OPGEHEVEN : Decreet betreffende het onderwijs XIV (uittreksel - NO/Gemeenschapsonderwijs)

  • goedkeuringsdatum
    14 FEBRUARI 2003
  • publicatiedatum
    B.S.01/07/2003
  • datum laatste wijziging
    13/02/2017

COORDINATIE

Decr. 22-6-2007 - B.S. 21-8-2007

Decr. 8-5-2009 - B.S. 28-8-2009

Decr. 9-7-2010 - B.S. 31-8-2010

Decr. 25-4-2014 - B.S. 25-9-2014

Decr. 23-12-2016 - B.S. 29-12-2016

Opgeheven door Decr. 23-12-2016 - B.S. 13-2-2017

Het Vlaamse Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Decreet betreffende het onderwijs XIV

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel I.1.

Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

...

HOOFDSTUK X. - Autonome bepalingen

...

Afdeling 2. - Kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs gelegen in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel

Art. X.22.

Vanaf 2 januari 2003 kunnen in de peutertuinen en kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel enkel personeelsleden worden aangeworven binnen de geldende normen die de Vlaamse regering heeft vastgelegd houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen.

[Vanaf 1 januari 2017 wordt de op 1 juni 2016 door de Vlaamse onderwijsbegroting gefinancierde personeelsformatie van 811 uren in het ambt van verpleger en 5832 uren in het ambt van kinderverzorger als vast benoemd of contractueel titularis in de peutertuinen en kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel geleidelijk afgebouwd.

Telkens wanneer een vast benoemde of contractueel aangestelde titularis uit dienst treedt, vermindert het toegestane volume financierbare uren met het aantal financierbare uren dat betrokkene presteerde.

Deze afbouwregeling geldt totdat het aantal uren dat gefinancierd wordt binnen de begroting Onderwijs nog 2880 uren, voor de totaliteit van de beide ambten van verpleger en kinderverzorger, bedraagt.

Telkens een vast benoemde of contractueel aangestelde titularis voltijds of deeltijds afwezig is voor een periode en het totaal aantal gefinancierde uren niet gedaald is tot onder de 2880 uren, voor de totaliteit van de beide ambten van verpleger en kinderverzorger, kan geen vervanger worden aangesteld die een salaris ontvangt van het agentschap onderwijsdiensten.

De middelen die jaarlijks vrijkomen door toepassing van het derde en het vijfde lid worden geherinvesteerd in de onderwijsbegroting.]

Decr. van 23-12-2016

Art. X.23.

§ 1. De personeelsleden die aan- of tewerkgesteld zijn als titularis van een betrekking van verpleger of kinderverzorger in de peutertuinen en kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel kunnen op 1 september 2002 vast benoemd worden onder volgende voorwaarden :

1° Belg of onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie, de EVA (Europese Vrijhandelsassociatie) of in het bezit zijn van een vrijstelling verleend door de Vlaamse regering;

2° burgerlijke en politieke rechten of een vrijstelling van de Vlaamse regering genieten en in het bezit zijn van een attest van goed gedrag en zeden dat niet langer dan één jaar tevoren werd afgegeven.

De vrijstelling van burgerlijke en politieke rechten gaat steeds samen met de vrijstelling bedoeld in 1° hiervoor;

3° voldoen aan de taalwetten;

4° voldoen aan de dienstplichtwetten;

5° op 31 augustus 2002 720 dagen dienstanciënniteit bezitten. De berekening van de dienstanciënniteit gebeurt overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs. In afwijking van artikel 4, § 1, b), van hetzelfde decreet wordt het aantal dagen gepresteerd in een betrekking die niet de helft bedraagt van het aantal uren, vereist voor een betrekking met volledige dienstprestaties, niet met de helft verminderd. De diensten gepresteerd in de peutertuinen en kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel worden beschouwd als diensten gepresteerd zoals bepaald in artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs;

6° de betrekking in hoofdambt uitoefenen;

7° op 31 december 2001 aan- of tewerkgesteld zijn.

