OPGEHEVEN : Koninklijk besluit tot vaststelling van de gelijkwaardigheid tussen de buitenlandse getuigschriften van secundair onderwijs en het bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot hoger onderwijs.

  • goedkeuringsdatum
    09 MEI 1966
  • publicatiedatum
    B.S.08/06/1966
  • datum laatste wijziging
    01/09/2011

COORDINATIE

opgeheven door Decr. 1-7-2011 - B.S. 30-8-2011

BOUDEWIJN, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij de wet van 8 juni 1964;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Nationale Opvoeding en van Onze Minister-Staatssecretaris voor Nationale Opvoeding,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.

§ 1. Als gelijkwaardig met het bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot het hoger onderwijs wordt erkend :

a) de diploma's uitgereikt door vreemde onderwijsinrichtingen onder dezelfde voorwaarden als bepaald bij artikel 5 van de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens;

b) de Europese baccalaureaatsdiploma's uitgereikt door de Europese scholen die in België of in het buitenland zijn gelegen;

c) [...]

(impl. opgeh. M.B. 25-10-1973 ; Art. 2)

§ 2. Tot het examen van kandidaat in de letteren en wijsbegeerte, van kandidaat in de wetenschappen, van kandidaat in de natuur- en geneeskundige wetenschappen en van kandidaat-landbouwkundig ingenieur worden toegelaten de houders van vreemde diploma's en getuigschriften van secundair onderwijs die hun toelaten in het land waar ze zijn afgegeven, overeenstemmende examens af te leggen.

Aan de houders van voornoemde diploma's en getuigschriften mag de Minister tot wiens bevoegdheid het universitair onderwijs behoort, een examen opleggen ten overstaan van de examencommissie van de Staat voor het hoger secundair technisch onderwijs, waarvan het programma vaststelt.

Art. 2.

De Minister tot wiens bevoegdheid het universitair onderwijs behoort, stelt bij algemene of bijzondere bepalingen, de gelijkwaardigheid vast van de onder artikel 1, § 1, bedoelde diploma's.

Hij duidt de examens aan waartoe de houders van de onder artikel 1, § 2, 1e lid, bedoelde diploma's zijn toegelaten.

Lijsten van deze diploma's worden jaarlijks gepubliceerd.

Art. 3.

Het koninklijk besluit van 13 mei 1965 betreffende de toepassing van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens worden opgeheven.

Art. 4.

Onze Minster van Nationale Opvoeding en Onze Minister-Staatssecreatris voor Nationale Opvoeding zijn belast met de uitvoering van dit besluit.