OPGEHEVEN : Decreet betreffende de eindtermen, de
ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen in het voltijds gewoon en
buitengewoon secundair onderwijs.
goedkeuringsdatum
18 JANUARI 2002
publicatiedatum
B.S.08/02/2002
datum laatste wijziging
17/06/2011
COORDINATIE
Decr.
10-7-2008 - B.S. 3-10-2008
Decr. 30-4-2009 - B.S.
16-7-2009
Decr. 30-4-2009 - B.S.
20-7-2009
Decr. 8-5-2009 - B.S.
28-8-2009
opgeheven door Decr. 27-5-2011 - B.S.
17-6-2011
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij,
regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.
Dit decreet regelt een
gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.
Dit decreet is van toepassing op het voltijds
gewoon en buitengewoon secundair onderwijs [, met uitzondering van het hoger
beroepsonderwijs]². De Vlaamse regering kan de inrichtende machten die
deelnemen aan een experiment inzake onderwijsorganisatie voor de duur van dit
experiment en uitsluitend voor de bij het experiment betrokken
structuuronderdelen uitsluiten van de bepalingen van dit decreet inzake
specifieke eindtermen.
[De bepalingen van dit decreet met
betrekking tot eindtermen, leerplannen en afwijkingsprocedure, met uitzondering
van het vak lichamelijke opvoeding, zijn vanaf het schooljaar 2008-2009 ook van
toepassing op de algemene vorming van het deeltijds beroepssecundair onderwijs
respectievelijk op de algemene vorming van de leertijd. Voor wat de
vakoverschrijdende eindtermen evenwel betreft, zijn de bepalingen van dit
decreet van toepassing uiterlijk vanaf [[het schooljaar
2010-2011]].]¹
[ ]¹ Decr. 10-7-2008; [
]² Decr. 30-4-2009; [[ ]] Decr.
van 8-5-2009
HOOFDSTUK I. -Totstandkoming
Art. 3.
[De eindtermen, de specifieke eindtermen,
de ontwikkelingsdoelen voor het gewoon voltijds secundair onderwijs en de
ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon secundair onderwijs worden vastgelegd
door het Vlaams Parlement bij wijze van bekrachtiging van een besluit van de
Vlaamse Regering, genomen op advies van de Vlor.
Voor het
onderwijs in een erkende godsdienst, een op godsdienst berustende zedenleer, de
niet-confessionele zedenleer, de eigen cultuur en religie en de
cultuurbeschouwing worden geen eindtermen of ontwikkelingsdoelen
bepaald.
De Vlaamse Regering legt het besluit ten laatste
één maand na de goedkeuring ter bekrachtiging voor aan het Vlaams
Parlement.
De eindtermen, de specifieke eindtermen en de
ontwikkelingsdoelen hebben uitwerking vanaf de datum die het decreet
aangeeft.
De eindtermen en specifieke eindtermen worden
ontwikkeld gebruik makend van de descriptorelementen vermeld in artikel 6 van
het decreet van 30 april 2009 betreffende de
kwalificatiestructuur.]
Decr.
van 30-4-2009
HOOFDSTUK II. - Inhoud
Afdeling I. -Eindtermen
Art. 4.
§ 1. De eindtermen zijn
minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde
leerlingenpopulatie in het gewoon secundair onderwijs. Met minimumdoelen wordt
bedoeld : een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd
voor die leerlingenpopulatie.
[...]
Eindtermen
kunnen vakgebonden of vakoverschrijdend zijn.
§ 2. [Er worden, per graad en per
onderwijsvorm met uitsluiting van het eerste leerjaar B en het
beroepsvoorbereidend leerjaar, vakgebonden eindtermen vastgelegd voor de
basisvorming, zoals bepaald in titel IV van het decreet van 31 juli 1990
betreffende het onderwijs II. Voor wat evenwel de derde graad beroepssecundair
onderwijs betreft, worden die eindtermen afzonderlijk vastgelegd voor het
eerste en tweede leerjaar enerzijds en het derde leerjaar anderzijds.]