De vaste benoeming op 1 september 2002 is beperkt tot het volume van de betrekking waarvoor het personeelslid als titularis was aan- of tewerkgesteld. Onder titularis van een betrekking wordt verstaan : het personeelslid dat als eerste in een concrete betrekking een aanstelling of tewerkstelling heeft gekregen.

Deze betrekking wordt niet vacant verklaard.

§ 2. Na toepassing van § 1 worden de personeelsleden, aan- of tewerkgesteld in een kinderdagverblijf van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel, die voldoen aan de voorwaarden van 1° tot en met 7° van § 1, eerste lid, op hun verzoek op 1 januari 2003 vast benoemd in een vacante betrekking. Deze vaste benoeming is beperkt tot het volume van de opdracht waarvoor het personeelslid op 31 december 2001 is aan- of tewerkgesteld als verpleger of kinderverzorger in de peutertuinen en kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalige hoofdstedelijk gebied Brussel.

De personeelsleden moeten aan de voorwaarde van 5° van § 1, eerste lid, voldoen op 31 december 2002.

De vacante betrekkingen worden vastgesteld in functie van de op 1 september 2002 geldende normen die de Vlaamse regering heeft vastgelegd houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen. De betrekkingen die tussen 1 september 2002 en 1 januari 2003 vacant worden ten gevolge van de pensionering of de terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen van de titularis kunnen eveneens vacant worden verklaard.

De raad van bestuur deelt vóór 15 oktober 2002, aan de personeelsleden die de voorwaarden voor vaste benoeming vervullen, de vacante betrekkingen mee, samen met een beschrijving van de wijze waarop de kandidaturen voor vaste benoeming moeten worden ingediend.

§ 3. Voor de vaste benoemingen zoals bedoeld in § 2 heeft het personeelslid dat op 31 augustus 2002 over de grootste dienstanciënniteit beschikt, voorrang. De dienstanciënniteit wordt berekend zoals bepaald in artikel X.23, § 1, 5°.

§ 4. Met ingang van de datum van vaste benoeming zijn de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en de uitvoeringsbesluiten op bedoelde personeelsleden van toepassing.

In afwijking van het eerste lid zijn, voor de vaste benoemingen zoals bedoeld in § 2, de bepalingen van artikel 36ter, § 2, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, niet van toepassing.

§ 5. Onverminderd de bepalingen van deze afdeling zijn alle bepalingen van toepassing die gelden voor de personeelsleden die vast benoemd zijn in het ambt van kinderverzorger in het gewoon basisonderwijs en in het ambt van verpleger in het buitengewoon basisonderwijs. Voor de toepassing van de regelgeving met betrekking tot vaste benoeming, affectatie en mutatie wordt :

1° het ambt van kinderverzorger zoals bedoeld in deze afdeling niet beschouwd als hetzelfde ambt van kinderverzorger in het gewoon en buitengewoon onderwijs;

2° het ambt van verpleger zoals bedoeld in deze afdeling niet beschouwd als hetzelfde ambt van verpleger in het buitengewoon onderwijs.

§ 6. Voor de toepassing van de regelgeving met betrekking tot de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling, gelden de normen die de Vlaamse regering heeft vastgelegd houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen. De personeelsleden bedoeld in § 1 die wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking zijn gesteld voor minder dan de helft van een volledige betrekking, zijn niet verplicht om een reaffectatie of wedertewerkstelling te aanvaarden. Het ambt van kinderverzorger of verpleger zoals bedoeld in deze afdeling wordt, voor de toepassing van de regelgeving inzake reaffectatie en tewerkstelling, beschouwd als hetzelfde ambt van kinderverzorger in het gewoon en buitengewoon onderwijs, respectievelijk het hetzelfde ambt van verpleger in het buitengewoon onderwijs.

Art. X.24.

[Onverminderd de in artikel X.22 bedoelde normen worden de personeelsleden die in de Brusselse peutertuinen en kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs tewerkgesteld zijn als verpleger of kinderverzorger en die niet benoemd zijn bij toepassing van artikel X.23, § 1 en § 2, door de scholengroep 8-Brussel aangeworven als contractuele personeelsleden waarop de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.

De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om bijkomende ambten vast te leggen. De personeelsleden die in deze ambten worden tewerkgesteld, worden eveneens aangeworven als contractuele personeelsleden waarop de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is.]

