedisch personeel hebben uitgeoefend, zijn in hoofde van deze personeelsleden definitief verworven, behoudens indien het betrokken personeelslid, wat het gesubsidieerd onderwijs betreft, tewerkgesteld was in een niet-subsidieerbare betrekking.

[Voor de personeelsleden die in het buitengewoon secundair onderwijs van de opleidingsvormen 1, 2 en 3 een wervingsambt hebben uitgeoefend in de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel zijn de bezoldigingen, die hun voor de inwerkingtreding van dit artikel werden uitgekeerd op basis van een hogere weddeschaal dan deze waarop zij aanspraak hadden in de voor 1 september 1990 geldende reglementering, niet meer terugvorderbaar.]

Decr. van 21-12-1994

De wedden en weddetoelagen die tot en met 31 augustus 1990 werden uitgekeerd aan de hierna vermelde personeelsleden zijn eveneens in hoofde van de betrokkenen definitief verworven :

1° de personeelsleden die werden aangesteld in een subsidieerbare betrekking, die op basis van de vóór 1 september 1990 geldende reglementering niet in het bezit zijn van een vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs en die hun bevoegdheid evenmin kunnen putten uit de maatregelen die werden getroffen in uitvoering van de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs, wanneer zij :

- hetzij het ambt van directeur uitoefenen in een gesubsidieerde instelling voor buitengewoon secundair onderwijs waarin naast een opleidingsvorm 4 met hoger secundair onderwijs, één of meer andere opleidingsvormen worden georganiseerd, en zij in het bezit zijn van het diploma van geaggregeerde van het lager secundair onderwijs; zij bekomen de weddeschaal 348;

- hetzij het ambt van leraar beroepsgerichte vorming uitoefenen in opleidingsvorm 2 van een gesubsidieerde instelling voor buitengewoon secundair onderwijs en zij in het bezit zijn van het diploma van onderwijzer(es); zij bekomen de weddeschaal 384;

[- hetzij het ambt van opvoeder-huismeester hebben uitgeoefend in een gesubsidieerde instelling voor buitengewoon secundair onderwijs en zij in het bezit zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van studiemeester-opvoeder. Zij worden geacht tevens in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van opvoeder-huismeester en bekomen de weddeschaal 125.]

Decr. van 28-4-1993

2° de personeelsleden die vóór 1 september 1974 fungeerden in een afdeling voor buitengewoon onderwijs verbonden aan een oefenschool, die er vastbenoemd waren en erkend, daar waar de erkenning bestaat, in het selectieambt van hetzij kleuteronderwijzeres aan een oefenschool voor kleuteronderwijzeressen, hetzij onderwijzer of leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool, hetzij leraar algemene of leraar bijzondere vakken aan een middelbare oefenschool, en die ten gevolge van het autonoom worden van de afdeling voor buitengewoon onderwijs belast werden met de uitoefening van het wervingsambt van respectievelijk kleuteronderwijzer, onderwijzer, leermeester bijzondere vakken, leraar algemene vakken of leraar bijzondere vakken; zij bekomen de weddeschaal verbonden aan het vóór 1 september 1974 uitgeoefende selectieambt. Dit voordeel inzake bezoldigingsregeling blijft vanaf 1 september 1980 ook verworven in hoofde van de voormelde personeelsleden die naar een andere instelling voor buitengewoon onderwijs zijn overgegaan in toepassing van de maatregelen getroffen in uitvoering van de artikelen 8, 9 en 10 van het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs.

De vaste benoemingen die in de ambten in het gesubsidieerd buitengewoon onderwijs werden gedaan door de inrichtende machten worden geacht te beantwoorden aan de geldende reglementering, op voorwaarde evenwel dat de betrokken personeelsleden voldoen aan de subsidiëringsvoorwaarden en dat zij benoemd werden mits eerbiediging van de reglementering inzake terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking en reaffectatie.

De vaste benoemingen die in de ambten in het gesubsidieerd buitengewoon onderwijs werden erkend, daar waar de erkenning bestaat, worden geacht erkend te zijn met eerbiediging van de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 februari 1968 houdende erkenning van de definitieve benoeming van de personeelsleden der gesubsidieerde officiële en vrije inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, secundair en hoger onderwijs van het korte en lange type met volledig leerplan en van de tehuizen voor kinderen wier ouders geen vaste verblijfplaats hebben.

...

HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding

Art. 203.

Deze titel treedt in werking op 1 september 1990, met uitzondering van de door artikel 171, ingevoegde § 9 en het artikel 179, die uitwerking hebben met ingang van 25 oktober 1981, artikel 187, dat uitwerking heeft op 1 januari 1989 en artikel 186, dat in werking treedt op 1 september 1986.

...