Elke school heeft de maatschappelijke opdracht de vakgebonden
eindtermen met betrekking tot kennis, inzicht en vaardigheden bij de leerlingen
te bereiken. Het bereiken van de eindtermen zal worden afgewogen tegenover de
schoolcontext en de kenmerken van de schoolpopulatie.
De
vakgebonden eindtermen met betrekking tot attitudes dienen door elke school bij
de leerlingen te worden nagestreefd.
§ 3. Vakoverschrijdende eindtermen
zijn minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar onder
meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd.
Elke school heeft de maatschappelijke opdracht de vakoverschrijdende eindtermen
bij de leerlingen na te streven. De school toont aan dat ze met een eigen
planning aan de vakoverschrijdende eindtermen werkt.
[De
vakoverschrijdende eindtermen worden vastgelegd per graad of globaal voor het
secundair onderwijs. Deze vakoverschrijdende eindtermen zijn uitsluitend van
toepassing op structuuronderdelen waarvoor vakgebonden eindtermen gelden.
Indien ze evenwel worden vastgelegd voor of toegepast in het eerste leerjaar B
en het beroepsvoorbereidend leerjaar van de eerste graad, dan worden ze
vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen
genoemd.]
Decr.
van 8-5-2009
Afdeling II. -Ontwikkelingsdoelen
Art. 5.
§ 1. Ontwikkelingsdoelen voor het
gewoon voltijds secundair onderwijs zijn minimumdoelen op het vlak van kennis,
inzicht, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht voor een
bepaalde leerlingenpopulatie en die de school bij haar leerlingen moet
nastreven.
Ontwikkelingsdoelen kunnen vakgebonden of
vakoverschrijdend zijn.
§ 2. [Er worden vakgebonden
ontwikkelingsdoelen vastgelegd voor de basisvorming in het eerste leerjaar B,
in het beroepsvoorbereidend leerjaar en in het onthaaljaar, zoals bepaald in
titel IV van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II.
Vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen zijn minimumdoelen die
niet behoren tot een specifiek vakgebied, maar onder meer door middel van meer
vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd.]²
§ 3. Ontwikkelingsdoelen voor het
voltijds buitengewoon secundair onderwijs zijn doelen op het vlak van kennis,
inzichten, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht voor zoveel
mogelijk leerlingen van de leerlingenpopulatie. In samenspraak met het centrum
voor leerlingenbegeleiding en zo mogelijk in overleg met de ouders en eventueel
andere betrokkenen, kiest de klassenraad de ontwikkelingsdoelen die aan
individuele leerlingen of groepen worden aangeboden en uitdrukkelijk
nagestreefd.
Ontwikkelingsdoelen worden bepaald per
opleidingsvorm en/of type.
[In de opleidingsvorm 4 van het
buitengewoon secundair onderwijs gelden de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen,
de specifieke eindtermen en erkende beroepskwalificaties van het
overeenstemmende niveau van het gewoon secundair onderwijs respectievelijk als
eindtermen, ontwikkelingsdoelen, specifieke eindtermen en erkende
beroepskwalificaties. Voor andere opleidingsvormen of types kan de klassenraad
de eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen en/of specifieke eindtermen en/of
erkende beroepskwalificaties van het overeenstemmende niveau van het gewoon
secundair onderwijs, van andere types van het buitengewoon secundair onderwijs,
of van het gewoon of buitengewoon basisonderwijs overnemen als
ontwikkelingsdoelen. In beide gevallen kan de klassenraad, rekening houdend met
de kenmerken eigen aan de leerling, de gelijkwaardigheid beoordelen van
prestaties in het betrokken type of de betrokken opleidingsvorm met de
prestaties die door de eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen en/of specifieke
eindtermen en/of erkende beroepskwalificaties van het overeenstemmende niveau
van het gewoon secundair onderwijs worden
vereist.]¹
[ ]¹ Decr.