Decr. van 25-4-2014

Art. X.25.

[...]

Decr. van 23-12-2016

Art. X.26.

§ 1. [Tot een door de Vlaamse Regering te bepalen datum betaalt de Vlaamse Gemeenschap rechtstreeks het salaris uit aan de personeelsleden bedoeld in deze afdeling, overeenkomstig volgende bepalingen :

1° aan de personeelsleden bedoeld in deze afdeling worden de volgende salarisschalen toegekend :

a) salarisschaal 143 voor wie in het ambt van kinderverzorger is aangesteld op basis van een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs;

b) salarisschaal 229 voor wie in het ambt van kinderverzorger is aangesteld op basis van een ander bekwaamheidsbewijs;

c) salarisschaal 337 voor wie in het ambt van verpleger is aangesteld.

Indien het aldus vastgestelde salaris lager is dan het salaris dat het personeelslid genoot bij de inwerkingtreding van dit hoofdstuk, blijft het dit laatste salaris genieten totdat het een ten minste gelijk salaris bekomt overeenkomstig bovenvermelde salarisschalen.

De bovenvermelde bekwaamheidsbewijzen zijn deze die de Vlaamse Regering vastlegt voor het overeenkomstige ambt in het gewoon of buitengewoon onderwijs.

Met behoud van de toepassing van artikel X.24, wordt de Vlaamse Regering gemachtigd om de bekwaamheidsbewijzen voor alle ambten vast te leggen of te wijzigen. Zij wordt eveneens gemachtigd om de salarisschalen hiervoor vast te leggen of te wijzigen.]

2° De prestatieregeling van de personeelsleden bedoeld in dit hoofdstuk bedraagt voor een volledige betrekking 36 uren per week.

§ 2. De Vlaamse regering bepaalt de nadere regels met betrekking tot bezoldiging van de personeelsleden bedoeld in artikel X.24 en X.25.

Decr. van 25-4-2014

Art. X.27.

[...]

Decr. van 22-6-2007

Art. X.28.

In hoofde van de personeelsleden, tewerkgesteld als kinderverzorger of verpleger in de peutertuinen en kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel, wordt de geldelijke en administratieve toestand gedurende de periode van hun tewerkstelling tot en met 31 december 2002 als definitief verworven beschouwd. Uit deze periode kunnen geen gevolgen voortvloeien voor de personeelsleden en schoolbesturen met betrekking tot bezoldiging.

Art. X.29.

De kinderdagverblijven van het gemeenschapsonderwijs gelegen in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel worden in voorkomend geval verbonden aan de basisscholen van de scholengroep 8 - Brussel.

Art. X.30.

De artikelen van deze afdeling hebben uitwerking met ingang van 1 september 2002, uitgezonderd artikel X.23, § 6, dat in werking treedt op 1 september 2003.

...

Afdeling 7. - Overige bepalingen

Art. X.57.

Binnen de haar door het artikel 23, § 1, 4°, h , van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs toegekende bevoegdheid legt de raad van bestuur van de scholengroep jaarlijks, na onderhandeling in het basiscomité van de scholengroep, een personeelsformatie vast voor het contractueel meesters-, vak- en dienstpersoneel.

[...]

Decr. van 8-5-2009

...

Art. X.59.

§ 1. De onroerende goederen die eigendom zijn van het Gemeenschapsonderwijs hebben onderwijsbestemming en behoren tot het openbaar domein.

§ 2. De bepalingen van § 1 doen op geen enkele wijze afbreuk aan het recht van het Gemeenschapsonderwijs om overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs :

1° zijn onroerende goederen te beheren en inzonderheid te desaffecteren; en

2° over deze goederen te beschikken.

De opbrengsten die verbonden zijn aan de in het eerste lid genoemde daden van beheer of beschikking worden aangewend overeenkomstig de bepalingen van artikel 13, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

...

Art. X.62.

De bepalingen van deze afdeling hebben uitwerking met ingang van 1 september 2002, uitgezonderd :

1° artikel X.59, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1989;

2° artikel X.58, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2002.

...