Extra-muros-activiteiten

  • referentie
    BaO/2001/13
  • publicatiedatum
    21/11/2001
  • datum laatste wijziging
    16/04/2013
  • opheffing
    Omzendbrief O., Extra-muros-activiteiten in het onderwijs (22-06-1989)
  • contactpersoon
    Anthony Kets, 02/553 96 08
  • De autonomie van de schoolbesturen inzake extra-muros-activiteiten wordt uitgebreid. De verschillen tussen de leerlingengroepen, het maximum aantal dagen en het minimumpercentage deelnemers vervallen

Met extra-muros-activiteiten worden bedoeld: activiteiten (…) die plaatsvinden buiten de schoolmuren en georganiseerd worden voor één of meer leerlingengroepen. Activiteiten die volledig buiten de schooluren vallen, vallen hier niet onder. De hiernavolgende bepalingen zijn van toepassing op extra-muros-activiteiten van een volledige schooldag of meer.

Het schoolbestuur, of bij delegatie de directie, beslist over de organisatie van extra activiteiten en oordeelt zelf, in overleg met de betrokken leerkrachten en met de schoolraad of participatieraad, hoeveel lesdagen aan bepaalde activiteiten zullen worden besteed, welke leerlingengroepen participeren en hoe de niet-deelnemende leerlingen zullen worden opgevangen.

Het verlenen van een zeer grote autonomie met betrekking tot extra-muros-activiteiten neemt uiteraard niet weg dat deze activiteiten een onderwijzend en opvoedend karakter moeten hebben.

Het organiseren van dergelijke activiteiten moet gekaderd blijven in het pedagogisch project van de school en geschraagd worden door de gehele opvoedingsgemeenschap van de school.

Ook moeten de reglementaire bepalingen m.b.t. kostenbeheersing gerespecteerd worden (zie de omzendbrief BAO/2007/05 van 22 juni 2007).

Iedere extra-muros-activiteit wordt grondig voorbereid en nadien geëvalueerd.

De voorbereidings- en evaluatieverslagen moeten ter inzage liggen voor de bevoegde inspectie. Deze bepaling geldt niet voor extra-muros-activiteiten die slechts één dag duren. Het doel en de opvattingen moeten aangepast zijn aan de leeftijd en de vorming van de betrokken leerlingen.

Aan de sociale dimensie van deze activiteiten dient extra aandacht te worden besteed. Het streefdoel is dat alle leerlingen deelnemen aan de extra-muros-activiteiten, aangezien ze deel uitmaken van het leerprogramma.

Vanuit dit oogpunt is het duidelijk dat de eventueel niet-deelnemende leerlingen verantwoord moeten worden opgevangen, m.a.w. dat ze moeten kunnen deelnemen aan een voor hen georganiseerde reeks van activiteiten, die zo dicht mogelijk aansluiten bij de pedagogische-didactische aanpak die buiten de school aan de andere leerlingen wordt aangeboden.

De deelname aan de extra-muros-activiteiten vergt de schriftelijke toestemming van de persoon/personen die de ouderlijke macht uitoefenen of van de persoon/personen die de kinderen in rechte of in feite onder hun bewaring hebben.

Deze toestemmingen worden in de school bewaard.

Om de planlast te verminderen kan de school het vragen van een afzonderlijke toestemming per activiteit ook vervangen door een algemene communicatie naar de ouders, die de ouders voor kennisname ondertekenen. Hierbij wijst de school er best op dat het de bedoeling is dat zo veel mogelijk kinderen aan de extra-muros-activiteiten deelnemen, maar dat ouders het recht hebben om hun kinderen niet mee te laten gaan op extra-muros-activiteiten van een volledige dag of meer, mits ze deze weigering voorafgaand aan de betrokken activiteit uitdrukkelijk schriftelijk kenbaar maken aan de school (dit veronderstelt dan wel dat ouders op voorhand tijdig geïnformeerd worden over extra-muros-activiteiten van een volledige dag of meer).

In geen geval kan het schoolreglement bepalingen bevatten waardoor ouders de vrijheid ontnomen worden om zelf te beslissen of hun kind deelneemt aan een extra-muros-activiteit van een volledige dag of meer.

Scholen die zich met hun leerlingen naar het buitenland begeven, dienen de richtlijnen te volgen zoals bepaald in de omzendbrief SO/2004/06 van 5 mei 2004, punt 2.4. Extra-muros-activiteiten in het buitenland).