30-4-2009; [ ]² Decr.
van 8-5-2009
Afdeling III. - [Specifieke eindtermen en erkende
beroepskwalificaties
Art. 6.
De specifieke eindtermen en de erkende
beroepskwalificaties worden verworven door middel van het specifieke gedeelte
van een opleiding. Het specifieke gedeelte van de opleiding wordt gedefinieerd
als het gedeelte dat niet behoort tot de basisvorming of tot het complementaire
gedeelte, zoals gedefinieerd in titel IV van het decreet van 31 juli 1990
betreffende het onderwijs II, zoals gewijzigd.
Art. 7.
Specifieke eindtermen zijn doelen met
betrekking tot de vaardigheden, de specifieke kennis, inzichten en attitudes
waarover een leerling van het voltijds secundair onderwijs beschikt om
vervolgonderwijs aan te vatten.
Specifieke eindtermen worden
vastgelegd voor het tweede leerjaar van de derde graad van het aso, kso en tso
en worden ontwikkeld uit de kenmerkende onderdelen van een bepaald
wetenschapsdomein.
Art. 7bis.
Erkende beroepskwalificaties waarover
een leerling van het voltijds secundair onderwijs beschikt zijn afgeronde en
ingeschaalde gehelen van competenties om als beginnend beroepsbeoefenaar een
beroep uit te oefenen. De competenties van de beginnend beroepsbeoefenaar zijn
vervat in de beroepskwalificaties die erkend zijn volgens de procedure bepaald
in het decreet van 30 april 2009 betreffende de
kwalificatiestructuur.
Art. 7ter.
Voor die specifieke gedeelten van
opleidingen die gericht zijn op beroepsuitoefening waarvoor geen erkende
beroepskwalificatie bestaat, bepaalt de Vlaamse Regering de competenties, tot
zolang er geen erkende beroepskwalificaties zijn. De Vlaamse Regering bepaalt
deze competenties op basis van door sectoren of door overheidsinstanties
erkende referentiekaders en gebruik makend van de
descriptorelementen.]
Decr.
van 30-4-2009
Afdeling IV. - Leerplan en handelingsplan
Art. 8.
§ 1. Met de inachtneming van het
door of krachtens het decreet bepaalde minimumlessenrooster en met inachtneming
van de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en de specifieke eindtermen, beschikt
elke inrichtende macht voor elk van haar instellingen over de vrijheid de
lessenroosters en de leerplannen vast te stellen en kiest zij vrij haar
pedagogische methodes.
§ 2. Met inachtneming van de
ontwikkelingsdoelen wordt in het buitengewoon onderwijs voor één
of meer leerlingen samen op basis van zijn (hun) opvoedings- en
onderwijsbehoeften, een handelingsplan opgemaakt. Dit plan bevat voor een
bepaalde periode de pedagogisch-didactische planning voor bedoelde leerling(en)
en legt onder meer de keuze aan ontwikkelingsdoelen vast, die de klassenraad in
opdracht van de inrichtende macht voor hem (hen) wil nastreven.
Het handelingsplan geeft in voorkomend geval weer hoe het
multidisciplinair teamwerk wordt gepland en hoe de sociale, psychologische,
orthopedagogische, medische en paramedische hulpverlening in het opvoedings- en
onderwijsaanbod wordt geïntegreerd.
In voorkomend geval
kunnen bepaalde eindtermen, ontwikkelingsdoelen, of specifieke eindtermen van
het gewoon secundair onderwijs, van andere types van het buitengewoon secundair
onderwijs of van het gewoon of buitengewoon basisonderwijs door een beslissing
van de klassenraad in een handelingsplan worden opgenomen.
Het
handelingsplan wordt opgemaakt door de klassenraad, in samenspraak met het
centrum voor leerlingenbegeleiding en indien mogelijk met diegene die het
ouderlijk gezag over de betrokken leerling uitoefent.
