Ministerieel besluit houdende vaststelling van de uitgaven
die bij de uitvoering van onderzoeksprojecten in het kader van de bilaterale
wetenschappelijke samenwerking kunnen gedekt worden met de middelen van het
Bijzonder Onderzoeksfonds aan de universiteiten in de Vlaamse
Gemeenschap.
goedkeuringsdatum
10 FEBRUARI 2003
publicatiedatum
B.S.28/02/2003
datum laatste wijziging
03/03/2003
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende
de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 128,
131, 168, en 181bis , § 1;
Gelet op het
besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 betreffende de
financiering van de bijzondere onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de
Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 8, 6°, gewijzigd bij het
besluit van de Vlaamse regering van 24 januari 2003;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2002 tot
bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, zoals
gewijzigd;
Gelet op het advies van de Inspectie
van Financiën, gegeven op 6 februari 2003,
Besluit :
Artikel 1.
De middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds
kunnen worden aangewend om de volgende uitgaven van de universiteiten in
verband met de bilaterale wetenschappelijke onderzoeksprojecten te dekken :
A. De reiskosten en de hotel- en verblijfkosten van verblijven
van Vlaamse onderzoekers in het prioritair land overeenkomstig de regeling
inzake terugbetaling van de reis-, hotel- en verblijfkosten die aan de
betrokken Vlaamse universiteit voor de personeelsleden van die universiteit van
toepassing is. Bij ontstentenis van een interne regeling is de regeling inzake
de terugbetaling van reis-, hotel- en verblijfkosten van het ministerie van de
Vlaamse Gemeenschap van toepassing.
B. Voor de korte
verblijven (een maand of korter) van onderzoekers uit het prioritaire land aan
een Vlaamse universiteit : een forfaitaire hotel- en verblijfsvergoeding van
150 euro per dag. In geval het verblijf langer dan zeven werkdagen duurt (dag
van aankomst en vertrek niet meegerekend) mag de forfaitaire vergoeding de
2.500 euro per maand niet overschrijden. De forfaitaire vergoeding mag in geen
geval worden uitgekeerd als een beurs of een salaris doch als een "subsidie aan
geleerden". De vergoeding is bedoeld om tussen te komen in de meerkost van het
buitenlands verblijf.
Voor de lange verblijven (meer dan een
maand) wordt de hoogte van de verblijfsvergoeding vastgesteld overeenkomstig de
bepalingen van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van
buitenlandse werknemers en het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de
uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van
buitenlandse arbeidskrachten.
C. De productiekosten voor de
publicatie van de projectresultaten, op voorwaarde dat de bijdragen in
co-auteurschap worden gepubliceerd door de onderzoekers uit Vlaanderen
én uit het prioritair land.
D. Een bijdrage tot de
organisatiekosten van tenminste één workshop of congres. in
Vlaanderen met betrekking tot het project, waarbij onderzoekers uit Vlaanderen
en het prioritair land worden uitgenodigd.
De organisatie van
minstens één dergelijke workshop in Vlaanderen is een
verplichting. Op deze workshop kunnen ook andere onderzoekers uit het
prioritair land, die niet behoren tot de groep van de buitenlandse
(co)promotor(en), worden uitgenodigd. Zij kunnen aanspraak maken op een
verblijfstoelage zoals vastgesteld voor de korte verblijven van de buitenlandse
onderzoekers die komen in het kader van de uitwisselingen van het project.
E. De aankoop van basisinfrastructuur (bijv. wetenschappelijke
literatuur, computers, software) ten behoeve van de buitenlandse partner,
exclusief BTW.
F. Een werkingstoelage (bench-fee) van maximaal
1.250 euro per maand per onderzoeker uit het prioritair land, die minimaal voor
een ononderbroken periode van 2 maanden in Vlaanderen verblijft. Dit bedrag is
bedoeld als tegemoetkoming in de onkosten, veroorzaakt door de aanwezigheid van
de buitenlandse onderzoeker.
G. De kosten voor een ziekte- en
ongevallenverzekering, af te sluiten ten behoeve van de Vlaamse onderzoekers
voor de periode dat ze in het kader van een bilateraal wetenschappelijk
onderzoeksproject in het prioritair land verblijven en van de onderzoekers uit
het prioritair land voor de periode dat ze in het kader van een dergelijk
project aan een Vlaamse universiteit onderzoek verrichten.
Art. 2.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari
2003.