§ 3. De leerplannen bevatten
desgewenst de doelen die de inrichtende macht uitdrukkelijk formuleert voor
haar leerlingen vanuit het eigen opvoedingsproject in het algemeen of de eigen
visie op het vak in het bijzonder. Wat het gewoon voltijds secundair onderwijs
betreft, worden in de leerplannen opgenomen, op herkenbare wijze :
- vakgebonden eindtermen en ontwikkelingsdoelen, voorzover ze
bepaald zijn,
- de specifieke eindtermen, voorzover ze bepaald
zijn.
Het leerplan moet voldoende ruimte laten voor de inbreng
van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen.
§ 4. Met het oog op het waarborgen
van het studiepeil keurt de Vlaamse regering de leerplannen goed, volgens de
vooraf door haar bepaalde criteria. Deze verplichting geldt niet voor het
onderricht in een erkende godsdienst, een op die godsdienst berustende
zedenleer of in de niet-confessionele zedenleer, of de
cultuurbeschouwing.
[§ 5. Met inachtneming van alle
ontwikkelingsdoelen wordt in het onthaaljaar per leerling op basis van zijn
onderwijsbehoeften een individueel leertraject uitgewerkt waarin het
aspiratieniveau voor deze leerling doorheen het jaar wordt bijgesteld. Dit
traject bevat onder meer de beginsituatie, de taaldoelen als leidraad en het
advies van de klassenraad voor wat betreft de overstap naar vervolgonderwijs of
arbeidsmarkt.]
Decr.
van 8-5-2009
HOOFDSTUK III. - Afwijkingsprocedure
Art. 9.
§ 1. Wanneer een inrichtende macht
oordeelt dat de eindtermen, de ontwikkelingsdoelen en/of de specifieke
eindtermen onvoldoende ruimte laten voor haar eigen pedagogische en
onderwijskundige opvattingen of ermee onverzoenbaar zijn, dient zij bij de
Vlaamse regering een aanvraag tot afwijking in. Deze aanvraag is slechts
ontvankelijk indien precies wordt aangegeven waarom ontwikkelingsdoelen,
eindtermen en/of specifieke eindtermen voor haar eigen pedagogische en
onderwijskundige opvattingen onvoldoende ruimte laten, en/of waarom ze ermee
onverzoenbaar zijn; de inrichtende macht stelt in dezelfde aanvraag vervangende
ontwikkelingsdoelen, eindtermen en/of specifieke eindtermen
voor.
§ 2. De Vlaamse regering beoordeelt of de
aanvraag ontvankelijk is en beslist, in voorkomend geval, of de vervangende
eindtermen, ontwikkelingsdoelen en/of specifieke eindtermen in hun geheel
gelijkwaardig zijn met die welke conform dit decreet werden vastgelegd en
toelaten gelijkwaardige studiebewijzen en diploma's af te
leveren.
De gelijkwaardigheid wordt beoordeeld aan de hand van
de volgende criteria :
1° het respect voor de fundamentele
rechten en vrijheden;
2° de vereiste inhoud : het
onderwijsaanbod in de ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon secundair
onderwijs, voor het eerste leerjaar B en het beroepsvoorbereidend leerjaar [en
het onthaaljaar]², en het onderwijsaanbod in de eindtermen en specifieke
eindtermen voor het gewoon secundair onderwijs omvat minstens inhouden voor de
overeenstemmende vakken en attitudes.
Deze inhouden moeten
enkel in hun geheel evenwaardig zijn met de inhouden waarvoor conform deze wet
eindtermen, ontwikkelingsdoelen en/of specifieke eindtermen werden
vastgelegd;
3° de vervangende ontwikkelingsdoelen,
eindtermen en specifieke eindtermen zijn geformuleerd in termen van wat van
leerlingen verwacht kan worden;
4° de vervangende
ontwikkelingsdoelen en eindtermen slaan op kennis, inzichten, vaardigheden en
attitudes;
5° de vervangende specifieke eindtermen slaan
op, vaardigheden, specifieke kennis, inzichten en attitudes die de leerlingen
moeten toelaten vervolgonderwijs aan te vatten
[...]¹;
6° de vervangende eindtermen,
ontwikkelingsdoelen, en specifieke eindtermen zijn zo geformuleerd dat,
nagegaan kan worden in welke mate de leerlingen deze verwerven of de scholen
deze nastreven bij de leerlingen;
7° aangegeven wordt welke
eindtermen vakgebonden, vakoverschrijdend of attitudinaal
zijn.
De Vlaamse regering wint voor de beoordeling van de
ontvankelijkheid en van de gelijkwaardigheid, het gemotiveerd advies in van de
onderwijsinspectie en van een commissie van deskundigen.
Voor
de samenstelling van deze laatste commissie stelt de Vlaamse regering een lijst
op van onafhankelijke deskundigen. Deze lijst geldt voor een periode van vier
jaar. [...]¹
De Vlaamse regering bepaalt de verdere
regels van deze procedure, met dien verstande dat de aanvrager gehoord
wordt.
§ 3. De inrichtende macht dient uiterlijk
op 1 september van het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarin de
ontwikkelingsdoelen, eindtermen en specifieke eindtermen zullen gelden, een
afwijkingsaanvraag in. De Vlaamse regering beslist uiterlijk op 31 december van
het voorafgaande schooljaar over de aanvraag.
De Vlaamse
regering legt een besluit betreffende een afwijkingsaanvraag in verband met
ontwikkelingsdoelen, eindtermen of decretale specifieke eindtermen binnen een
termijn van zes maanden ter bekrachtiging voor aan het Vlaams Parlement. Indien
het Vlaams Parlement dit besluit niet bekrachtigt, houdt het op rechtskracht te
hebben.
§ 4. In afwijking op wat bepaald is in
§ 3, kan de inrichtende macht een afwijkingsaanvraag indienen binnen een
termijn van 1 maand na de publicatie van een bekrachtigingsdecreet, indien deze
publicatie gebeurt na 1 september van het schooljaar voorafgaand aan de
inwerkingtreding.
In de gevallen, bedoeld in het vorige lid, is
de inrichtende macht gebonden door de eindtermen, ontwikkelingsdoelen en
specifieke eindtermen vanaf 1 september volgend op de publicatie van het
decreet dat de gelijkwaardige eindtermen, ontwikkelingsdoelen en specifieke
eindtermen erkent of op de beslissing van de Vlaamse regering dat de
afwijkingsaanvraag afwijst.
[ ]¹ Decr. 30-4-2009;
[ ]² Decr.
van 8-5-2009
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 10.
In artikel 5, § 1, 2°, eerste
streepje van het decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, de dienst
voor onderwijsontwikkeling en de pedagogische begeleidingsdiensten, vervangen
bij het decreet van 24 juli 1996, wordt tussen de woorden "vakgebonden
eindtermen" en de woorden "en ontwikkelingsdoelen", de zinsnede ", specifieke
eindtermen" ingevoegd.
Art. 11.
In artikel 6quater van de wet van 29 mei
1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd
bij de decreten van 24 juli 1996, 15 juli 1997 en 1 december 1998, worden
volgende wijzigingen aangebracht : ...
Art. 12.
In de wet van 29 mei 1959 tot wijziging
van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving worden de volgende artikelen,
voor wat het voltijds en deeltijds gewoon en buitengewoon secundair onderwijs
betreft, opgeheven :
1° artikel 6, vervangen bij het
decreet van 24 juli 1996;
2° artikel 6bis, ingevoegd bij
het decreet van 24 juli 1996 en gewijzigd bij het decreet van 15 juli
1997;
3° artikel 6ter, ingevoegd bij het decreet van 15
juli 1997.
Art. 13.
De eindtermen en ontwikkelingsdoelen die
van kracht zijn op het ogenblik van inwerkingtreding van dit decreet blijven na
de inwerkingtreding van kracht.